Jannica van Barneveld: ‘De storm onthult je fundering’
Wat kreeg Jannica mee over God en het geloof en waar staat zij nu?
Al van jongs af aan leeft Jannica van Barneveld, aanbiddingsleider en spreker bij Mozaiek, met God. Maar toen ze door acuut leverfalen de dood diep in de ogen keek, leek juist Hij opeens de grote afwezige. “Een wonder dat ik er nog ben, maar voor mij is het geen succesverhaal.”
“Ik ben een stadsmeisje, opgegroeid in Delft,” vertelt Jannica (1988) thuis op de bank in Veenendaal. “Ik kom uit een hervormd gezin; onze gemeente behoorde tot de Gereformeerde Bond. Als derde in de rij heb ik twee oudere broers en één jongere. Op zondag gingen we afwisselend naar de Oude en de Nieuwe Kerk. Daar zongen we psalmen in de berijming van 1773, op hele noten, onder orgelbegeleiding. Ik moest altijd een hoedje op in de dienst – dat vond ik al jong vreselijk – en een rok aan. Tijdens de preek kon ik mij helemaal verliezen in de Bijbelverhalen die in de glas-in-loodramen van de Oude Kerk waren afgebeeld.”
Heb jij je – los van die uiterlijke vormen – als kind wel thuis gevoeld in de kerk?
“Ja, heel erg zelfs. Dat had vooral te maken met de oma van mijn vaders kant. Zij was vól van Jezus. Als ze over Hem sprak, kon ze niet meer stoppen. ‘Jannica,’ zei ze, ‘je kunt altijd met God praten en mag Hem alles vertellen. Maar… je moet wel op je knietjes.’ Dat deed ik, als 8- of 9-jarige. Ik opende het slaapkamergordijn, keek omhoog en vertelde Hem alles, op mijn knieën. Dat ik mama’s snoepjes had gestolen. Op wie ik verliefd was. Wat ik moeilijk vond op school. Ik ging heel intiem om met God.”
In groep 7
“Een andere keer zei oma: ‘Je kunt Jezus ook uitnodigen in je hart. Zeg maar gewoon tegen de Here God dat Hij in jouw hart mag komen wonen.’ Dat deed ik. Het staat mij nog goed bij, want op mijn 11e – ik zat in groep 7 – raakte ik vol van Gods Geest.”
Hoe merkte je dat?
“Ik wilde bijvoorbeeld gaan bidden in de wc, en op het schoolplein met mijn vriendinnetjes. Net als mijn oma, kon ik niet meer stoppen met over Hem praten en zingen.” Glimlachend: “Het duurde een week of twee, toen is dat weggeëbd. Maar sindsdien zijn God en ik ‘partners’ geworden.”
Op mijn 11e raakte ik vol van Gods Geest
Psalm op hele noten
Zong Jannica de psalmen tot dan toe gedachteloos mee in de kerk, nu veranderde dat. “Ik merkte dat ik opeens vanuit een overtuiging zong; de inhoud ging voor mij leven. Althans, datgene wat ik kon begrijpen; sommige psalmen in die oude berijming zijn onbegrijpelijk. Maar de bekendste gingen mij raken. Als ik nu naar een hervormde kerk zou gaan, zou ik genieten van een psalm op hele noten.”
Die zing je nooit meer.
“Nee, en dat mis ik ook niet. Maar als kind heb ik – mede dankzij mijn oma – al wel geleerd dat het om de inhoud gaat, en dat vorm secundair is.”
Zwarte kleren
In haar puberteit schopte ze tegen de kerk en de ‘geloofsvormen’ die ze van thuis kende. “Rond m’n 14e werd ik een gothic-meisje, ik droeg zwarte kleren en legerkistjes. Ik bezocht het Flevo Festival, waar ook christelijke heavymetalbands optraden, en heb zelfs wat geblowd. Ik probeerde mij los te maken van mijn ouders, van tradities en vormen, wilde mijn eigen weg zoeken. Mijn relatie met God was in de puberteit heel ruig. Ik leefde wel met Hem, maar was geïnteresseerd in alles om mij heen...”
Allemaal onzin
“Toen ik 16 of 17 was,” vervolgt ze, “begon ik dat allemaal onzin te vinden: dit is het ook niet; ik geloof in God… Achteraf gezien, zette ik gewoon de stap naar volwassenheid.”
Ze volgde belijdeniscatechisatie bij ds. Henk van den Belt in Delft, en deed als 18-jarige openbare belijdenis.
Hoe zag jouw toekomstplaatje eruit?
“Als jong meisje droomde ik altijd van een carrière als zangeres, en tegelijkertijd had ik het verlangen evangelist te worden of het missionaire werkveld in te gaan. Na de mavo koos ik voor een sociale studie – SPW – en na die opleiding besloot ik een discipelschapstraining te doen in Australië, in Perth. In januari 2010 vertrok ik, op m’n 20e.”
Zo’n school is op evangelische leest geschoeid?
“Ja, dat heeft mij enorm gevormd. Ik leerde daar bijvoorbeeld hardop bidden, in een groep; ik leerde proclameren, dus hardop Gods woorden uitspreken, leerde over aanbidding, over intimiteit met God, enzovoort. Ik merkte tegelijk dat de theologie soms anders was. Af en toe dacht ik: daar ben ik het mee oneens. Door deze Discipelschap Training School vormde ik mijn eigen visie op geloof, op God en mijn relatie met Hem.”
We werden prompt bedreigd door hun pooiers
Mexico City
Na drie maanden onderwijs, volgden drie maanden evangelisatiewerk in Mexico City. “Zo’n totaal andere wereld. Die ervaring heeft mijn horizon enorm verbreed. We gingen bijvoorbeeld bidden voor prostituees, en werden prompt bedreigd door hun pooiers. Ik kwam in aanraking met zo veel gebrokenheid, armoede en ellende. Daar ontdekte ik: ik ben een onderdeel van die gebrokenheid, en God ook.”
‘Zalving op je stembanden’
Terug in Nederland volgde Jannica een hbo-opleiding theologie aan de Christelijke Hogeschool Ede, om zich verder in Gods Woord te verdiepen. “Deze studie paste mij als een handschoen.”
Als hbo-student moest Jannica vaak terugdenken aan woorden die lokale medegelovigen in Mexico City over haar hadden uitgesproken. “Zij hadden mij nooit horen spreken of zingen, maar zeiden toch: ‘Jouw zalving ligt op je stembanden; God wil dat je gaat spreken en zingen.’ Die herinnering was naar de achtergrond verdwenen, maar kwam terug. Ik merkte hoe geweldig ik het vond te spreken over God. Ik moest een preek voorbereiden, en wist opeens: dít is wat ik wil doen, Gods woorden door mijzelf heen laten uitgaan.”
Meidenwerker
“Niet dat ik meteen dacht: ik word spreker of zo,” herinnert ze zich. “Na mijn eindexamen werd ik meidenwerker bij Youth for Christ in Utrecht, en later zat ik op kantoor, als coördinator. Dat laatste paste helemaal niet bij mij. Want ik was altijd een uitbundig en creatief meisje, vol plannen en ideeën. Nu moest ik dingen régelen.”
Het einde van het liedje? Jannica kreeg een burn-out en zat een jaar lang thuis.
Een bittere pil?
Lachend: “Ja, het was zwaar. Maar ook een zegen! Ik ontdekte namelijk wat ik eerder al wel wist, maar nu sterker dan ooit: God wil dat ik over Hem spreek en van Hem zing. Toen ben ik bij de jeugd van Mozaiek gaan spreken, en vanaf dat moment wist ik: dit is wat ik moet doen.”
Hoe kwam je bij Mozaiek terecht?
“Op de CHE ontmoette ik William, die zelf evangelisch was. Al voor we trouwden, zochten we een kerk die bij ons paste. Iemand vertelde over Mozaiek – toen nog heel klein – en daar voelden we ons direct thuis. We zijn gaan wonen waar die kerk staat, hier in Veenendaal. We hebben ons er laten dopen; mijn ouders waren daar ook bij.”
Jouw overstap naar de evangelische beweging was dus geen splijtzwam?
“Gelukkig niet. Mede door mijn ziekte zijn ‘geloofsvormen’ voor mijn ouders ook veel minder belangrijk geworden.”
(Tekst loopt door onder de video)
De grote klap
Geschreven door
Gert-Jan Schaap