Ga naar submenu Ga naar zoekveld

'Gemeenteleden, stap het veld op en durf mee te spelen'

Pieter-Jan vindt er wat van

Een kleine biecht: ik heb allergieën. Best wel veel. Geen fysieke, gelukkig, maar wel een hoop mentale. Ook in de kerk spelen die plotseling op.

Deel:

Pieter-Jan vindt er wat van

In deze rubriek geeft redacteur, muziekliefhebber, imker, pionier en amateurtheoloog Pieter-Jan Rodenburg ons elke week een stukje duiding bij min of meer belangrijke zaken uit de media of de (christelijke) actualiteit.

Ik krijg jeuk van bepaalde aanbiddingsliederen (simpele teksten met veel herhaling), zweverige gezangen (concreet kan geen kwaad), oppervlakkige preken (die ik slechte theologie placht te noemen), te technische preken (het is geen college), als mensen je niet groeten in de kerk (hallo! ik besta!), te enthousiaste begroetingen in de kerk (een beetje anonimiteit kan geen kwaad), onuitgesproken kledingregels (hoe moet een nieuwkomer zich hier ooit welkom voelen?), slonzige kleding (het is wel de kerk, hè), kerken met een sterke mening over gevoelige onderwerpen (die sluiten mensen buiten, dat mag niet), kerken zonder mening over gevoelige onderwerpen (niet te veel water bij de wijn doen!), te korte diensten (kwaliteit kost tijd), te lange diensten (spanningsboog, mensen, spanningsboog!) – de lijst is eindeloos. Je begrijpt het: ik heb een hoop genade nodig. Het is een wonder dat ik het lang in een bepaalde gemeente uithoud.

En dat heeft maar één reden: ik doe mee. Voor mij is dat hét medicijn tegen frustratie in de kerk. In de tijd dat ik in een traditionele Gereformeerde Bondsgemeente zat, was er genoeg waar ik me over op had kunnen winden. Maar door actief te zijn in het jeugdwerk, kringwerk of in wat dan ook, wist ik me onderdeel van de gemeente. Dat hielp enorm – ik voelde me er thuis. Niet omdat de vorm mij als gegoten zat, niet omdat het een-op-een mijn theologie was, maar omdat ik er onderdeel van was. Ik maakte mee, letterlijk.

Nu ik als terugtredende pionier onderdeel ben van een kleine houtje-touwtjekerk, zie ik het opnieuw: mensen die een rol krijgen, voelen zich thuis. Het is simpelweg het verschil tussen consumenten en producenten. Consumenten blijven zitten zolang ze het product lekker vinden, producenten voelen zich eigenaar en blijven.

Ik weet best dat dit niet voor iedereen opgaat. Er branden mensen op die zich keihard inzetten voor hun kerk, maar zich alsnog niet gezien en gehoord weten. Er zijn mensen die zich heel graag willen inzetten, maar de kans niet krijgen of het simpelweg mentaal of fysiek niet kunnen. Het is geen wondermiddel. Maar het is wel een middel om te voorkomen dat je gefrustreerd aan de zijlijn blijft staan. Vanaf daar is weglopen een kleine stap.

Daarom in deze Visie een dubbele oproep. Gemeenteleden, stap het veld op en durf mee te spelen. Ik ken geen gemeente waar ze te veel vrijwilligers hebben. Er is altijd iets te doen. Als de kerk niet méér is dan een zondagse dienst die je passief ondergaat, doe je jezelf en de kerk gruwelijk tekort.

En kerkleiding, koester je vrijwilligers. Waardeer ze en laat dat weten. Bedank degene die koffie schenkt, die het kinderwerk draait, die muziek maakt, die schoonmaakt, spreekt, de kerktuin bijhoudt of de nieuwsbrief vult. Geef gemeenteleden volop vertrouwen en verantwoordelijkheid. Nogmaals: het is geen wondermiddel, maar op z’n minst een beginnetje.

Geschreven door

Pieter-Jan Rodenburg

--:--