Elke dag zwoegt Sitar (35) als slaaf in een steenfabriek
Duizenden christenen in Pakistan worden uitgebuit en vernederd
Leven in een land waarin de moslimmeerderheid jouw geloof verafschuwt: hoe is dat? Op uitnodiging van SDOK (Stichting de Ondergrondse Kerk) reisde Visie-redacteur Gert-Jan Schaap af naar Pakistan, waar hij – onder continue bewaking – christenen ontmoette. Bijvoorbeeld op een van de talloze steenfabrieken, waar duizenden van hen slavenwerk verrichten. “Het is heel, heel zwaar.”
Met blote onderbenen trapt een pezige dertiger keer op keer krachtig op en neer in een berg vochtige klei, om de zompige substantie zacht te maken. Het is rond tien uur ’s ochtends, maar ongewoon warm voor de maand december. Het zweet parelt in zijn nek en doordrenkt z’n sjofele shirt.
Een lichte mal
Achter hem zit zijn vrouw op haar hurken in het zand. Haar ogen staan, net als die van hem, vreugdeloos. Met routineuze handbewegingen en een lichte mal maakt zij rechthoeken van zand en klei: het begin van een baksteen.
Dit geestdodende werk doet ze dag in, dag uit. Van ’s morgens vijf tot ’s avonds vijf. Omdat zij en haar man een schuld hebben bij hun moslimbaas, die ze – dankzij de hoge woekerrente – nooit van hun leven meer kunnen afbetalen.
Vanaf een houten bed-constructie in de openlucht kijken hun vier jonge kinderen verveeld naar hun ouders. Zoals elke dag. Papa en mama hebben overdag domweg geen tijd om hen bezig te houden. De jongste is nog maar een baby.
(Tekst loopt door onder de foto)
Hun achternaam is Masih, wat ‘christen’ betekent. Zoals op zo veel steenfabrieken in Pakistan, vormen christenen hier de overgrote meerderheid. Ze wonen met 21 families op het fabrieksterrein in krappe onderkomens, gescheiden van de negen islamitische gezinnen die hier werken.
We zijn hier op het platteland, zo’n half uur rijden vanaf de miljoenenstad Lahore. Onze tolk en reisgenoot, Sylvester Bhatti, is een Nederlandse Pakistaan. Hij ontvluchtte zijn moederland zeventien jaar geleden, toen moslims hem met de dood bedreigden. Ze waren jaloers omdat hij, als niet-moslim, een relatief goede positie had: hij was hoofd van een christelijke school.
Vanuit Dronten leidt hij nu de Pakistan European Christian Alliance (stichting PECA), waarmee SDOK samenwerkt. Regelmatig reist Sylvester naar Pakistan. In Lahore heeft hij een protestantse kerk en een basisschool opgericht; in het bijbehorende internaat wonen momenteel 27 christelijke kinderen uit steenfabrieken. Ook kon hij de afgelopen jaren tien christelijke gezinnen met een relatief kleine schuld vrijkopen uit steenfabrieken (zie kader).
(Tekst loopt door onder de foto)
Terwijl hij ons rondleidt, legt Sylvester uit hoe het kan dat duizenden christenen verstrikt zijn geraakt in een web van schuld. “Christenen vormen de absolute onderklasse in Pakistan. Stel, je bent vader en hebt geen werk en dus geen inkomen. Je kinderen lijden honger, maar jij kunt ze niets geven. Wat doe je? Dan neem je elke baan die je kunt vinden. Zo komen veel christelijke gezinnen terecht op zo’n steenfabriek. Daar moeten ze een huisje huren van de eigenaar. Ze verdienen echter te weinig om die huur te kunnen betalen, al maken ze duizend tot vijftienhonderd bakstenen per dag.”
Omdat deze christenen zelden kunnen lezen en schrijven, weten ze vaak niet eens hoeveel schuld ze hebben. De eigenaar kan elk bedrag opschrijven dat hem goeddunkt.
Zelfs kleuters
Het platteland van Punjab, de provincie waarin Lahore ligt, is bezaaid met steenfabrieken. Het is verbijsterend te zien dat zelfs kleuters hun ouders soms al meehelpen met het maken van bakstenen.
“Zullen we daarboven kijken?” We beklimmen een ommuurde verhoging, waarop een schoorsteen onophoudelijk rookwolken naar de blauwe hemel blaast. Ernaast lopen twee mannen met omzwachtelde hoofden heen weer, lange haken in hun hand.
De hitte is hier verzengend, en de stank van verhitte stenen slaat direct op je keel. Via ronde openingen gooien de mannen kolen in de enorme ovens onder onze voeten.
Pure discriminatie
“Alleen moslims mogen dit doen,” zegt Sylvester. “Vanwege de hitte waarin ze moeten werken, is het extra zwaar. Daarom krijgen ze wat beter betaald.”
Waarom mogen christenen dit werk niet doen? “Pure discriminatie. Zo laten moslims je voelen dat je als christen volstrekt minderwaardig bent.”
Zo laten moslims je voelen dat je als christen minderwaardig bent
“Net of je terug bent in de tijd van Mozes en de exodus, toch?” zegt Sylvester als we stilstaan bij een grijsharige man, die met de hand goede bakstenen van de mislukte exemplaren scheidt. “Voor de eigenaars is dit een goedkope manier om rijk te worden met zo’n baksteenfabriek, die helemaal wordt gerund door slaven – vooral christenen.”
Sylvester leidt ons naar Sitar Masih (35), die met een grote schop klei op een houten kruiwagen kiept. Sitar is vader van vier kinderen. Drie van hen verblijven op het internaat van Sylvesters basisschool.
(Tekst loopt door onder de foto)
Modder koekt aan Sitars handen, benen en kleren. Hij kent geen ander leven dan dit: zijn vader zat al tot over zijn oren in de schuld. “Mijn leven begon hier en zal hier eindigen.”
Het is heel, heel zwaar. Als het ’s winters koud is, moet ik ditzelfde werk doen, met koude klei aan mijn handen, koude klei aan mijn benen en voeten. En ‘s zomers is het hier vaak tussen de 45 en 50 graden Celsius.” Ook onder beukend zonlicht gaat het werk door. “Alleen in het regenseizoen niet. Maar dan hebben we ook geen inkomen.”
Nooit een ander leven
Omgerekend verdient Sitar tussen de 100 en de 125 euro per maand. Veel te weinig om zijn schuld af te betalen (het exacte bedrag kent hij niet eens). “Schuld gaat op een steenfabriek vaak van generatie op generatie door, zoals in onze familie. Wij zijn slaven, gevangen in een schuld die we onmogelijk kunnen afbetalen.” Zijn oudste zoon is 16 en werkt hier ook:
(Tekst loopt door onder de video)
Ervaart Sitar steun aan het geloof? Zijn ogen beginnen te stralen. “Het is de enige kracht die we hebben. Elke dag heb ik last van mijn schouders en mijn rug. Als ik ‘s avonds thuiskom, eet ik mijn maaltijd en ga ik slapen. Werken, slapen, werken, slapen, werken – dat is mijn leven. Ik word elke ochtend om vier uur wakker; om vijf uur moet ik al beginnen met werken. Dan vraag ik of God me de kracht geeft om het vol te houden. Wij bidden om een nieuwe Mozes, die ons komt bevrijden. We geloven dat God ook voor ons een bevrijder heeft.”
Beeld: Gert-Jan Schaap
Dit is de sterk ingekorte versie van een lange reportage in EO-Visie
Bevrijd uit slavernij
Via stichting PECA lukt het Sylvester Bhatti soms om christelijke gezinnen vrij te kopen die worden uitgebuit in steenfabrieken. “Sommigen hebben zo’n grote schuld, dat het voor ons ondoenlijk is,” legt hij uit. “Alleen gezinnen die minder dan duizend euro schuld hebben, kunnen we helpen.” Op de website wordt uitgelegd hoe dit vrijkopen in z’n werk gaat.
Dit doet SDOK in Pakistan
SDOK (Stichting de Ondergrondse Kerk) doet in Pakistan o.a. dit:
* Juridische bijstand en materiële hulp voor gelovigen die ten onrechte beschuldigd zijn van blasfemie, waarop in Pakistan de doodstraf staat.
* Geestelijke en pastorale hulp aan christenen die lijden onder vervolging.
* Het bieden van veilige huisvesting als christenen om acute veiligheidsredenen moeten onderduiken.
Geschreven door
Gert-Jan Schaap