Joke adopteerde tijdens haar werk als missionaris zeven Cambodjaanse kinderen
'Ik kreeg een enorme liefde voor de Cambodjanen'
Joke van Opstal ging als missionaris naar Cambodja. Met pijn in haar hart zag zij hoe de gevolgen van het Cambodjaanse Pol Pot Regime, en later ook een aidsepidemie, veel leed veroorzaakte en gezinnen verscheurde. God bracht zeven kinderen op haar pad die zij mocht adopteren en een liefdevol thuis kon bieden.
Joke was nog maar vijf jaar toen zij tijdens een kerkdienst naar de glas in lood ramen zat te staren en heel sterk het gevoel kreeg dat zij later mensen over God zou gaan vertellen. Op vijftienjarige leeftijd werd zij christen. “Een kennis nodigde mij uit voor een Bijbelstudie. Omdat ik niet alleen durfde te reizen bracht ik mijn broertje mee. Tijdens deze Bijbelstudie werd ik christen, mijn broertje volgde enige tijd later. Allebei zijn wij uiteindelijk de zending in gegaan.”
Ik kreeg een enorme liefde voor de Cambodjanen.
Joke volgde een opleiding tot verpleegkundige en besloot tijdens een vakantie met Jeugd met een Opdracht(YWAM), een interkerkelijke zendingsorganisatie, naar Italië te gaan. “Dagelijks kwamen mijn teamgenoten terug met geweldige verhalen over mensen die, nadat zij hen aanspraken, christen werden. Zelf leek ik niks te bereiken tijdens het evangeliseren en ik begon mij af te vragen of ik hier wel goed genoeg voor was. Ik sprak hierover met een van de leidsters en samen gingen wij in gebed. Die dag ontmoette ik een stel dat op huwelijksreis was en vertelde hun over Jezus. Ze werden christen en ik had eindelijk het gevoel dat ik ook iets in Gods koninkrijk kon betekenen. Ik herinnerde mij op dat moment het gevoel dat ik op vijfjarige leeftijd had gehad en vroeg God waar hij mij wilde gebruiken.”
Cambodja
Joke rondde haar opleiding af en volgde daarna in Singapore een opleiding op één van de scholen van YWAM. Hier werd zij toegerust en voorbereid om te werken in andere culturen. Zich oriënterend waar God haar kon gebruiken, reisde Joke met YWAM door Thailand, Indonesië en Maleisië. “Op een dag vroeg iemand mij of ik niet naar Cambodja zou willen, want daar was zoveel nood. Ik had daar in de eerste instantie helemaal geen zin in, het land trok mij niet en het was er veel te onveilig. Maar God liet mij op verschillende manieren zien dat Hij mij daar wilde hebben.”
Toen Joke tijdens een filmfestival een film zag over het leed in Cambodja en over de families die uit elkaar werden gerukt door de burgeroorlog wist zij dat God haar daar wilde hebben. Eerst ging zij echter aan de slag als verpleegkundige in een Thais vluchtelingenkamp. “Ik had totaal geen idee hoe het er in een vluchtelingenkamp aan toe ging en schrok van het geweld en de armoede die ik zag. Ik kreeg een enorme liefde voor de Cambodjanen.”
Kinderproject
Uiteindelijk kwam Joke in Cambodja terecht, waar zij gevraagd werd een kinderproject te starten. “We zongen liederen met de kinderen en vertelden hun over Jezus. Daarnaast leerde ik kinderen hoe zij gezond konden blijven en voor zichzelf en hun veiligheid konden zorgen. Het project groeide uit over vele dorpen en in verschillende provincies. Dagelijks kwamen er kinderen bij en op een gegeven moment kwamen er maandelijks ruim 40.000 kinderen luisteren naar verhalen over Jezus. Dit was de start van wat nu de lokale organisatie Fountain of Hope is. Wij mochten hoop brengen in een land dat verscheurd werd door een burgeroorlog.”
Aidsepidemie
Steeds meer ouders luisterden mee naar de verhalen over Jezus. Dit zorgde ervoor dat er een kleine huisgemeente ontstond, die zich al gauw uitbreidde over al de gebieden waar wij met de kinderen werkten. “Helaas deed de aidsepidemie zijn intrede in Cambodja. De verwoestende gevolgen hiervan waren afschuwelijk om te zien. We startten een aidsproject en vertelden de Cambodjanen hoe zij aids konden voorkomen. We trainden vrijwilligers uit de celkerken om bewustwording te creëren in de dorpen en leerden hen op een veilige manier voor aidspatiënten te zorgen.”
Overal om mij heen zag ik mensen sterven en kinderen als wezen achterblijven
Onder de huizen zag Joke uitgemergelde mensen in hun diarree en met aangetaste huiden. “Zij werden door iedereen verstoten; de mensen liepen met een grote boog en afgewende blik om hen heen, te bang om zelf ook besmet te raken. Deze aidspatiënten stierven een eenzame, mensonwaardige dood. Ik voelde heel sterk dat wij de liefde van God moesten laten zien en hen niet alleen mochten laten lijden, en zette een groot netwerk van vrijwilligers op. De celkerken deelden het weinige dat zij hadden met hen die niets hadden en brachten de zieken zoveel als mogelijk was naar het ziekenhuis.”
Adoptiekinderen
“Overal om mij heen zag ik mensen sterven en kinderen als wezen achterblijven”, vertelt Joke. “Ik probeerde de verweesde kinderen zoveel mogelijk onder te brengen bij familie of mensen uit de celkerken.” Op een dag kwam er iemand naar Joke toe met een te vondeling gelegde baby in zijn armen. “Dat werd mijn eerste geadopteerde zoon.”
Niet lang daarna kwamen er twee meisjes bij Joke en haar vriendin wonen, zodat zij de mogelijkheid hadden om naar school te gaan. “Cambodja was in Burgeroorlog en tijdens de Coupe werden enkele huizen gebombardeerd, waaronder het huis van twee andere kinderen. Ook deze kinderen kwamen bij mij wonen en uiteindelijk heb ik deze vier kinderen allemaal geadopteerd.”
God zei tegen mij: ‘Je betekent nu wel zoveel voor mensen met aids, maar ben je ook bereid om deze jongen te adopteren?’
Samen met haar vriendin zorgde Joke voor vijf weeskinderen, toen er op een dag een ernstig ziek kindje bij haar werd gebracht. “Het meisje had tuberculose en dringend medische zorg nodig. Haar moeder had aids en kon niet zelf voor haar zorgen. Gedurende de periode dat dit meisje medische zorg nodig had heb ik voor haar gezorgd. Omdat de moeder niet lang meer zou leven vroeg zij mij haar te adopteren. Dit was mijn zesde adoptiekindje.”
Gift van God
“Mijn zevende zoon werd op een dag bij de kerk gebracht. Hij was ernstig ziek, het had er alle schijn van dat hij aids had. Niemand wilde voor hem zorgen. God zei tegen mij: ‘Je betekent nu wel zoveel voor mensen met aids, maar ben je ook bereid om deze jongen te adopteren?’ God zei tegen mij dat het jongetje Jonathan heette. Toen ik de betekenis opzocht, zag ik dat Jonathan geschenk van God betekent. Ik wist dat God hem aan mij had gegeven en nam hem op in mijn hart en huis. Jonathan testte positief voor HIV/AIDS, maar later bleek het om de antibodies van de moeder te gaan; Jonathan had zelf geen aids, gelukkig.”
Kanker
In 2011 werd een van Jokes dochters ernstig ziek. “Ze had een tumor en heeft vijf weken in coma gelegen, maar mocht gelukkig volledig herstellen. Ook had ik vlak voordat mijn dochter ziek werd te horen gekregen dat ik hartproblemen had en werd er een knobbeltje in mijn borst ontdekt. Noodgedwongen kwam er een einde aan mijn jarenlange verblijf in Cambodja. Vanwege mijn medische problemen was het beter om mijn werkzaamheden vanuit Nederland voort te zetten.”
Joke vertelt dat zij nooit had kunnen bedenken dat zij uiteindelijk zeven kinderen zou adopteren. “Deze kinderen werden stuk voor stuk door God op mijn pad geplaatst en ik kreeg genade om ze liefdevol te verzorgen en een thuis te bieden. Ik vond het een zeer grote verantwoordelijkheid om deze kinderen tot God te leiden, maar mag weten dat wat God is begonnen Hij nooit zal loslaten. Hij kent mijn kinderen allemaal bij naam.”
Ga voor meer informatie of financiële ondersteuning voor één van de projecten naar de site van Fountain of Hope
Lees ook: Ondanks de adoptiestop mag Miranda toch haar dochter uit Haïti adopteren
Geschreven door
Rita Maris