Ga naar submenu Ga naar zoekveld

Homo's knappen af op harteloze reacties

Verketterd, verguisd en letterlijk doodgezwegen

Homoseksualiteit werd het ‘crimen nefandum’ genoemd. De ‘misdaad’ waarover men zelfs niet spreken mag. De kerkgeschiedenis vertelt weinig goeds over de omgang met homofielen. Verketterd, verguisd en letterlijk doodgezwegen. Tegenwoordig maakt de opgeheven vinger langzaam plaats voor een uitgestoken hand. Maar er heerst nog veel stilte.

Deel:

„Ik kon het goed voor me houden. Ik had ook geen behoefte om erover te praten. Het was niet iets waar ik zelf heel erg mee zat. Maar wat dat betreft, ben ik niet de gemiddelde homofiel. Voor veel mensen is het erg belangrijk om hun verhaal kwijt te kunnen. En binnen de kerken wordt er nauwelijks over homofilie gepraat. In ieder geval niet binnen de geloofsgemeenschap waar ik heen ga.“

Anders
Corné ontdekte al in het begin van zijn puberteit dat hij homofiel was. Maar het onderwerp bleef jarenlang onbesproken. Zowel binnen het gezin als in de kerk was het ‘not done’ om over homoseksualiteit te praten. Corné had daar ook weinig behoefte aan, maar daarmee is hij een uitzondering. Veel christenen ervaren de strijd om hun homoseksuele gevoelens een plek te geven, als erg moeilijk en vooral erg eenzaam. „Ik ken verhalen van jongeren die niet meer thuis hoefden te komen nadat ze verteld hadden dat ze homofiel waren. Vaak worden ze ook nog gepest op school. Ik heb meermalen gehoord dat jongeren in deze situatie zelfmoord hebben gepleegd.“

Eenzaamheid en onbegrip
Ds. Jan Hoek (hervormd) knikt. Hij kent genoeg verhalen van eenzaamheid en onbegrip. Hoek heeft zich de afgelopen jaren sterk gemaakt voor een meer pastorale benadering van homofielen binnen zijn kerkgenootschap. Homofielen die zich gedwongen zien om hun kerk vaarwel te zeggen, omdat ze geen enkele ruimte zien om hun verhaal te doen. Na een paar woorden stuiten ze al op een muur van onbegrip. Ze mogen er niet zijn, en zoeken een andere kerk. Of verlaten de kerk.
Even triest is het relaas van homofielen die wel blijven, maar zich helemaal gedeisd houden. Ze duiken onder en praten er niet over, hoogstens met de dominee. „Ook dat vind ik beneden de maat in de gemeente. Je hoort met elkaar mee te leven en dingen samen te dragen. Gelukkig zijn er binnen mijn kring ook kerken waar dat wel gebeurt.“

Zondebok
De schroom die christenen rond het onderwerp homofilie ervaren, is opvallend, maar niet vreemd. Daar waar de Bijbel spreekt over homoseksuele praktijken, is dat in negatieve zin. Daar komt nog bij dat de kerk seksuele zonden door de eeuwen heen altijd al zwaarder heeft gewogen dan andere zonden. De homoseksuele praxis kreeg daarbinnen extra nadruk. Het taboe was dan ook groot. Pas de laatste decennia is er meer openheid over het onderwerp.
Dina Mazzolari, die voor EHAH (Pastorale hulpverlening rond seksuele identiteit) van Stichting Tot Heil des Volks werkt, denkt dat de homofiele christenen als de zondebok zijn gebruikt. Dat maakte het voor kerkgangers gemakkelijk om hun eigen moeite met seksualiteit niet onder ogen te hoeven zien. „Ik heb zelf die ervaring ook gehad. Mijn beste vriendin vertelde me na acht jaar diepe vriendschap dat ze lesbische gevoelens had. En ik heb haar totaal afgewezen, want ik was ontzettend bang dat ze verliefd op me zou worden. Maar in de loop van de tijd ben ik gaan inzien wat ik haar aangedaan heb. Ik heb tegen haar gezegd dat ik spijt had. Voor mij was deze tijd blijkbaar nodig om te ontdekken waar ik zelf mee worstel. Het is altijd gemakkelijker om anderen van zonde te beschuldigen dan naar jezelf te kijken.“

Discussies
In veel reformatorische en evangelische kerken loopt de principiële discussie nog vaak vooruit op het open gesprek. In theorie weten we wat we vinden. De visie wordt samengevat als: ‘Je mag het wel zijn, maar het niet doen’. Als het onderwerp ter sprake komt, is het in kerkpolitieke discussies, zoals onlangs rond de zegening van homorelaties in de Samen op Weg-kerken. Jan Hoek: „Het is tragisch dat bij dergelijke discussies de mensen die in het geding zijn, eigenlijk niet meer worden gezien. En ze komen ook nog eens extra onder druk te staan: zijn wij er nu eigenlijk de oorzaak van dat de kerk op scheuren staat?“
Ds. Jan Hoek gelooft dat de kerk veel voor homofiele kerkgangers kan betekenen door open over het onderwerp te spreken. Hij pleit er daarbij voor om het gesprek breder te trekken dan alleen over homoseksualiteit. „Laat het onderwerp seksualiteit - en in dát kader homoseksualiteit - op een gemeenteavond of binnen gemeentekringen duidelijk aan de orde komen. Laat de kerkenraad ook open spreken over het thema. Noem het expliciet in de voorbede.“
Het is volgens Hoek belangrijk om nadrukkelijk aandacht te hebben voor homoseksuele christenen die vanuit hun geloofsovertuiging kiezen voor een celibatair leven. Deze keuze betekent wél dat ze hun leven zonder partner zullen moeten doorbrengen.

Vooroordelen
„Er is veel eenzaamheid. Er bestaan nog altijd veel vooroordelen over homofilie. Mensen denken toch snel aan de ‘gay-parade’ en plaatsen christenen met homoseksuele gevoelens daarmee in een hoek waarmee ze zich absoluut niet kunnen identificeren,“ zegt Dina Mazzolari. Bovendien wordt de keuze voor onthouding niet in alle kerken positief beoordeeld. ‘Waarom doe je zo moeilijk?’, is niet zelden de reactie. „Ik hoor regelmatig dat er onbegrip is voor mensen met homoseksuele gevoelens die een celibataire levensstijl hebben gekozen.“

Verwarrend
Mirjam heeft lesbische gevoelens en maakte regelmatig mee dat mensen sneller klaarstonden met een oordeel dan een luisterend oor: „Als je mij vraagt wat je als christenen voor elkaar kunt betekenen, dan is dat in de eerste plaats: je proberen te verplaatsen in die ander. Hoe is het om dingen te voelen die heel verwarrend zijn? Hoe is het om een stempel opgedrukt te krijgen? Hoe is het om allemaal vooroordelen aan te moeten horen die niets met jou te maken hebben? Natuurlijk mag je zeggen wat je ergens van vindt, maar probeer niet te snel te oordelen. Ik schrik er gewoon van als ik zie hoeveel homo's op de kerk - en het geloof - zijn afgeknapt om de harteloze reacties.“
Veel mensen staan er volgens Corné niet bij stil dat een snel oordeel voor veel homoseksuelen de deur dicht doet. „Niet-homofielen weten vaak het beste te vertellen wat homofielen moeten doen. Vanuit de bijbelse context is het heel gemakkelijk om een duidelijk standpunt over homofilie in te nemen. Vooral als je er niet van dichtbij mee te maken hebt gehad. Maar daarmee werp je wel meteen een blokkade op om het onderwerp bespreekbaar te maken.“

Existentieel
„Als homoseksueel christen ervaar je een gebrokenheid in je eigen ‘zijn’. Het is zo existentieel dat het je diep raakt. En dat geldt niet alleen voor degene die dat in zichzelf ontdekt, maar ook voor de mensen die erom heen staan. Je moet daar samen een weg in zoeken,“ zegt ds. Hans Eschbach, directeur van het Evangelisch Werkverband binnen de SoW-kerken. Hij behoort binnen zijn kerkgenootschap tot de groep die van mening is dat de Bijbel geen ruimte biedt voor een homoseksuele relatie. Maar voor de predikant vertaalt zich dat niet in simpele antwoorden. „Ik denk dat de kerk zich heel intens moet afvragen wat ze betekent voor mannen en vrouwen die homoseksuele gevoelens hebben. Hoe kun je die mensen support bieden? Als het goed is, wordt een bijbels functionerende gemeente gekenmerkt door een netwerk van kleine groepen. Zo’n omgeving moet zo vertrouwd zijn dat een homofiel zich er thuis voelt en goede vriendschappen kan hebben.“

Kennis in plaats van onkunde
Een uitgestoken hand in plaats van een opgeheven vinger. Een open gesprek waarin het oordeel niet meteen klaarligt. Kennis van zaken in plaats van onkunde. Steeds meer kerken raken ervan overtuigd dat een zorgvuldige omgang met homoseksualiteit hard nodig is. Maar het is een confronterende stap. De worsteling met homoseksualiteit roept onvermijdelijk vragen op rond de omgang van hetero’s met seksualiteit. Dina Mazzolari: „Wij hebben als christenen allemaal onze moeite en strijd met seksualiteit. Dat geldt zeker niet alleen voor homoseksuelen. We willen niet onder ogen zien dat seksualiteit een heel sterke kracht is in ons leven, waarmee we in het reine moeten komen. En dat speelt vooral in een oversekste maatschappij zoals de onze. Het is belangrijk dat we eerlijk met elkaar over die strijd spreken.“

Schuldig
Stilte rond homoseksualiteit treft niet alleen christelijke homo's zelf. Ook familieleden en echtgenoten staan vaak alleen met hun verhaal. De Amerikaanse Anita Worthen ontdekte op haar 37e dat haar zoon Tony homoseksueel was. „Ik dacht op een of andere manier dat homoseksualiteit niet voorkwam in christelijke gezinnen. Ik had er ook nooit over nagedacht, of er bij stilgestaan. Ik zal de woorden van mijn zoon nooit vergeten: ‘Je weet toch dat ik homo ben?’ Ik schaamde me veel te veel om er met iemand over te praten. Ik voelde me schuldig en had het gevoel dat er geen toekomst meer was.“

Hulpverlening
Anita’s ervaringen met de kerk waren weinig bemoedigend. De pastorale medewerker vertelde haar en Tony keurig wat er in de Bijbel over homoseksualiteit te vinden was en bad voor hen. Daarmee was de hulp ten einde. Anita liet het er niet bij zitten en ging op zoek naar christenen die wél ervaring hadden met het onderwerp. Ze kwam in contact met de christelijke organisatie Exodus, die mensen met seksuele problematiek helpt. Daar kon Anita haar verhaal eindelijk kwijt. Gaandeweg raakte ze betrokken bij hulpverlening aan homoseksuele christenen. „Een jaar na mijn eerste gesprek bij Exodus heb ik samen met hen een conferentie opgezet voor kerkleiders. Ik wilde christenen erop attent maken dat ze het onderwerp homoseksualiteit serieus moesten nemen. De kerk was er destijds niet geweest voor mij, ze had het onderwerp genegeerd. Het was geweldig om op die manier iets te kunnen betekenen voor homoseksuelen en de mensen om hen heen.“

Boek
Sinds de ‘coming out’ van haar zoon is Anita steeds meer betrokken geraakt bij hulpverlening rond homoseksualiteit. De afgelopen jaren werkte ze samen met haar man voor verschillende hulpverleningsinstanties. Anita heeft haar ervaringen verwerkt in het boek En toch zo anders, dat kortgeleden in Nederland verscheen. Het boek is speciaal geschreven voor ouders, partners en vrienden van mensen die homoseksueel zijn. Als moeder van een zoon die ‘praktiserend’ homoseksueel is, niet gelooft en aids heeft, geeft ze geen gemakkelijke antwoorden. Anita schrijft dat het erg belangrijk is om je te realiseren dat je geen controle hebt over het leven van een ander. Je kunt geen keuzes maken voor je homoseksuele vriend, kind of partner. Maar je kunt veel betekenen ‘door onvoorwaardelijke liefde, door vast te houden aan Gods waarheden en door gebed’.

Moeilijke vragen
Kerken stuiten onvermijdelijk op moeilijke vragen in de zoektocht naar de omgang met homoseksualiteit. Nogal wat christelijke homo's gaan – ook na het aftasten van een weg van celibaat of verandering – op zoek naar een levenspartner. De meeste orthodoxe kerken laten echter geen ruimte voor een dergelijke relatie. Betekent dat een gedwongen afscheid? „We moeten eerlijk zeggen dat dat een heel moeilijke zaak is,“ zegt ds. Jan Hoek. „Ik zal van mijn kant het contact niet willen verbreken. Maar als ikzelf en de gemeente deze visie niet kan overnemen, zal een homopaar in de praktijk op zoek gaan naar een gemeente waar ze met hun relatie geaccepteerd worden. Dat is pijnlijk, maar je kunt veel schade voorkomen door optimale openheid. Ik heb verschillende ervaringen met dergelijke situaties, waarin we zonder boosheid toch afscheid genomen hebben.
Ds. Hans Eschbach ziet vanuit de Bijbel geen ruimte voor homoseksuele relaties. Maar toch vindt hij dit verschil van inzicht geen reden om homoparen te adviseren een andere kerk te zoeken: „Ik heb veel mensen ontmoet die in een heel oprechte strijd de weg van een relatie gaan. Daarom durf ik daar niet gemakkelijk over te oordelen. Als ik zie hoe Jezus juist bij de mensen is die worstelen, dan denk ik dat Hij ook daar bij wil zijn. Ik denk niet dat we iemand die daar werkelijk op een integere manier met God over worstelt, de deur moeten wijzen. Maar tegelijkertijd moet je de bijbelse waarheid overeind laten staan. Ik vind persoonlijk dat je zo’n relatie als kerk niet moet zegenen.“

--:--