Ga naar submenu Ga naar zoekveld

'Eindelijk was ik verlost van mijn wintertenen'

Een beetje zoals Naäman

Jarenlang had Hanneke last van wintertenen. Totdat de oplossing zich aandiende. Met dank aan een kudde schapen.

Deel:

Dit verhaal gaat over wollen sokken, wonderen en…wintertenen.

Als je wintertenen associeert met allerlei nare dingen zoals stinksokken, tenenkaas en ingegroeide nagels en niet zo’n sterke maag hebt: stop dan NU, bij dezen, onmiddellijk met lezen.

Zo, dus je bent er nog? Dan kan ik los.

Toen ik zo ongeveer in groep zeven zat kreeg ik bij goed koud winterweer last van rode, opgezwollen en werkelijk afschuwelijk jeukende tenen. Dat gebeurde meestal ergens na het moment dat mijn tenen als halfbevroren uitsteeksels van mijn voeten de tijd in ijskoude schoenen hadden doorgebracht tijdens een fietstochtje van huis naar school of vice versa.

'Ik nam pantoffels mee naar school'

Ik had geen idee wat ik ermee aan moest. Ik strooide er wat mentholpoeder over, krabde mijn huid bijna open (pijn is nu eenmaal beter te verdragen dan jeuk) en bracht de nacht door met mijn voeten tegen de koude betonnen muur naast mijn bed omdat de koelte van de muur nog enige verlichting gaf.

Dit proces van ijskoude tenen die zodra ik in een warme ruimte kwam opzwollen tot anderhalf keer hun normale formaat zette zich voort op de middelbare school. De 36 fietskilometers die ik daarbij dagelijks maakte, droegen zeker niet bij aan de opvolging van doktersadvies één bij wintertenen: houd je voeten warm. Wanneer het KNMI aankondigde dat de temperaturen gingen dalen, voelde ik de bui alweer hangen.

Ik nam pantoffels mee naar school, omdat mijn schoenen pijnlijk om mijn gezwollen voeten klemden. Op pantoffels hoefde ik tenminste niet huilend rond te strompelen.

 

 

Gezwollen voeten

Dit lopen op pantoffels wegens gezwollen voeten bij winterweer hield ik ook in mijn studententijd vol. Gelukkig woonde ik schuin tegenover de universiteit, dus ik liep op pantoffels naar college. Tot verbazing der beschouwers uiteraard, maar tot groot genoegen van mijn tenen.

Intussen dacht mijn omgeving vastbesloten mee over een structurele oplossing, zodat ik niet meer aan heel de wereld hoefde uit te leggen waarom ik toch steeds op pantoffels liep.

Mijn moeder breide sokken in alle kleuren van de regenboog voor mij van stevig sokkengaren. Iemand opperde om over mijn voeten heen te plassen, want dat had bij haar toch echt zó geholpen. En ik bad of de jeuk over mocht gaan of dat anders dan maar de eeuwigdurende zomer aan mocht breken.

Maar het hielp allemaal niks.

Tot ik in de zoveelste koude winter met alweer die pijnlijk jeukende tenen in mijn eeuwige pantoffels maar weer eens achter mijn computer kroop om te kijken of er echt geen tips te vinden waren die ik over het hoofd had gezien. Er moest toch wel iets te bedenken zijn?

'Ik voelde me een beetje zoals Naäman'

Toen las ik ergens dat je sokken moest dragen van echte wol. Echte wol. Dus geen sokkengaren. Heel stevig, maar geen wol.

Hup, mijn moeder kon weer aan de gang. Ze breide liefdevol een stel sokken van echte wol voor mij. Die dan maar wat minder stevig waren en met de hand gewassen moesten worden.

En waar wol voor de meesten tot irritant gekriebel zou leiden, zorgde het bij mij voor precies de goede doorbloeding. Mijn tenen bleven warm door de wol en als ze toch weer geïrriteerd waren, nam de wol op de een of andere manier de onrust weer weg en namen mijn tenen hun normale formaat weer aan.

Ik voelde mij een beetje zoals Naäman zich gevoeld moet hebben toen hij genezen werd nadat hij zich in de Jordaan had ondergedompeld. Zo simpel kon het zijn.

Mijn gebed was toch verhoord. Als het KNMI nu kou aankondigt, trek ik de wollen sokken van mijn moeder weer uit de kast. Het zijn helende sokken. Gekregen op gebed. Dank zij de Schepper van de schapen. En mijn moeder natuurlijk.

Lees hier nog een column van Hanneke over een ongewenste bezoeker in huis: "Het liefst zou ik hem in de gangkast stoppen."

Geschreven door

Hanneke Veurink

--:--