Ga naar submenu Ga naar zoekveld

Hoe blijf je staan in de crisis?

"We doen geweldige uitvindingen maar zetten daarmee ook iets in gang wat ons geleidelijk boven het hoofd groeit."

We leven in een wereld waarin in korte tijd veel verandert. Het klimaat warmt op, de prijzen van voedsel en energie stijgen, er woedt een oorlog in Europa die een wereldoorlog kan worden, miljoenen mensen zijn op de vlucht en ons land polariseert. Theanne Boer ging in gesprek met Evert Jan Ouweneel, strategisch directeur bij het Leger des Heils, over de grote uitdagingen van onze tijd en Gods en onze rol daarin.

Deel:

Evert Jan begint met het vertellen van een verhaal. “Ik moet vaak denken aan het verhaal van de tovenaarsleerling van Goethe. Dat gaat over een jongen die in de leer is bij een tovenaar die hem allerlei rotklusjes laat opknappen. Hij bedenkt een toverspreuk om een bezem water te laten halen uit de put, maar vervolgens weet hij niet hoe hij de bezem kan laten stoppen. Hij hakt de bezem in tweeën en nu gaan er twéé bezems water halen. Alles wordt alleen maar erger, totdat de tovenaar zelf er een einde aan maakt. Dit doet mij aan onze tijd denken. We doen geweldige uitvindingen maar zetten daarmee ook iets in gang wat ons geleidelijk boven het hoofd groeit. Daar worstelen we nu mee.

Ontwikkelingen

Neem het internet. Prachtig natuurlijk, maar nu hebben wij ook te maken met filter bubbels (groepen die alleen naar zichzelf luisteren) en fake news. Adembenemend, die dinosauriërs in de film Jurrasic Park, maar nu verschijnen er ook steeds meer deep fake videos waarin wij nauwelijks nog kunnen bepalen wat waar en onwaar is. En goed voor de wereldwijde voedselproductie, die genetische modificatie, maar nu verschijnen er ook genetisch gemodificeerde baby’s. Het lastige is hier dat zegen en vloek uit dezelfde ‘toverspreuk’ voortkomen. Terwijl wij het ene naar onze hand zetten, glipt het andere ons door de vingers.

Het Westen

Zijn grootste zorg is in deze tijden ‘het Westen’. “In vergelijking met andere delen van de wereld hebben wij het hier zo goed. Er valt voor ons niet veel meer te winnen, maar wel heel veel te verliezen. Angst is een slechte raadgever en wij zijn bang. Bang de controle te verliezen, bang ons goede leventje te verliezen. Die angst maakt dat mensen gaan doen wat nodig is om hun bestaanszekerheid veilig te stellen. Wij vinden dat we ons leven en onze kwaliteit van leven mogen verdedigen. We hebben er immers ‘hard voor gewerkt.’ Ik ben bang dat het Westen krampachtig vast blijft houden aan zijn eigen machtspositie. We hebben er vijfhonderd jaar over gedaan om ervoor te zorgen dat de andere volken onze belangen dienen, dat geven we niet zonder slag of stoot op. Maar zolang het Westen geen ruimte maakt voor andere volken om te delen in wat deze planeet te bieden heeft, zijn wij de grootste bedreiging voor de wereldvrede.

‘Er is in de Bijbel geen ruimte voor eigen volk eerst’

Dat is mijn zorg. En het ergste vind ik dat christenen net zo hard meedoen met de westerse strijd om machtsbehoud. Dat ze het gevoel hebben dat ze recht hebben op die bevoorrechte positie in de wereld. Maar al in het begin van de Bijbel lees je dat de mens allereerst gemaakt werd om op de bres te staan voor alles wat leeft. En als Abraham geroepen wordt, wordt hij geacht tot heil te zijn van alle volken. Ook de discipelen worden opgeroepen alle volken tot discipelen van Jezus te maken. En dan is er nog Jesaja 25 waarin God aan het einde der tijden een feestje voor alle volken organiseert. En in Romeinen 8 heeft Paulus het over het verlangen van de hele schepping naar herstel. Kleiner dan alle volken en de hele planeet wordt het niet. Er is in de Bijbel geen ruimte voor ‘eigen volk eerst’. 

Ruimte voor de ander

“Bij veel van wat je doet, kun je je bedenken dat jij zélf er misschien niet meteen op vooruitgaat, maar iemand aan de andere kant van de wereld wel. Want als jij minder ruimte op de wereld inneemt, komt er meer ruimte voor een ander beschikbaar, of dat nu een mens is of een ander levend wezen. Het is een oefening om daar de waarde van in te zien, een liefdesoefening: blij zijn om welk geluk of succes in de wereld dan ook; óók als dit betekent dat jij er niet direct op vooruit gaat, sterker nog, dat jij wat moet inleveren. Kan er een nieuwe vreugde ontstaan uit het feit dat terwijl wij wat soberder gaan leven, anderen uit de extreme armoede komen en gaan dromen van betere kansen voor hun kinderen? Kunnen we daar een nieuw soort voldoening aan beleven? Een mooi gebedsonderwerp voor de komende honderd jaar.”

Dit is slechts een deel van het interview met Evert Jan Ouweneel. Het volledige interview is exclusief te lezen in de nieuwsbrief voor abonnees.

--:--