Ga naar submenu Ga naar zoekveld

Geloof het - of niet

Beiden zijn gefascineerd door kerk en geloof. Hij is missionair predikant, zij bestempelt zichzelf als ongelovig. In de Utrechtse Jacobikerk wisselt ds. Arjan Markus (40) van gedachten met Merel van Meerkerk (26). De studente Religiewetenschappen dompelde zich zes maanden onder in allerlei kerkelijke activiteiten, maar gelooft nog steeds niet in God.

Deel:

Ze kennen elkaar door en door, dat merk je direct – bijvoorbeeld aan de plaagstootjes over en weer, en de vriendelijke manier van discussiëren. In 2008 ontmoetten ze elkaar voor het eerst. "Voor mijn studie Communicatie wilde ik onderzoeken hoe een kerk 'reclame voor God' maakt; via via kwam ik na een telefoontje uiteindelijk hier terecht," vertelt Merel. "Toen ik voor haar de deur opendeed, dacht ze dat ik de conciërge was...," grijnst ds. Markus. Merel: "Ik had een wat statiger, en in ieder geval ouder persoon verwacht. Geen jonge, vlotte vent."

Levensvragen

Een halfjaar lang deed Merel mee met allerlei diensten en missionaire activiteiten van de Jacobikerk. Afgezien van de begrafenisdienst van haar oma, zo'n vijftien jaar geleden, was het voor haar de eerst keer dat ze een kerk vanbinnen zag. Ds. Markus: "Ik heb je destijds gekscherend beloofd dat ik je tijdens je stage niet zou dopen." Hij heeft woord gehouden.

Merel kan zich, de talloze gesprekken met ds. Markus en anderen ten spijt, niet voorstellen dat ze ooit in een persoonlijke God zou gaan geloven. Wel concludeerde ze in haar scriptie dat 'Gods grondpersoneel' het in de Jacobikerk, in ieder geval wat de marketing en PR betreft, goed doet. "Jullie bieden niet alleen de standaard Alpha-cursus aan; er is zoveel meer: van open diensten en debatten, tot een kinderkerstfeest en het zingevingsnetwerk Trajectum. Dus de kans is groot dat je als geïnteresseerde buitenstaander of zinzoeker ergens blijft 'plakken'. Al geldt dat niet voor mij."

"Nou," nuanceert ds. Markus, "het is dat jij in Amsterdam woont, anders was je misschien wel langer betrokken gebleven bij ons zingevingnetwerk (een soort vervolg op de Alpha-cursus, red.), toch? Toen je scriptie al lang af was, bleef je komen." "Klopt. Omdat het daar ging over grote en kleinere levensvragen, en het een gevarieerde groep mensen was – van heel sceptisch tot best wel gelovig. Er ontstonden goede discussies. Vanuit marketingperspectief bezien moet je als kerk van je laten horen, wil je mensen winnen. Jullie doen dat hier door een waaier aan activiteiten. Dat is sterk."

Eye-opener

Wat heeft ds. Markus sinds hun eerste ontmoeting van de intensieve omgang en de talloze gesprekken met Merel geleerd? "Wat ik vooral bevestigd zag, is dat mensen echt niet 'zomaar' gaan geloven – hoe graag ik dat ook zou willen. Je hebt erbij die een soort religieuze aard hebben, al zijn ze totaal onkerkelijk. Maar de 'Merels', die nuchter in het leven staan, doen er vaak veel langer over om tot geloof te komen. Een echte eye-opener was haar verslag van hoe zij als ongelovige onze dienst op Eerste Paasdag heeft meegemaakt. Bepaalde dingen bleken op haar heel anders over te komen dan ik ooit had gedacht. Het gebaar bij de zegen, aan het einde van die dienst, ervoer ze bijvoorbeeld als opdringerig. Nóóit bij die mogelijkheid stilgestaan. Ik heb haar verslag – anoniem – doorgestuurd naar een aantal collega's, want we kunnen er veel van leren. Waarschijnlijk zal geen kerkmens vermoeden dat als wij een psalm zingen over Gods vijanden die verstrooid worden, de 'Merels' prompt denken: 'Maar ze bedoelen míj!'"

Voelde jij je welkom in deze Jacobikerk, Merel?
“Wel in de zogenaamde open diensten, maar niet echt in de gewone diensten. Het mag allemaal wel wat losser. Ik wilde bijvoorbeeld in het begin klappen omdat ik de muziek mooi vond, maar dat is hier ongebruikelijk. Er wordt best mooi gepreekt, maar dat plechtige trek ik niet. Tegelijk snap ik dat je bepaalde dingen zo houdt, omdat het nu eenmaal deze kerk is.”

Kunnen jullie je goed in elkaars positie verplaatsen?
Merel: "Leuke vraag. Ik had vooraf vaak het idee dat er met gelovigen niet te discussiëren valt; ze weten het zeker: 'God bestaat, klaar.' Met Arjan kan ik het wél, en ik verlies het zelfs vaak van hem!" Hij: "Dat komt omdat het christelijk geloof een rationeel goed verhaal heeft!" "Een aardig verhaal," erkent Merel, "maar er klopt ook van alles niet; er zijn veel tegenstrijdigheden in de Bijbel." Hij: "Dat heeft te maken met hoe je de Bijbel leest. Daar kun je een heel goed verhaal over houden." Zij, lachend: "Als ik zo goed kon redeneren als jij..." Ds. Markus: "Je hebt mijn boek gelezen (Adieu God, speciaal geschreven voor niet-gelovigen, red.), maar ook dat gaf jou niet de ontmoeting met God. Dus dat het een goed verhaal is, is geen garantie. Ik kan me wel in jouw positie verplaatsen en me echt indenken dat ik niet zou geloven. Want tijdens mijn studie heb ik ook een tijdlang getwijfeld. Maar God is me altijd weer te sterk gebleken. Kun jij je in gelovigen verplaatsen?” Merel: “In zoverre dat ik me kan voorstellen dat je gelooft, ook in een persoonlijke God. Maar het gevoel is er niet bij.” “Dát is blijkbaar het punt!” Merel: “Een groot punt, maar dat ik me er intellectueel in kan verplaatsen, betekent niet dat ik het ook zou willen. Ik zou het niet willen. Maar ik vind het fijn dat ik me inmiddels een beetje in gelovigen kan verplaatsen. Ik geloof überhaupt niet, niet in een persoonlijke God, niet in een laatste oordeel, enzovoort. Dat maakt het voor jou zo lastig om mij te bekeren... Zingeving zoeken we allemaal – ‘Waarom ben ik in hemelsnaam op aarde?’ – maar dat kun je op allerlei manieren doen. Voor mij is dat niet via het geloof of de kerk.” Ds. Markus: “Maar waarom ben je dan in vredesnaam hier gekomen?” “Omdat het me wel interesseert,” antwoordt Merel. “En omdat ik het niet snáp. Ik snap niet waarom sommige mensen geloven en andere niet. Volgens mij zeg je het zelf ook ergens in Adieu God: uiteindelijk kun je niet helemaal naar het geloof toe redeneren. Het is net als met liefde: die is er, of die is er niet. Bij mij dus niet.”

"Dat wordt dus tóch geen doopdienst binnenkort," concludeert ds. Markus, "maar misschien, over een paar jaar..."

Tekst: Gert-Jan Schaap
Beeld: Gert-Jan van der Tuuk

Jacobikerk.nl

--:--