Hooikoorts: lekker kuchen en snotteren

Hooikoorts klachten

Hooikoorts is een allergie voor stuifmeel. Dit stuifmeel kan van gras, planten of bomen komen. Als de ogen, neus, mond, keel of luchtpijp in aanraking komen met stuifmeel, dan raken de slijmvliezen geprikkeld. Je kan dan een of meer van de volgende klachten krijgen:

• Een jeukende neus, waardoor je veel moet niezen
• Een loopneus of een verstopte neus
• Jeukende ogen die kunnen tranen of branderig aanvoelen
• Een droge of branderige keel
• Kriebelhoest
• Een vol gevoel in je hoofd
• Koortsig of moe zijn
• Een benauwd gevoel

Hoe kan ik de hooikoorts prikkels vermijden?

Het is lastig om volledig de pollen in de lucht te vermijden. Je kan wel proberen om ze zo veel mogelijk te weren:

• Houd je ramen zoveel mogelijk gesloten. Dit voorkomt dat stuifmeel gemakkelijk binnenwaait;
• Draag buiten een zonnebril;
• Ga niet zelf grasmaaien;
• Laat je wasgoed niet buiten drogen, want dan komen er pollen in;
• Via pollennieuws.nl kun je volgen of er veel stuifmeel in de lucht zit.

Wat kan ik doen tegen hooikoorts?

Er doet een gerucht de ronde dat het eten van pissebedden, hooikoorts zou verhelpen. De Volkskrant heeft dit uitgezocht en er blijkt niks van waar te zijn. Stop dus maar met stoeptegels omkeren en laat de pissebedden lekker leven.

Jammer genoeg is hooikoorts niet te genezen, maar je kunt er wel voor zorgen dat de klachten verminderen met behulp van deze tips:

• Je kan je neus spoelen met fysiologisch zout. Dat betekent dat er evenveel zout in het water zit als in je lichaam. Meng een afgestreken theelepel zout in een glas met 200 ml lauwwarm water.
• Een douche kan helpen tegen de hooikoorts. De pollen kunnen in je haar en kleding zitten, die spoel je dan van je af. Doe je kleding dan ook gelijk in de was.
• Neem elke dag een theelepeltje honing van een lokale imker. In honing zitten namelijk kleine hoeveelheden pollen, zo kan je wennen aan het stuifmeel. Let wel op als je heel gevoelig bent, want dan kan het juist een aanval uitlokken.

Bron: Thuisarts
Bron: Gezondheidsnet