Ga naar submenu Ga naar zoekveld

Lazarus staat op | Genezen door een zieke

Rikko geeft op de vroege ochtend inspiratie om de dag bewust te beginnen. Hij leest om 6 uur de teksten uit een oud kerkelijk leesrooster en zo rond 7 uur deelt hij de gedachte die dan op-popt. Elke werkdag te lezen en te beluisteren.

Deel:

Genezen door een zieke – PopUpGedachte donderdag 14 januari 2021

Al enige dagen lees ik  in de ochtenden over melaatsen in het oude Israël. Het zijn mensen met een vorm van lepra of een andere besmettelijke huidziekte, die overgedragen wordt door – zo zegt de leprastichting – hoesten, niezen en praten. Incubatietijd; zeven jaar. Dat kun je dus wel vergeten met je isolatie-maatregelen. Wij moesten eerst veertien dagen binnen blijven, ondertussen is het tien, juist vanwege die incubatietijd. Bij deze ziekte gaat het dus soms om wel zeven jaar. Aanraken hoeft het probleem niet te zijn, zegt de lepratstichting. Een hand geven kan gewoon. Living on the edge, zou je zeggen, leprastichting. Maar wel interessant dat ze het noemen, want het is Jezus die regelmatig een melaatse aanraakt om hem of haar te genezen en hij is niet de enige. Er zijn er ook die door zelf door het aanraken van een melaatse genezen worden – en dan bedoel ik niet alleen fysiek.

De huidige Paus heeft zich getooid met de naam van Fransiscus. Een van de bekendste heilig-verklaarden van de katholieke kerk. De orde der Fransiscanen is naar hem genoemd en velen kennen wel de afbeeldingen waarin hij in een pij met allemaal dieren om hem heen, praat met de vogels. Fransiscus legde de gelofte van armoede af, maar dat was hem niet met de paplepel ingegoten. De beste man groeide volgens zijn biograaf op als een vrolijke wildebras, iemand schrijft: Hij is zoon van een rijke laken­hande­laar en werkt hij mee in de zaak van zijn vader. Hoffe­lijk, min­zaam en even­eens gewiekst in het zaken doen, verdient hij veel geld, dat hij kwis­tig uitgeeft aan feesten en banketten. Zijn kamera­den roepen hem dan ook uit tot ‘koning van de rijke jongelui van Assisi.”

Of dat een beetje dikker is aangezet om zijn bekering beter uit te laten komen, dat weet slechts de geschiedenis. Hij heeft in elk geval een ommezwaai gemaakt. De orde der Fransiscanen is er niet één van rijkeluiskinderen, noch van gewiekste zakenmannen en zeker niet van de feestmalen. Iets heeft de jonge Fransiscus bij de strot gegrepen. Allereerst wil de jongeman het maken in de oorlog, als ridder. Hij wordt echter krijgsgevangen en zwaar ziek. Zijn woestijntijd, zouden latere mystici wellicht zeggen. Tijd voor bezinning. Als hij weer wat beter wordt en terugkeert naar zijn geboortestad Assisi ontmoet hij een melaatse. Men zegt dat hij zich altijd vol walging afkeerde van de afzichtelijke huidaandoeningen, de stank die mogelijk om melaatsen heen hing. Een rijke lakenverkoper die van een feestje houdt en de gruwel van het echte leven wat graag vermijdt. Maar dan, zo zegt men, raken de ogen van de melaatse zijn ziel. Hij stapt af, geeft de man een hand, helpt hem verder en ontmoet in de tijden die volgen nog veel meer melaatsen. En hij schrijft:

Toen ik in zon­den leefde, vond ik het erg bitter melaatsen te zien. En de Heer zelf heeft mij tussen hen gebracht en ik heb hen barm­har­tig­heid bewezen. En toen ik bij hen weg­ging was. wat ik bitter vond voor mij, omge­slagen in zoet­heid naar ziel en lichaam.”

De man bekeert zich. En dat bedoel ik niet met het oog op wat hij ‘zonden’ noemt. Bekeren is niet anders dan een mentale omwenteling. Wat smerig was is hem ‘zoet’ geworden. Hij heeft een roeping gevonden, zijn thuis in de wereld, zijn spirituele plek. Oorlog bracht hem op z’n knieën, ziekte bracht hem tot stilstand en eindelijk kon hij in de ogen kijken van datgene waar hij van walgde en vond verlossing. Ik snap wel dat z’n biograaf dat een beetje heeft aangezet. Wat een verhaal.

Het lijkt erop dat Jezus van Nazareth ook iets dergelijks overkomt. Ik lees vandaag dit: In die tijd kwam een melaatse bij Jezus die op zijn knieën viel en Hem smeekte: 'Als Gij wilt, kunt Gij mij reinigen.' Door medelijden bewogen stak Hij de hand uit en raakte hem aan en sprak tot hem: 'Ik wil, word rein.' Terstond verdween de melaatsheid en was hij gereinigd. Terwijl Hij hem wegstuurde, vermaande Hij op strenge toon: 'Zorg ervoor dat ge aan niemand iets zegt.'

Vanaf dat moment kan Jezus zich niet meer in de stad vertonen. Iedereen wil deze wonderdoener zien, wil het spektakel meemaken. Het is alsof Jezus het voorvoelt als hij in de meest strenge woorden zegt: ga weg, zorg dat je tegen niemand iets zegt. Alsof hij te ver is gegaan, alsof hij eigenlijk nog niet deze man had willen genezen, want dat ging me toch een hoop onrust geven. Maar hij was hard geraakt door de ellende en kon niet wegkijken.

Waar zit jouw en mijn genezing en die van de ander? In de verbinding met de pijn. Het is de paradoxale waarheid van wat evangelie is – het is de overtuiging van de journalist die maar blijft vastleggen wat er in oorlog en vluchtelingenkampen gebeurt – het is de overtuiging van de theatermaker die het ongemak bij het publiek onder de neus blijft duwen – het is de overtuiging van de gelovige die na aankomst in het donker ontdekt dat er licht schijnt. Jezus, Fransiscus, nu ik nog. Een oproep om het donker binnen te gaan en anderen erin uit te nodigen waar het je eigen leven betreft. Ook al kan dat gevolgen hebben die niet zijn te overzien, het kan op ongedachte manieren genezing brengen.

Tot zover vandaag. Een hele goede donderdag gewenst, morgen weer een nieuwe popupgedachte. Voor nu: vrede gewenst, en alle goeds.

Hier vind je drie tekstgedeelten die Rikko vanochtend las.

Geschreven door

Rikko Voorberg

--:--