Ga naar submenu Ga naar zoekveld

Lazarus staat op | God baalt

Rikko geeft op de vroege ochtend inspiratie om de dag bewust te beginnen. Hij leest om 6 uur de teksten uit een oud kerkelijk leesrooster en zo rond 7 uur deelt hij de gedachte die dan op-popt. Elke werkdag te lezen en te beluisteren.

Deel:

God baalt

En niet zo’n beetje ook. Los van de vraag of je gelooft in een godheid en welke godheid je dan wel of niet nog langer gelooft, is het een enigszins begrijpelijk idee dat God als een stekker zou balen – sorry als het te plat voor je is, maar het is zo’n leuke woordcombinatie, I mean no disrespect.

Stel dat er een energie, een levende aanwezigheid of zoals je wilt of niet wilt een man met een baard op een troon op een wolk zijn (of haar) best heeft gedaan op deze planeet. En dít is het resultaat? Er gebeuren hele toffe dingen, hè? Maar we staan wel op randje uitsterven. Is vaker gebeurd, dus kansen kunnen nog keren en in onze belevingswereld doet het allemaal nog onwijs lang voor het echt te laat is – maar dat is dus niet zo als je al miljoenen of tienduizenden jaren (afhankelijk van je geschiedsopvatting) bestaat. Dan is tussen de dertig en de honderd jaar echt een vloek en een zucht. En ik denk dat zowel vloek als zucht beide zomaar op z’n plek kunnen zijn.

Het is allemaal niet zomaar ontstaan, die ellende. We hebben de waarschuwingen gehad. Niemand werkte natuurlijk doelbewust toe naar de vernietiging van de aarde, behalve misschien atoombommakers – die hebben wel degelijk dingen ontworpen waarmee het zou kunnen. Maar de tussenstappen waren desastreus. Uitbuiting van dieren, uitbuiting van mensen, uitbuiting van aarde. Alle waarschuwingen in de wind slaan en wennen aan collateral damage, dat is de weg naar de hel.

De weg daarnaar toe is niet geplaveid moet goede voornemens, maar met Oost-Indische doofheid voor dat wat er zich onder je neus afspeelt. Of dat nu gaat om slaven die lijden – terwijl ze toch echt behoorlijk op jezelf lijken en je je ermee zou kúnnen identificeren. Zeeën die wel heel weinig meer opbrengen, na zeer intensieve visvangst. Je haalt je net op, ziet het verschil met tien jaar geleden, praat erover in kroeg en misschien zelfs in het parlement, maar veranderingen? Oh, en de megastallen, het eindeloze reizen met gigantische uitstoot – we weten het allemaal wel.

Francis Spufford vond dat je zonde niet als een keuze om nu eens iets slechts of verbodens te gaan zitten te doen moest definiëren, maar als 'The Human Propensity to Fuck Things Up'. De menselijke geneigdheid om dingen te verkloten. En die is toch best wel serieus aanwezig in ons allemaal. Onwillekeurig, ongrijpbaar, vermengd met allerlei goede intenties, smoezen, werkelijke hartelijke overtuigingen. Je kunt het doom and gloom noemen, maar het lijkt me zelf niet meer dan realistisch.

Kortom, de balende godheid, die het anders had bedoeld – dat voelen we allemaal wel op onze klompen aan – is niet zo’n gek fenomeen. En zoals dat gaat in de oerverhalen, waarvan we er één lezen vanochtend; de maatregelen zijn drastisch. Het is theater – een emotie moet groots, dan pakken we hem tenminste, de pijn moet uitgemeten, dan voelen we hem en de vreugde moet door het plafond, de intimiteit maximaal klein. Zoals een popconcert altijd larger dan life is. Ook dat is theater. Net als de zondvloed. Pijnlijk, groots en inzichtgevend goddelijk theater. Maar is het dan niet waar, vraagt de gereformeerde, of evangelische of Amerikaan. Voor sommigen maakt dat alles uit, voor mij ook soms – maar bij deze is de modern-westerse historiciteitsvraag een leuke hobby voor geologen. Voor mensen die iets willen met het leven, met zichzelf, met de ander, met hun ziel, is er een heel andere vraag.

Dit staat er: 'Toen de Heer zag dat alle mensen op aarde slecht waren: alles wat ze uitdachten was steeds even slecht. Hij kreeg er spijt van dat Hij mensen had gemaakt en voelde zich diep gekwetst. Ik zal de mensen die ik geschapen heb van de aarde wegvagen, dacht Hij, en met de mensen ook het vee, de kruipende dieren en de vogels, want Ik heb er spijt van dat Ik ze heb gemaakt. Alleen Noach vond bij de Heer genade.'

Misschien was het toentertijd een staat van liederlijkheid en barbarisme die alle spuigaten uit liep, onvergelijkbaar met de onze. Maar dat hoeft niet.

En wat die genade betreft – toen kreeg de mens nog even tijd. Ik weet niet of de Eeuwige daar ook spijt van heeft gekregen, maar het lijkt wel alsof dat de nieuwe inzet is geworden. Tijd en genade en kans. We hebben die nog. Allemaal Noach, allemaal een stukje ark, allemaal een aantal dieren die ons zijn toevertrouwd. En allemaal dat beetje vertrouwen dat daarbij hoort.

Tot zover vanochtend. Een hele goede dinsdag gewenst en vrede, en alle goeds.

Hier vind je drie tekstgedeelten die Rikko vanochtend las.

Geschreven door

Rikko Voorberg

--:--