Ga naar submenu Ga naar zoekveld

Gevaar voor zendelingen niet in te schatten

Moeten er maatregelen genomen worden?

Zendelingen en hulpverleners verkeren dikwijls in gevaarlijke omstandigheden. Op 23 januari werd docent en toeruster Jan Peter Baan in Nigeria vermoord. In december overkwamen een hulpverlener in Senegal en een in Libanon hetzelfde lot. Bezinning op de situatie van zendelingen is het gevolg. Hoe is het in Nepal? In Indonesië? En in Zuid-Afrika? Moeten er maatregelen genomen worden?

Deel:

De moord op Jan Peter Baan van de Zending Gereformeerde Gemeenten (ZGG) bracht binnen het totale zendingswerk een schok teweeg. Midden in de nacht werd hij overvallen in zijn woonhuis in Nigeria en ter plekke neergeschoten. Motief: roof. Zijn vrouw bleef met vier jonge kinderen verslagen achter.

Ook bij de ZGG, waar zoiets nog nooit gebeurd is, heerst verslagenheid. "We zijn uiteraard aan het evalueren van wat er is gebeurd en in hoeverre de maatregelen die genomen zijn en worden, afdoende zijn," deelt de heer A. Elshout van de ZGG desgevraagd mee. "Dat krijgt door deze gebeurtenis weer extra aandacht. Wat heeft dit voor gevolgen voor de mensen die er nu zitten? Het draagt te veel een incidenteel karakter om daaruit de conclusie te kunnen trekken – die conclusie wordt in de pers heel snel getrokken – dat het zuidoosten van Nigeria zonder meer een gevaarlijk gebied is. Over de factoren die hiertoe geleid hebben, is nog weinig bekend. Het is een rustig plattelandsgebied en het is ook voor de bewoners in dat gebied onthutsend dat zoiets heeft kunnen gebeuren."

Ook in Indonesië zitten zendelingen van de ZGG. Daar is het de laatste jaren niet bepaald ontspannen. „De Nederlandse ambassade daar heeft onze organisatie overzee van dag tot dag op de hoogte gehouden wat betreft de risico’s. Het is op het moment redelijk rustig, maar we hebben een geweldige uitbarsting gehad. Neem onze mensen in Papua Nieuw-Guinea. Die zitten op een politieke vulkaan die al lang rommelt. Of dat een keer gaat exploderen, is hier vandaan heel moeilijk in te schatten. In Soedan zitten onze mensen in een gebied waar oorlog is. In Nigeria is veel georganiseerde en ongeorganiseerde misdaad en je hebt er de politieke tegenstellingen. De slechte infrastructuur maakt reizen ook erg gevaarlijk. In Ecuador zitten we in een grote stad. Grote steden in Latijns-Amerika geven ook behoorlijke risico’s.“

Niet terug
In Bangui, de hoofdstad van de Centraal Afrikaanse Republiek, werkt dr. Benno van den Toren voor de zending van de Christelijke Gereformeerde Kerken. Op dit moment verblijft hij in verband met de voorbereiding van een promotieprogramma in Canada. Ds. H. Last, zendingscoördinator, vertelt dat er op dit moment een negatief reisadvies voor de Centraal Afrikaanse Republiek wordt afgegeven. "Als de familie Van den Toren nu terug zou willen, dan zouden we adviseren om dat niet te doen. De Centraal Afrikaanse Republiek is duidelijk een ernstig gevarengebied. Eigenlijk al jaren. De familie Van den Toren heeft al vaker heel dicht bij een evacuatie gezeten, omdat de granaten over en weer over de faculteit heen vlogen. Dus de Centraal Afrikaanse Republiek is wat ons betreft echt een zorgenkindje in ons zendingsgebied. Nu hebben de rebellen wat meer de macht in handen, wrede mensen, maar het kan ook wel weer zo gebeuren dat de Fransen de macht in handen krijgen en de rebellen weten te verdrijven. Dan zou er, net als eerder, weer een periode van redelijke stabiliteit aan kunnen breken."

Eind juni hoopt de familie Van den Toren uit Canada terug te komen en zou dan doorreizen naar Afrika. Ds. Last: "Dat moeten we dan maar bekijken in het licht van hoe de situatie op dat moment is. Bovendien nemen we in onze overwegingen altijd mee dat het voor een toerist in zo’n gebied altijd veel gevaarlijker is dan voor mensen die er wonen en werken. Mensen kennen je daar. Benno van den Toren is daar na al die jaren goed bekend in de kerken. Dat betekent al een stukje extra bescherming. Je wordt op tijd gewaarschuwd als je echt in de gevarenzone zou komen. We hebben overigens wel eens een situatie gehad dat we drie mensen die op werkbezoek waren, met een legerhelikopter moesten evacueren naar een naburig land."

Zuid-Afrika
In Zuid-Afrika, ook niet bepaald een veilig land, zitten drie mensen van de Christelijke Gereformeerde Kerken. Zij hebben gelukkig niet te maken gehad met levensbedreigende situaties. "Wel een ouderling van de Vendakerken die we erg goed kennen," vertelt ds. Last. "Hij woont in Johannesburg en wilde op zondagmorgen in zijn studeerkamer zijn preek nog even nakijken – in Zuid-Afrika preken ook ouderlingen – en toen stond er een man voor het raam die zei: ‘Als je je beweegt, schiet ik je dood’. Hij schrok zo verschrikkelijk, dat hij zich toch bewoog, waarop een schot op hem werd afgevuurd. Door de wonderlijke bewaring van God heeft hij het leven behouden. De kogel vloog dwars door zijn lichaam tussen zijn ribben door, langs zijn hart, in zijn arm. En dat is dan een van de vele aanvallen die in Zuid-Afrika plaatsvinden. Bij onze mensen in Botswana en Mozambique is het veilig en ontspannen. De Centraal Afrikaanse Republiek en Zuid-Afrika staan bij ons bovenaan het lijstje van gevaarlijke landen.

Als je werkt in de fronten van het Koninkrijk van God, dan kom je daar de boze in het kwadraat tegen. Die heeft er alle belang bij om mensen die voor in het front staan, uit te schakelen. Zo is het van het begin al geweest. Dat neemt niet weg dat het uitermate verdrietige situaties zijn."

GZB
De Gereformeerde Zendingsbond (GZB) is een van de grootste Nederlandse zendingsorganisaties met mensen over de hele wereld. Ook in gevaarlijke gebieden, zoals Oeganda, Zuid-Soedan en Somalië. Tim Verduijn van de GZB is heel terughoudend in het geven van informatie daarover. "We moeten wel voorzichtig zijn met wat we naar buiten brengen, zodat we mensen niet onnodig in gevaar brengen. Als het nodig is, nemen we maatregelen. Je kunt ook niet zeggen dat het ene land gevaarlijker is dan het andere land omdat er in het ene land iemand vermoord is. Dat kan overal gebeuren. In Soedan is een burgeroorlog en die situatie moet je voortdurend inschatten. Het zijn ook vaak lokale groepen die gevaarlijk zijn en dan is het beslist niet in te schatten. Je moet dus voorzichtig zijn met het zeggen van daar wel en daar niet. Het heeft uiteraard invloed op ons beleid en je probeert wegen te zoeken waar je in bepaalde situaties je werk toch door kunt zetten en waar het ophoudt."

Nepal
Bertjan en Margriet Bouman van de GZB keerden onlangs terug uit Nepal, waar maoïstisch georiënteerde guerrillastrijders dood en verderf zaaiden. "We zouden erg graag terug willen," zegt Bertjan, "maar het wordt er in allerlei opzichten, ook voor de kerken, steeds slechter. Nepal is een koninkrijk en de communisten verzetten zich daartegen." Honderden politiemensen zijn al doodgeschoten en het leger doet bijna niets. Teruggaan zit er niet meer in. Met zorg denkt het jonge paar aan de christenen daar. Een minderheid tussen hindoes en maoïsten.

Wachter
Herma Bode werkt sinds 1977 als zendelinge in Senegal voor de Vergadering van Gelovigen. Ze woont temidden van moslims. "Als ik op mijn gevoel afga, voel ik angst. Aan de andere kant voel ik me veilig, geborgen in Gods hand. Hij is bij mij. We zijn een keer overvallen door gewapende dieven in de nacht, waarbij de wachter bijna is overleden aan messteken. Een paar weken geleden liep ik met een paar vrienden op het strand en werden we overvallen door twee kerels met een grote stok. Ze wilden geld. Dat hadden we niet. We werden geslagen, maar de Here heeft ons bewaard."

Sinds haar man is overleden, woont Herma alleen. Ze heeft overal tralies voor de ramen en het terrein is ommuurd. ‘s Nachts is er een wachter. "Na het heengaan van mijn man werd het mij aangeraden door de ouderlingen van mijn gemeente een wachter te nemen, maar die slaapt meestal..." Ze heeft drie honden. Twee op het dak en een in huis. "Dat is mijn alarminstallatie, die ook werkt als de stroom uitvalt. Als die gaan blaffen, wordt de wachter ook wakker. Er is een enorme strijd gaande in de onzichtbare wereld tussen het Licht en de duisternis. Maar we weten dat God Zijn Gemeente bouwt en dat de satan overwonnen is."

Op 13 januari jl. werd de 67-jarige Amerikaanse zendeling Joseph Cooper in India neergestoken. Cooper en een paar vrienden kwamen terug van een bidstond en werden belaagd door tien hindoe-militanten met messen en stokken. De zendeling werd met diepe steekwonden opgenomen in het ziekenhuis. Hij overleefde de aanval.

Ivoorkust
Bert en Annemieke Bons waren onlangs in een televisieprogramma van ManVrouw met hun verhaal over Ivoorkust. Daar waren zij voor de zendingsorganisatie New Tribes Mission. Annemieke: "Maar we moesten terug naar Nederland. We waren erheen gegaan voor een lange termijn, minstens 25 jaar. Tot onze taak behoorde behalve evangelisatiewerk ook bijbelvertaalwerk. Op 19 september vond er een staatsgreep plaats. We hoorden dat op de radio. Dat was wel eens meer gebeurd en dan had men de zaak meestal snel onder controle. Maar nu was de opstand veel sterker dan men had verwacht. We moesten de eerste dagen binnen blijven, want je weet niet wat er buiten allemaal gebeurt. Je hoort schieten en ziet militairen. Gelukkig waren er nog meer zendelingen van New Tribes Mission. Met hen hebben we druk overleg gehad en met het hoofdkantoor in Amerika. Daar heeft men alles onderzocht en is tot de conclusie gekomen dat het niet veilig was en dat iedereen die weg kon, ook weg moest. Er bleef een clubje van zes mensen over en we hoorden later dat ook die voor hun leven moesten vluchten.

Opstandelingen verzetten zich tegen het akkoord dat Frankrijk met de president had gesloten. Ze zien alle blanken als Fransen en dan moet je maken dat je wegkomt. Er zit nu nog een Nederlander vast en we bidden om een mogelijkheid dat hij het land nog kan verlaten. Je weet wel dat God de boze heeft overwonnen, maar hier op aarde zie je er nog zo weinig van. We begrijpen dat niet altijd. We hopen dat we de komende zomer terug kunnen gaan, maar ik weet niet of dat kan."

Aanslag
Ingrid Wilts, zendelinge in Oeganda, is in 1996 overvallen door vier mannen die een gat in de omheining van haar huis hadden gemaakt. "Ze waren gewapend met een machinegeweer en schoten direct toen ze me zagen. De kogel ging door mijn arm. Ze kwamen om me te vermoorden, maar God had me erop voorbereid en ik was in staat om ze in de „Naam van Jezus“ op de vlucht te jagen. Dat is de reden waarom ik nu nog leef."

De veiligheidssituatie in Oeganda is volgens Ingrid de laatste jaren verbeterd. "Hoewel ik nooit ‘s nachts rijd vanwege de mogelijkheden om overvallen te worden."
Ook Ingrid heeft bij haar omheinde huis een nachtwaker en drie honden die tijdig alarm slaan. In de auto rijdt zij in de stad altijd met de deuren op slot en de ramen dicht. "Ik ben erachter gekomen dat het erg moeilijk is je te beschermen tegen geweld en dat mijn uiteindelijke bescherming in de hand van God ligt. Voor mijzelf geldt nog steeds dat de veiligste plek op aarde in het centrum van Gods wil is. Als er dan iets gebeurt, dan weet ik dat het binnen Gods plan past, hoe moeilijk het ook is."

De situatie van zendelingen in verre landen is nooit gerieflijk geweest, maar lijkt de laatste tijd moeilijker te worden. De geestelijke strijd woedt vooral daar waar mensen tot geloof komen. Een oproep tot gebed voor zendelingen en christenen in moeilijke omstandigheden is daarom zeker op zijn plaats.

--:--