Ga naar submenu Ga naar zoekveld

‘God maakte alles goed wat ik aan frustraties, verdriet en eenzaamheid heb ervaren’

Maria behoort tot de tweede generatie Molukkers

Maria Vos-Haurissa (66) behoort tot de tweede generatie Molukkers in Nederland. Haar ouders kwamen in 1951 naar Nederland en droegen veel verdriet met zich mee. Dit heeft veel invloed gehad op Maria, maar wanneer ze tot geloof komt, vindt er een grote ommekeer plaats in haar leven. Maria: “Ik heb mijn ware identiteit in God gevonden.”

Deel:

Lange tijd is Indonesië, inclusief de Molukken, een kolonie van Nederland geweest. In 1945 verklaarde Indonesië zich onafhankelijk, waarna een vier jaar durende oorlog volgde tussen Indonesië en Nederland. “Op een gegeven moment wilde Indonesië onafhankelijk worden, waar Nederland zich tegen verzette. Mijn vader heeft toen voor Nederland gevochten als militair voor het Koninklijk Nederlands-Indisch Leger (KNIL). Uiteindelijk moest Nederland Indonesië wel loslaten,” vertelt Maria.

Ze voelden zich in de steek gelaten door de Nederlandse overheid

Nadat Nederland in 1949 de onafhankelijkheid van Indonesië had erkend, kregen de KNIL-militairen een dienstbevel om naar Nederland te komen. Maria’s ouders behoren tot de 12.000 Molukkers die in 1951 naar Nederland werden verscheept. “De Tweede Wereldoorlog was net afgelopen, waardoor er een huizentekort was. Daarom werden de Molukkers in oude concentratiekampen gevestigd. De pijn bij mijn ouders komt voornamelijk doordat zij zich in de steek gelaten voelden door de Nederlandse overheid. Ze dachten dat ze naar een vrij Molukken terug zouden keren, maar dat gebeurde niet.”

Tweede generatie Molukkers

Maria behoort tot de tweede generatie Molukkers in Nederland. “In mijn omgeving heb ik van dichtbij meegemaakt dat veel Molukkers van de tweede generatie boos op Nederland waren. Dat resulteerde uiteindelijk in de treinkaping en gijzelingen in 1977. Dat was heel eng, maar het was alsof ik aan de zijlijn stond. Ik leefde mijn eigen leven. Ik ben in Nederland geboren, dus ik ben opgegroeid in de Nederlandse cultuur, had Nederlandse vriendinnen en kreeg Nederlandse collega’s. Mijn leven zag er totaal anders uit dan dat van mijn ouders.”

“Mijn vader heeft veel trauma’s meegemaakt en had heimwee naar zijn vaderland en familie. Hij heeft er jarenlang niet over gesproken, totdat wij als jonge kinderen een keer zeiden: ‘Pap, we willen weten wat er aan de hand is.’ Tot diep in de nacht heb ik bij hem gezeten en vertelde hij alles. Ik vond dat een bijzonder moment, omdat mijn vader niet zo’n prater was. Ik was toen vijftien jaar en weet nog dat ik dacht: wil ik dit wel allemaal horen?”

Ik was eenzaam in mijn gevoelens

De pijn die haar ouders met zich meedroegen heeft Maria heel bewust meegekregen. “Zonder dat mijn vader er veel over vertelde, merkte ik als kind wel zijn verdriet. Dat vond ik heel deprimerend en ik kon er niet mee overweg. Ik wilde de pijn bij mijn ouders wegnemen, maar ik wist niet hoe. Daardoor werd ik een heel stil meisje en ik was eenzaam in mijn gevoelens. Ik trok me vaak terug op mijn kamer. Ik heb er nooit goed met mijn ouders over kunnen praten. Dat vind ik achteraf heel jammer,” vertelt Maria.

Bekering

De verlegen Maria was al op jonge leeftijd actief binnen de GIM, de Molukse Evangelische Kerk. “Mijn moeder was veertien jaar lang raadslid en deed veel binnen de kerk. Ik trad eigenlijk in haar voetsporen, want ik was voorzitter van de jongerenbeweging P.P.K.M. Het was een leuke tijd, maar diep in mijn hart wist ik dat er iets ontbrak. Nu ik dat achteraf bekijk, weet ik dat Jezus niet in mijn leven was. Ik was hartstikke dood in mijn geloof.”

Je kan geen verstoppertje spelen

Op een dag werd Maria aangesproken op straat door een evangelist. “Een meisje sprak mij aan: ‘Weet je dat je opnieuw kunt beginnen?’ Ik dacht: nou nee, dat kan niet. Ik deed toen net alsof ik een heel goede christen was, maar het was allemaal nep. Ik was leeg vanbinnen. Ik had vanuit traditie wel belijdenis gedaan, maar had geen contact met God. Uiteindelijk ben ik een paar maanden met dat meisje opgetrokken en ging met haar mee naar kerkdiensten. Op 13 december 1981 hoorde ik een preek die mij triggerde. De voorganger zei: ‘God heeft jou allang gezien. Je kan geen verstoppertje spelen.’ Toen ik dat hoorde dacht ik: dit is het moment, ik moet open kaart spelen.”

“Ik zei tegen die vriendin: ‘Ik wil ook naar voren en bidden.’ Ze schrok, want ze had al vier maanden contact met mij en verwachtte dit niet. Ze ging met mij mee naar voren en bad voor mij. Dat was zo’n vreemde gewaarwording. Het was alsof er een last van mijn schouders werd afgenomen. Het was hartje winter, maar mijn hart was zo warm. Door mijn bekering heb ik mijn ware identiteit gevonden, omdat God alles rechtmaakte wat krom was gegroeid in mijn denken, doen en laten. Hij maakte alles goed wat ik in mijn jeugd aan verdriet en eenzaamheid heb ervaren. Helaas kan ik mijn ouders niet meer vertellen hoe mooi ik het nu heb,” vertelt Maria geëmotioneerd.

Met God leef je van overwinning naar overwinning

Na Maria’s bekering verandert het teruggetrokken meisje dat niet weet wat ze met haar gevoelens aan moet in een open, eerlijke vrouw. “Ik heb leren praten en er ging een wereld voor me open. Echt alles is veranderd na mijn bekering. Ik weet niet waar ik moet beginnen,” zegt Maria lachend. “Het mooiste is dat je een nieuw leven krijgt. Je kunt het verleden niet meer veranderen, maar als je bewust leeft met God, ga je van overwinning naar overwinning. Dat wil ik mensen graag meegeven: er is altijd herstel en genezing mogelijk als je maar naar boven kijkt en weet dat er Iemand is Die naar je luistert. Ik ben zo ontzettend dankbaar, het is niet in woorden uit te drukken.”

Lees ook: 8x inspirerende Bijbelteksten over een tweede kans

Geschreven door

Babette ter Horst

--:--