Ga naar submenu Ga naar zoekveld

‘Euthanasie is een zaak van geloof’

Euthanasie is geen medische handeling. Het is een zaak van geloof. De arts die een patiënt de dodelijke injectie toedient, kan wetenschappelijk gezien helemaal niet weten of hij daarmee het lijden van zijn patiënt verzacht. Hij kan het hoogstens geloven. Met dit argument plaatst Wim van Dorp – arts en docent Geneeskunde – de euthanasiediscussie in een nieuw licht.

Deel:

Een jaar geleden stuurde je een ingezonden artikel naar ‘Medisch Contact’, het blad van de beroepsvereniging van artsen. Afgelopen maand ontving je een prijs voor het opvallende verhaal. Wat was je aanleiding om dit verhaal te schrijven?
"Ik ben altijd al geïnteresseerd geweest in de euthanasiediscussie. Naarmate de discussie rond het wetsvoorstel vorderde, vroeg ik me steeds meer af wat voor handeling euthanasie eigenlijk is. Binnen de gezondheidszorg wordt er erg op gehamerd dat je handelen ‘evidence based’ moet zijn: je moet redelijke aanwijzingen hebben dat je handelen ook effectief is.

Als het gaat om euthanasie was ik er meteen al van overtuigd dat je juist bij zo’n ingrijpende handeling voldoende aanwijzing moet hebben dat je handelen het bedoelde effect heeft. In het geval van euthanasie betekent dat, dat het werkelijk een oplossing zou moeten zijn voor het lijden. Met dat uitgangspunt in gedachten heb ik een verhaal geschreven. Een beetje tot mijn verbazing heeft Medisch Contact het geplaatst, wat ik heel moedig vind."

Je argumentatie luidt kort gezegd dat het effect van euthanasie niet bewijsbaar is, en dat het daarom geen medische handeling is. Leg uit...
"Het toedienen van de dodelijke medicatie bij euthanasie heeft wel iets van medisch handelen in zich, omdat het zorgvuldig moet gebeuren. Maar het gaat er bij een medische handeling ook om waaróm je iets doet. In dit geval zegt men: door euthanasie wordt het lijden beëindigd. Maar – en dat is mijn hoofdargument – dat kun je op geen enkele manier wetenschappelijk bewijzen. Je kunt het alleen maar geloven. Want je praat dan over jouw beeld van het leven na dit leven, en over het karakter van de dood.
Als je gelooft dat het met de dood afgelopen is, dan zou je kunnen zeggen dat door euthanasie het lijden weggenomen wordt. Ook als je gelooft in een beter leven na dit leven, kun je zeggen dat het lijden dan afgelopen is. Maar je kunt daar alleen op basis van je geloof – en niet op basis van wetenschappelijk bewijs – over spreken. En geloofskennis is een heel ander soort kennis dan de kennis waarmee een arts handelt."

Een van de tegenargumenten die je te horen hebt gekregen, is dat euthanasie de tijd tot de dood verkort. Daarmee zou het een verkorting zijn van het lijden in dit leven.
"Ook dát kun je alleen maar zeggen als je bepaalde ideeën hebt over het lijden of niet-lijden in het leven hierna. Ik ben er altijd heel terughoudend in om dit te zeggen, maar stel nu – en het is de christen niet vreemd om daarover na te denken – dat het lijden in het hiernamaals veel groter is dan het lijden hier. Dan gaat dit argument niet op. Je kunt alleen spreken van een verkorting van het lijden als je gelooft dat wat hierna komt, minder of geen lijden is. En ook dat is een geloofsvooronderstelling." 

De wettekst zegt dat euthanasie toegepast mag worden als er ‘geen redelijke andere oplossing’ is voor ‘uitzichtloos en ondraaglijk lijden’. Een onjuiste formulering?
"Je kunt hieruit afleiden dat als er geen andere redelijke oplossing is, euthanasie de enige wél redelijke oplossing is. Ik denk dat dit een van de weinige wetteksten is waarin geloof een enorme invloed heeft, want dit is geformuleerd vanuit een levensovertuiging. Wat er met deze wet geregeld is, is een vreemde eend in de bijt van de artsenpraktijk. Ik vind dan ook dat de euthanaserende artsen gewetensbezwaard zijn, en níet degenen die tegen zijn. De artsen die geen euthanasie toepassen, handelen gewoon volgens de medische standaard."

Het moge duidelijk zijn dat u euthanasie – op wetenschappelijke en ethische gronden - afwijst. Door veel (vooral christelijke) artsen en politici wordt palliatieve zorg als het ‘redelijke’ alternatief genoemd. Is dat terecht?
"De palliatieve zorg moet en kán in ieder geval aanmerkelijk verbeterd worden. Daarmee kan deze zorg een deel van de euthanasievraag wegnemen. Maar ik denk dat er altijd een euthanasievraag zal blijven. Sommige patiënten die ernstig lijden, hebben vanuit hun eigen geloofsovertuiging de mening dat de dood ook het einde van het lijden is. Vanuit die levensovertuiging kan ik me de vraag om euthanasie ook wel voorstellen. Ik vind alleen – als christen – dat het geen verantwoorde optie is om te kiezen voor de dood."

Bij de aanname van de euthanasiewet – precies een jaar geleden – was de huiver bij veel christenen dat het snel van kwaad tot erger zou gaan. Zie je dat ook gebeuren?
"Nee, die indruk heb ik niet, alhoewel ik niet in het hart van euthanaserende collega’s kan kijken. Ik denk dat een goede arts altijd zal beseffen dat het hier om een heel bijzondere handeling gaat. Artsen krijgen meer kennis van palliatieve zorg en gaan volgens mij zien dat andere beslissingen ook heel goed kunnen zijn.
Ik denk ook dat meer artsen gaan beseffen dat ze met deze nieuwe regeling heel erg onder druk gezet worden door de patiënt. Een arts is niet verplicht om euthanasie toe te passen, en een patiënt heeft ook geen recht om het toegepast te krijgen. Veel patiënten interpreteren het echter wel zo.

Maar als het gaat om toekomstige ontwikkelingen, komen we bij de discussie rond de pil van Drion terecht. En dan gaat de discussie toch een stap verder: is het mogelijk dat mensen uiteindelijk zelfdodende middelen in handen krijgen zodat ze op ieder moment zelf kunnen beslissen om een einde aan het leven te maken?"

D66 kaartte deze ‘pil van Drion’ vorig jaar meteen al aan na de aanname van de ‘euthanasiewet’. De partij ziet het onderwerp in een komende kabinetsperiode graag op de agenda verschijnen. Wat verwacht u van die discussie?
"Ik denk dat er bij de kabinetsformatie zeker over gesproken zal worden hoe we verder gaan met deze discussie. Je kunt als overheid wel zeggen: we voeren die discussie niet. Maar er zijn voor burgers natuurlijk allerlei andere mogelijkheden om buiten de politiek om die discussie te voeren. Daarom vind ik zelf dat je het gesprek als overheid maar beter kunt begeleiden. Misschien kunnen we door die discussie helderder en scherper laten zien waar het in feite om gaat."

"De hele discussie rond euthanasie ging eigenlijk al over de vraag of mensen het recht hebben om te zeggen: nu wil ik een einde hebben aan mijn leven. Hulp bij zelfdoding is al begrepen in het huidige wettelijke kader. De vraag is nu of het ook terecht is dat je hulp bij zelfdoding krijgt – of een pil – als er níet sprake is van uitzichtloos en ondraaglijk leiden. Maar bijvoorbeeld op het moment dat je sociaal lijdt of denkt: ik heb er geen zin meer in.

Een discussie rond de pil van Drion kan de situatie verduidelijken. Het nadeel is wel dat we met ons poldermodel geneigd zijn te zeggen: we hebben het goed besproken, en dus kan het. Daar ben ik natuurlijk wel bang voor."

De strijd is al half gestreden als je de discussie opengooit?
"Ja. Maar aan de andere kant vind ik – ook uit morele overwegingen – dat je zaken niet in de doofpot moet stoppen. Ik denk ook dat we als christenen wel zoveel argumenten hebben dat we die discussie goed kunnen aangaan. De pil van Drion is mijns inziens een ontwikkeling in de richting van de maximale asocialiteit. Ik zou het asociaal vinden als toegestaan en bevorderd zou worden dat mensen een einde kunnen maken aan hun leven.
Ik zou het ook antidemocratisch vinden. De democratie is er heel erg op geënt dat we verantwoordelijkheid dragen voor elkaar en de maatschappij, ook in tijden dat het moeilijk is. Het denken in termen van: het is de mens gegeven om op elk moment een eind aan zijn leven te maken, doet afbreuk aan de notie dat we verantwoordelijkheid hebben voor elkaar. Dit tast de fundamenten van onze democratische samenleving aan. Dergelijke argumenten vind ik heel sterk, en we moeten ze zeker inzetten bij de discussie."

Op 15 april won Wim van Dorp de eerste prijs voor de meest spraakmakende bijdrage van het afgelopen jaar in het weekblad Medisch Contact. Van Dorp oogstte veel waardering voor zijn artikel ‘Het onbewezen effect van euthanasie’, waarin hij euthanasie als medisch handelen veroordeelt. Ironisch genoeg was het minister van Volksgezondheid Els Borst die hem de ‘Zilveren Zeepkist’ overhandigde. Zij benadrukte dat zij zijn mening niet deelde, "maar het stuk is buitengewoon origineel."

Van Dorp is arts, docent Geneeskunde aan de Christelijke Hogeschool Ede en beleidsmedewerker bij de Tweede-Kamerfractie van de ChristenUnie.

--:--