Ga naar submenu Ga naar zoekveld

In hetzelfde schuitje

Matthijn Buwalda over Petrus

Het is een beroemd verhaal: Petrus ziet Jezus aankomen en loopt in geloof over het water naar Hem toe. Een voorbeeld om na te volgen, toch? Matthijn Buwalda leest iets anders.

Deel:

Het bekende verhaal uit Matteüs, waarin Petrus over het water loopt, is voer geweest voor talloze boeken, preken, studies en liedjes. Zeker in de evangelische hoek van het christelijk erf kun je er amper omheen. Denk aan het lied Oceans (vertaald als ‘Lopen op het water’), maar ook aan het vaak gezongen kinderlied dat ons kroost oproept: ‘Stap uit je boot, durf op water te lopen.’ Figuurlijk bedoeld natuurlijk, maar het principe is duidelijk in zo ongeveer álles wat er over dit verhaal is gepubliceerd: Petrus is een geloofsheld omdat hij over het water naar Jezus toe durfde te lopen. En als wij Jezus willen volgen, dan moeten wij ook leren om over ‘het water van ons leven’ naar onze Verlosser toe te lopen.

Geloofshelden

Het is een uitleg die ik altijd lastig heb gevonden. Het verhaal dook in mijn leven vaak op, meestal op momenten dat ik blij was dat het me überhaupt lukte alles een beetje bij elkaar te houden. Maar dat was niet genoeg: ik moest ook nog ‘uit mijn boot stappen’ en ‘over water lopen’. We zijn toch geroepen niet zomaar gelovigen, maar geloofshelden te zijn? Ik was vaak al doodmoe bij de gedachte, maar meende wel dat dit was wat het verhaal vertelde. Totdat ik het een tijd geleden opnieuw las en er met een andere blik naar begon te kijken.

Een geest

Een korte situatieschets: de discipelen zijn door Jezus met de boot het meer op gestuurd (of, volgens de meeste vertalingen: gedwongen). Al snel steekt er een stevige wind op en raken ze verwikkeld in  een strijd met de elementen. Als de tijdsaanduiding in het verhaal klopt, is het ergens tussen drie en zes uur in de vroege ochtend als ze zich rot schrikken van een gestalte op het water die naar hen toe komt lopen. Ze roepen: ‘Een geest!’ Jezus reageert daarop door te zeggen: ‘Blijf kalm! Ik ben het, wees niet bang.’ De enige discipel die daar blijkbaar nog aan twijfelt, is Petrus, want hij zegt: ‘Heer, als U het bent, zeg me dan dat ik over het water naar U toe moet komen.’ En Jezus reageert op deze vraag met ‘kom’. Jezus roept in dit verhaal dus niemand uit de boot, maar reageert slechts op de vraag van Petrus. Hij staat het toe.

Niet twijfelen

Petrus begint vervolgens aan zijn avontuur en dan gaat het mis. Hij voelt de kracht van de wind, wordt bang en begint te zinken. Jezus pakt zijn hand, zet hem weer overeind en zegt dan: ‘Kleingelovige waarom heb je getwijfeld?’ Die zin van Jezus zou slaan op het feit dat Petrus twijfelde of hij wel op water kon lopen, zo leerde ik altijd. De les: je moet je niet laten ontmoedigen door de omstandigheden. Niet twijfelen! Het klinkt heldhaftig, maar wat als Jezus het hier helemaal niet heeft over het waterlopen, maar over de situatie even daarvoor? Jezus maakte zich bekend toen Hij naar de boot toe kwam lopen, maar de enige die vragen heeft bij die bekendmaking, is Petrus. Wat als Jezus aan die twijfel refereert?

Onwrikbaar geloof

Misschien stapt Petrus wel uit de boot om zijn angst en onzekerheid te overschreeuwen, en is het helemaal geen bewuste heldendaad vanuit een onwrikbaar geloof. Dat zou ik heel prettig vinden. Want ik ben ook veel vaker een mijn eigen angst en onzekerheid overschreeuwende christen, dan een over water lopende supergelovige. Hoe je het verhaal ook uit wilt leggen, er zijn drie garanties die de Bijbel geeft bij de poging over water te lopen. Ten eerste: het mislukt, ten tweede: Jezus is erbij om je te redden en ten derde: je eindigt doodleuk in de boot waar je even daarvoor bent uitgestapt!

Je eindigt in de boot waar je even daarvoor bent uitgestapt

De storm in

Maar als de les niet is dat je als gelovige (figuurlijk) over het water moet lopen, wat kun je er dan wel mee? Voor mezelf heb ik er in elk geval twee dingen uitgehaald. Het eerste is dat gehoorzaam zijn aan Christus je soms rechtstreeks de storm in stuurt. Ik heb in mijn leven regelmatig in bootjes moeten stappen en uit moeten varen in de wetenschap dat de kans groot was dat het zou gaan stormen. Dat kunnen heel normale dingen zijn, overigens. Trouw zijn in mijn werk bijvoorbeeld, of in vriendschappen. Proberen mijn huwelijk goed te doen en een goede vader te zijn voor mijn kinderen. En hoe ga ik om met mijn medegelovigen? (En dus ook met die vreselijk irritante broeder of zuster?) Hoe ga ik om met de kerk? Trouw zijn in dat soort dingen kan soms voelen als elke keer opnieuw in een bootje stappen en de storm tegemoet varen. Voor mij in elk geval wel.

Uitstappen in geloof

Het tweede wat ik van dit verhaal leer, is dat Jezus al onderweg is naar de boot. Jezus kwam naar Zijn discipelen toe en die stonden niet op het water, maar zaten in de boot. Als Jezus hier als doel had gehad ons te leren dat we geloofshelden zijn als we ‘uitstappen in geloof ’, wat die term dan ook precies in mag houden, dan was het verhaal wel geëindigd met de scène waarin Jezus en Zijn twaalf discipelen rustig pratend, tussen de golven door, naar de overkant liepen, babbelend over die wonderbare spijziging van gisteren. Als Jezus ons hier wilde leren dat geloven betekent dat je op water moet durven lopen, letterlijk of in overdrachtelijke zin, dan had Hij dat wel gedaan. Maar dat doet Hij niet.

Kleingelovige

Jezus is op weg om zich te voegen bij mensen die gehoorzaam een boot in zijn gestapt en soms moeite hebben om te blijven drijven, moeite hebben om koers te houden. Dat er dan toevallig eentje tussen zit die denkt: laten we dat waterlopen zelf ook eens een kans geven, is eigenlijk helemaal niet zo belangrijk. Hij wordt zelfs als enige in het verhaal een kleingelovige genoemd, nota bene door Jezus zelf. Jezus is onderweg naar mij, naar ons, in soms moeilijke omstandigheden. Hij loopt naar ons toe, dwars door stormen heen. En Hij vraagt niet van ons het laatste stukje zelf naar Hem toe te lopen om ons geloof te bewijzen. Integendeel: Hij loopt door tot Hij bij ons is, en is genadig genoeg om onderweg hier en daar een zinkende waterloper op te rapen. En zo zitten we uiteindelijk allemaal weer in hetzelfde schuitje.

Hij loopt naar ons toe, dwars door stormen heen

Blijven zitten

Als Jezus tenslotte in de boot stapt, met een doorweekte Petrus, dan gaat de wind liggen en erkennen alle discipelen dat Jezus werkelijk Gods Zoon is. Dat zijn dus nog twee redenen om te blijven zitten: de wind ging niet liggen toen Petrus op het water liep, maar pas toen Jezus in de boot stapte. Daarbij vond de herkenning van Zijn goddelijkheid plaats in de boot, niet daarbuiten. Waarom zouden wij dan het water op willen stappen als de momenten van rust en openbaring plaatsvinden in de boot?

Vertrouw de Stem

Op basis van dit verhaal ben ik steeds meer gaan geloven dat Christus niet naar superhelden zoekt die over water durven lopen, maar naar mensen die gehoorzaam in de boot willen stappen als Hij dat zegt. En of het dan gaat om levensbepalende beslissingen of om alledaagse details, het principe lijkt niet te veranderen: blijf trouw aan wat je is gevraagd te doen, trouw aan de mensen die bij je in de boot zitten, en vertrouw op de Stem, die nog altijd door onze stormen heen klinkt: ‘Blijf kalm, Ik ben het, wees niet bang.’

Geschreven door

Matthijn Buwalda

--:--