‘Jezus werd niet in een stal geboren’
Het kerstfeest kent allerlei rituelen, liederen en verhalen. Maar kloppen die tradities wel met hoe het verhaal vanuit de context van het Midden-Oosten is geschreven?
Jozefs eigenbelang?
In onze westerse oren klinkt het ongelooflijk: Jozef die Maria stilletjes wil verlaten, nadat zij hem heeft verteld dat ze zwanger is. Lekker is dat, je verloofde zo te laten zitten. Toch staat er ook dat Jozef een ‘rechtschapen mens’ was. Hoe kan dat? Volgens de Joodse wet moest een overspelige vrouw gegeseld en gestenigd worden. Het plan van Jozef om weg te gaan, getuigt van zijn liefde voor Maria én ontzag voor God. Door te scheiden, leefde hij de wet na, en door dit heimelijk te doen, voorkwam hij dat Maria werd gestraft.
Gehaast
In onze versie van het kerstverhaal komen Maria en Jozef aan bij de stal en wordt Jezus nog diezelfde nacht geboren. Maar er staat: "Terwijl ze daar waren, brak de dag van haar bevalling aan" (Lucas 2). Het is dus waarschijnlijk dat Jozef en Maria er al een tijdje waren.
Stal of huis?
In die tijd hadden huizen in het Midden-Oosten meestal twee of drie kamers. Eén was speciaal voor gasten, vaak aan het huis vast of op het dak. In de andere kamer sliep, kookte en leefde de hele familie. In een kleine, lagere kamer aan het huis vast, werden 's nachts de dieren gestald. Op die manier werd de warmte in de koude winternachten zo goed mogelijk benut – de warmte van de dieren trok naar de hogere familiekamer – en konden de dieren niet gestolen worden. Voor Jozef en Maria was er geen plaats meer in het gastenverblijf, daarom konden zij in het familievertrek blijven, vlak bij de dieren.
Als de wijzen later op bezoek komen, staat er dat zij "het huis binnengingen, waar zij het kind met Maria vonden" (Matthëus 2). Jezus werd dus niet in een stal, maar in de familiekamer van een huis geboren, omdat er geen plek meer was in het gastenverblijf.
Ongastvrij ontvangen
In het Midden-Oosten is gastvrijheid een belangrijke waarde. Een hoogzwangere vrouw wegsturen, is een schande. Een herbergier of familielid zou nooit een zwangere vrouw hebben weggestuurd – hoe druk het ook was. Bovendien lezen we dat Jozef van koninklijke origine was: hij stamde af van koning David. Iemand wegsturen met koninklijke achtergrond, zou voor het hele dorp schandelijk zijn. Als er echt nergens plek was, en de stal een barre plek was geweest, hadden Jozef en Maria ook bij Elizabeth en Zacharias kunnen verblijven, die daar in de buurt woonden.
Stille nacht?
Een stille nacht zal het niet geweest zijn. Bethlehem was vol met familieleden van Jozef en Maria die zich ook moesten laten inschrijven – het was eigenlijk een grote reünie.
Drie magiërs
Is het u wel eens opgevallen dat er nergens staat dat er drie ‘magiërs’ (van het Griekse woord magoi, wijzen of astrologen) kwamen om Jezus eer te bewijzen? Er staat alleen dat deze magiërs uit het Oosten drie kraamgeschenken meenamen: mirre, wierook en goud. Allemaal dingen die lang bewaard kunnen blijven en waardevast zijn. Misschien namen de wijzen deze geschenken mee omdat het jonge gezin vlak na hun komst moest vluchten naar Egypte. Door deze kostbare geschenken konden zij zich in Egypte redden. Maar de geschenken kunnen ook symbolisch worden gezien: mirre, omdat Jezus de Gezalfde was die moest lijden, goud omdat Jezus Koning is van hemel en aarde, en wierook omdat Jezus God Zelf was.
Ruige mannen
Herders werden vanwege hun werk bij de schapen gezien als vieze, onreine mensen, die een ruig leven leidden. Toch nodigen de engelen hen uit om bij Jezus op bezoek te gaan. De engel overtuigt de herders met aanwijzingen hoe zij het Kind zullen vinden: in een doek gewikkeld, in een voederbak. Een kind in een doek wikkelen, was een gebruik van herders. Dat het Kind in een voederbak lag, betekende dat ze Hem in een eenvoudig huis zouden vinden, zoals waar zij zelf in woonden, niet in een paleis. De engel zegt als het ware: jullie, onreinen, mogen bij God horen. Jullie, de laagsten van de samenleving, worden geëerde gasten.
Broodhuis
Brood is in het Midden-Oosten een essentieel onderdeel van elke maaltijd, iets waar je niet zonder kunt. Jezus wordt geboren in Bethlehem: Beth Lehem betekent Broodhuis. Jezus werd na Zijn geboorte in een voederbak gelegd, en noemt Zichzelf later het ‘Brood des levens’. In het Onze Vader leert Jezus ons bidden: ‘Geef ons heden ons dagelijks brood’. Allemaal symbolische verwijzingen naar wat God door Jezus voor ons wil zijn: de essentie van ons leven, datgene wat we werkelijk broodnodig hebben.
Tekst: Marije Vermaas
Beeld: Ruben Timman
In het onlangs verschenen laatste deel van zijn Jezus-trilogie schrijft paus Ratzinger over Jezus’ kinderjaren. Daar ontmythologiseert hij het tafereel van de kerststal en zegt dat er in geen enkel evangelie wordt gerept over een os, een ezel, schapen of kamelen. Benedictus schrijft: "De gelovige meditatie heeft deze leemte reeds zeer vroeg opgevuld door haar gecombineerde lezing van het Oude en het Nieuwe Testament. Daarbij verwees zij naar Jesaja 1:3: ‘De os kent zijn bezitter en de ezel de kribbe van zijn Heer; Israël heeft echter geen kennis, mijn volk heeft geen inzicht.’”
Op dezelfde wijze, zegt de paus, is het gegaan met de drie koningen. In de evangeliën waren het wijzen uit het Oosten die de pasgeboren Messias kwamen bezoeken. De drie koningen zijn ontleend aan Psalm 72:10 en Jesaja 60.
Bron: RRK.nl