Ga naar submenu Ga naar zoekveld

‘Het voelde alsof ik stukje bij beetje geamputeerd werd’

Ex-moslim Sina ontdekte dat hij jarenlang in een leugen geloofde

Ooit stond Sina op het punt zijn weggelopen vrouw te doden. Tot zijn leven een totaal onvoorziene wending nam.

Deel:

“Óf je bent gek geworden, óf je bent gehersenspoeld daar in Europa,” beet een van Sina’s zussen hem onlangs toe via de telefoon. Hoewel ze op een flinke vliegreis afstand van hem woont, hoorde ze aan zijn stem dat hij niet meer de broer was die ze kende.

Gek geworden was hij niet, gehersenspoeld evenmin. Maar zijn zus had gelijk: hij was totaal veranderd. Vroeger was hij de dictator van de familie. Altijd slecht gehumeurd en zijn wil was wet. Iedereen sidderde voor hem, al vond de Afghaanse Sina zelf dat hij het nog niet zo slecht deed – Allah kon trots op hem zijn.

Levensgevaarlijke vlucht

Vandaag is het drukkend warm in zijn bescheiden Griekse woning. Sina’s hartelijke handdruk, schouderklop en warme lach doen in de verste verte niet denken aan een dictator. Schuin achter hem komt zijn 14-jarige dochter Sogand de kamer binnen, op de voet gevolgd door haar 11-jarige broertje Taha. Sinds 2016 woont het gezin in Griekenland, na een levensgevaarlijke vlucht uit Iran en een verblijf in diverse vluchtelingenkampen.

Het was in een van die kampen waar Sina (35) voor het eerst van zijn leven christenen ontmoette. Hij moest niets van hen weten, want volgens Sina was de islam de beste godsdienst ter wereld en waren moslims de beste mensen op aarde. Geboren in het streng-islamitische Afghanistan en als jonge jongen voor de Taliban gevlucht naar het gesloten Iran, volgde hij strikt alle religieuze regels na. Hij bezocht trouw de moskee en vastte en bad op gezette tijden. Europa vond hij een heidens continent, waar vrouwen geen hoofddoek droegen en meisjes slecht gekleed gingen.

Urenlange discussies

Hoewel in het vluchtelingenkamp door volksgenoten gewaarschuwd werd niet met christelijke hulpverleners te praten en niets van hen aan te nemen behalve voedsel of kleding, raakte Sina in gesprek met een van hen, een evangelist.

Urenlang discussieerden ze met elkaar, waarbij Sina vooral wilde aantonen dat de islam een veel betere godsdienst was dan het christendom. “De discussies waren vaak in het openbaar,” vertelt Sina, “en wanneer die zendeling er niet zo goed uitkwam, kreeg ik applaus van de andere moslims uit het kamp en moedigden ze mij aan. Er was zelfs een islamitische geestelijke die mij op een dag complimenteerde. ‘Je bent een heel goede moslim,’ zei hij.”

Verstopt onder zijn matras

Toen Sina een bijbel kreeg van de evangelist, besloot hij deze te gaan lezen, om daarmee te bewijzen dat christenen het bij het verkeerde eind hadden. Hij verstopte de Bijbel onder zijn matras. Want als zijn familie – zijn vrouw en kinderen, schoonmoeder en schoonzussen die met hem gevlucht waren – Sina met een bijbel zouden zien, kwam hem dat duur te staan.

’s Avonds en ’s nachts, wanneer iedereen in het kamp sliep, haalde Sina zijn bijbel tevoorschijn en las hij – bij het schijnsel van de terreinlampen die altijd brandden – stiekem het Boek van de christenen.

Sina weet het nog goed: het eerste wat hij las, was Johannes 1 vers 1. “Ik snapte er niets van; het gaat daar over woord en vlees en licht. Tegelijk was het alsof iemand water in mijn gezicht gooide terwijl ik sliep; ik schrok op uit een slaap. Ik had die bijbel aangenomen om de fouten eruit te halen, maar toen ik begon te lezen, vroeg ik me alleen maar af: wat betekent dit eigenlijk?”

Spoorloos verdwenen

Op een dag gebeurde het onvermijdelijke: Sina’s schoonmoeder ontdekte zijn bijbel. Ze was furieus. Sina’s verweer dat hij dit boek alleen maar las om zichzelf te verdedigen, baatte niet: ze scheurde zijn bijbel kapot.

Niet veel later waren Sina’s vrouw en twee kinderen (toen 9 en 5 jaar) ineens spoorloos verdwenen. Radeloos ging Sina naar hen op zoek. Hij ontdekte dat ze met de bus naar Athene moesten zijn gegaan en reisde hen achterna.

Aanvankelijk vond hij hen niet, maar in de Griekse hoofdstad kwam hij wel in contact met Farsi-sprekende christenen. “Deze gelovigen konden mij in mijn eigen taal de Bijbel uitleggen. Ik had de gelegenheid vragen te stellen en de tijd om na te denken over de islam en het christendom. Hoewel ik wist dat mijn oude leven op de helling stond als ik door zou gaan met het christelijk geloof, bleef ik me erin verdiepen. Ik voelde een soort innerlijke drang.”

Eerwraak

In Athene vond Sina zijn schoonmoeder en drie schoonzussen, die zijn vrouw en kinderen achterna gereisd waren. Hij smeedde een gruwelijk plan: hij kocht een groot mes en zou zijn schoonmoeder en -zus doden. Omdat hij vermoedde dat zijn vrouw met de kinderen heimelijk naar Duitsland was vertrokken – Sina was in haar ogen immers een afvallige geworden – zou hij daarna naar Duitsland gaan en daar zijn vrouw om het leven brengen.

Hij realiseert zich dat deze vorm van eerwraak in westerse ogen ondenkbaar is. “Maar als je vrouw je verlaat, is dat in de islamitische wereld de grootste schande die je kan overkomen.

Als ik hen zou doden, deed ik een goede daad. En omdat ik wist dat mijn schoonmoeder en schoonzussen mijn vrouw hadden geholpen te verdwijnen, wilde ik hen ook uit de weg ruimen.”

De ideale plek

Sina had een vriend deelgenoot gemaakt van zijn plannen. Toen zij op een dag samen in een park in Athene wandelden, zag hij zijn schoonmoeder en -zussen. Hij wachtte tot ze een smal en stil straatje inliepen, en ging hen achterna. Dit was een ideale plek om hen te doden. Maar opeens begon zijn vriend hem te smeken het niet te doen. Op datzelfde moment kwam aan de andere kant de politie de straat in, die hem wenkte te komen. “Ik had het mes in mijn broek zitten en dat zouden die agenten zéker ontdekken. Tot op de dag van vandaag weet ik niet precies hoe, maar in een fractie van een seconde wist mijn vriend het mes uit mijn broek te halen, waardoor de politie, die mij een ogenblik later fouilleerde, niets vond.”
Het volgende moment zag Sina zijn schoonmoeder en schoonzussen een pand binnengaan.

Alle boeken bij het vuilnis

In die tijd volgde Sina – die inwoonde bij een neef – een Bijbelcursus in Athene en sprak hij regelmatig met een Farsi-sprekende pastor over het christelijk geloof. De grootste vraag voor Sina op dat moment was: wat is waarheid? De Koran of de Bijbel? Hij liet islamitische boeken uit Iran komen die hij naast de Bijbel legde, en studeerde van ’s ochtends vroeg tot ’s avonds laat. Wie is Jezus? Was Hij de Zoon van God? En hoe zit het met de drie-eenheid; heeft het christendom drie goden, of gaat het om één God? Sina kwam er niet uit. Uit frustratie gooide hij op een dag al zijn boeken bij het vuilnis. “Ik riep het uit naar Boven: ‘Ik weet dat U God bent, maar U moet zelf maar laten zien wie U werkelijk bent en wat waarheid is.’

Ik belde de Farsi-sprekende pastor die mij begeleidde en zei: ‘Ik voel me verloren in de woestijn.’ De pastor stelde voor samen met een aantal andere gelovigen naar het strand te gaan.”

Een brug te ver

“Wat ik het allermoeilijkst vond,” zegt Sina, terwijl hij naar de keuken loopt om een glas water te pakken, “was dat ik mijn verleden achter me moest laten. Het voelde alsof ik stukje bij beetje geamputeerd werd. Ik moest accepteren dat wat ik al die jaren had geleerd, een leugen was. Al mijn waarheden over de islam, die van generatie op generatie waren doorgegeven, stonden op het punt als een kaartenhuis in elkaar te storten.”

Die avond op het strand zei de pastor tegen Sina: “Je moet geloven in Jezus en vrij worden van de ketenen die je gebonden houden.” Glimlachend: “Ik wilde niets liever, want het voelde of ik in een gevangenis zat. Maar wat de pastor me óók vroeg, was om alles wat er aan donkerheid in mijn hart was, eruit te gooien. En om mensen die ik nog niet vergeven had, te vergeven. Dat was een brug te ver. Dat kon ik écht niet. Ik voelde een enorme haat richting mijn vrouw, haar zussen en haar moeder, dus dat zou niet gebeuren.”

Iedereen knielde

“‘Oké,’ zei ik toen, ‘dan ga ik eerst wraak nemen en word ik daarna christen.’ Maar de pastor corrigeerde mij. ‘Je praat als een klein kind,’ zei hij. ‘God kent je gedachten, Hij heeft je in de buik van je moeder geschapen en kent je door en door. We zullen voor je bidden, en brengen je daarna weer thuis.’ Iedereen knielde en ze legden mijn situatie in de handen van God.”

Tijdens dat gebed herinnerde Sina zich ineens dat iemand tegen hem had gezegd: ‘Laat de wraak over aan God.’ Tegelijkertijd vroeg hij zich af waarom hij eigenlijk iemand wilde doden. Iedereen is immers geschapen naar Gods beeld, dat had hij zelf in de Bijbel gelezen…
De verrassing was groot toen Sina na het amen hardop zei: ‘Ik wil tot geloof komen.’

“Op dat moment,” vervolgt Sina, “begon ik zo hard te huilen, dat ik een week lang geen stem meer had. Ik ben op mijn knieën gegaan en heb gezegd: ‘Ik vergeef en ik geef mijn schoonfamilie in Uw handen.’”

Een paar weken later liet Sina zich dopen, waarna hij een van de leiders werd van een Afghaanse vluchtelingenkerk in Athene. Inmiddels heeft hij samen met zijn nieuwe – Nederlandse – vrouw Marieke een bediening onder zijn volksgenoten die in vluchtelingenkampen wonen in het noorden van Griekenland.
Sina’s ex-vrouw trok in 2016 in bij een andere, islamitische man. In 2017 kwamen Sina’s kinderen bij hem terug en twee jaar later liet zijn dochter zich dopen.

Beeld: Ruben Timman

Geschreven door

Mirjam Hollebrandse

--:--