Leer van Sifra en Pua: word niet medeplichtig, maar durf in verzet te komen
De eerste vrijheidsstrijders in het boek Exodus zijn vrouwen: Sifra en Pua, twee verloskundigen. Volgens theoloog Kelley Nikondeha laten ze zien dat je je nooit moet laten vangen in een systeem van medeplichtigheid en in verzet moet durven komen als dat nodig is.
Sifra en Pua zijn niet zomaar vroedvrouwen: ze zijn de leiders van het verloskundigengilde dat de Hebreeuwse gemeenschap in Egypte dient. Deze gemeenschap, die steeds groter wordt, is een bedreiging voor de farao. Daarom roept farao de twee vroedvrouwen bij zich en zegt tegen hen: als je helpt bij Hebreeuwse bevallingen en er wordt een jongen geboren, doodt hem. Als het een meisje is, laat je haar leven.
Maar farao's lijken vrouwen altijd te onderschatten. Sifra en Pua verlaten na de audiëntie snel het paleis om het de andere vroedvrouwen te vertellen. Maar, zegt de verteller, ze hadden ontzag voor God, niet voor farao. Dus besluiten ze door te gaan met het ter wereld brengen van baby’s in overeenstemming met de God van het leven. Ze organiseren de eerste daad van burgerlijke ongehoorzaamheid die in de Bijbel is opgetekend. De vroedvrouwen tarten farao. Hoe lang dat geduurd heeft, weten we niet. Evenmin hoeveel babyjongens ze hebben gered van de dood.
Op een gegeven moment wordt het farao duidelijk dat zijn strategie niet werkt, en hij roept Sifra en Pua opnieuw bij zich. Hij is woedend, maar de slimme Sifra en Pua gebruiken zijn vooroordelen tegen hem: ‘De Hebreeuwse vrouwen zijn niet zoals de Egyptische vrouwen. De Hebreeuwse vrouwen zijn zo sterk en snel: hun baby’s zijn er al voordat wij arriveren.’
Voor deze daad, zegt de Bijbel, worden de vroedvrouwen door God beloond met eigen families. Door de kracht van deze vrouwen blijft de Hebreeuwse gemeenschap groeien.
Een naamloze farao
Ik houd ervan hoe de verteller dit verhaal vertelt met behulp van een klassieke Hebreeuws literaire stijlvorm. We krijgen de namen van Sifra en Pua. Farao blijft naamloos. Het is de bedoeling dat we aandacht besteden aan de vrouwen, daar vindt de actie plaats. Farao’s komen en gaan, maar herinner je Sifra, herinner je Pua. Denk aan het levensreddende werk dat ze hebben gedaan.
Sifra en Pua zijn de eerste bevrijders in een verhaal van bevrijding, vertelt dr. Wil Gafney. De eerste bevrijders in het Exodus-verhaal zijn vrouwen. Op het moment dat farao zich realiseert dat een groep vrouwen hem te slim af is geweest, bedenkt hij een andere strategie. Hij besluit zijn doodsbevel openbaar te maken:
Toen gaf de farao aan heel zijn volk het bevel om alle Hebreeuwse jongens die geboren werden in de Nijl te gooien; de meisjes mochten in leven blijven. (Exodus 1:22)
Zie je wat hier gebeurt? Farao maakt hiermee alle Egyptenaren medeplichtig. Elke keer als ik dit lees, schudt dit vers me wakker. Ik word erdoor gedwongen om datgene onder ogen te zien waaraan ik medeplichtig ben gemaakt door de farao’s van nu.
Bevallen onder moeilijke omstandigheden
Ondertussen wordt aan de andere kant van de rivier een Hebreeuwse vrouw zwanger en ze baart een kind. We zullen later vernemen dat haar naam Jochebed is. Ze is de dochter van het huis van Levi, of misschien zelfs een dochter van Levi zelf. Een vrouw uit een goede familie, ze baart alleen een kind in een heel moeilijke tijd.
Negen maanden lang weet Jochebed niet of het een meisje of jongen is, of haar baby het leven of de dood wacht. Zwanger zijn en bevallen onder die omstandigheden brengt een enorm risico met zich mee, dat vergt veel moed, het kan traumatisch zijn.
Als het moment van de bevalling is aangebroken en de vroedvrouwen er zijn, fungeren ze als de tedere handen en de sterke armen van God, met woorden van zegening en bemoediging.
Het is een jongen.
Jochebed houdt haar zoon in haar armen en zegt 'mooie jongen' tegen hem. Het woord in het Hebreeuws is tov, goed. Zoals God de wereld die hij maakte ‘tov’ noemde. Alsof ze ermee wil zeggen: Het maakt niet uit dat farao je een misdadiger noemt. Het maakt niet uit dat Egyptenaren denken dat je aan de verkeerde kant van de Nijl bent geboren. Je bent goed omdat God je zo geschapen heeft.
Zwijgende Egyptenaren
Drie maanden lang weet ze haar zoon te verbergen. Drie maanden is lang als je hem moet beschermen tegen het onrecht van de farao, tegen zijn koninklijke soldaten, tegen de plaatselijke fanatici die zijn agenda kracht bij zetten, tegen Egyptenaren die zwegen terwijl babyjongens de rivier afdreven.
Als Jochebed haar zoon niet langer kan verbergen, bedenkt ze een gewaagd plan. Ze zoekt een mand met een strak weefsel en vult de gaten met pek waardoor de mand waterdicht wordt. Ze maakt haar eigen geïmproviseerde ark, legt haar mooie baby erin, steekt met die baby de rivier over, ondanks de krokodillen en slangen en plaatst het mandje tussen het riet. Precies op de plek waar ze, als ze de was doet, weleens een rijke Egyptische vrouw ziet baden. Misschien is deze vrouw haar medemenselijkheid niet verloren…
Moeders en vroedvrouwen zijn nu niet bepaald de sterkste verzetsstrijders in het Egyptische rijk. Wat voor kans hebben ze? Dat is nu precies wat een farao wil dat je gelooft: dat je geen kans hebt, zeker niet als vrouw. Maar de vrouwen in dit verhaal lieten zich niet ontmoedigen, ze bleven baren, bevrijden en rivieren van onrecht oversteken om kleine reddingen te bewerkstelligen.
Het was geen nepnieuws
Jochebeds plan werkt, want niemand minder dan de dochter van farao komt bij de rivier om zich te baden en ze ziet het mandje. Ze maakt het open, hoewel ze waarschijnlijk als wist wat erin zat: ze hoorde een baby huilen.
Het is waarschijnlijk niet de eerste keer dat dat de dochter van farao een jongen van de andere kant ziet. Het was eerder gebeurd. Toen ze op een avond tijdens zonsondergang langs de Nijl wandelde, spoelde er een babyjongen vlak bij haar voeten aan. Haar bedienden probeerden hem snel weg te halen, het bewijs uit te wissen, omdat koninklijke vrouwen de onderkant van het rijk niet mochten zien. Ze moesten denken dat het allemaal nepnieuws was.
Maar ze kon het niet meer negeren. De geruchten waren waar. Het was geen hoax.
Ik stel me dit zo voor, dat wil zeggen: ik hoef het me niet voor te stellen omdat de waarheid is dat jij en ik ook baby’s hebben zien aanspoelen. We hebben allemaal de kleine Alan Kurdi in zijn rode hemd en blauwe broek gezien op een Turks strand.
Ik denk dat de dochter van farao zich even verlamd voelde, gevangen in de structuur van medeplichtigheid. Maar daar komt een jong Hebreeuws meisje naar haar toe en zegt: Ik weet een kindermeisje voor je baby…
Ik vind het geweldig hoe de Hebreeuwse vrouwen, Jochebed en haar dochter Mirjam (die op de prinses afstapte), deze Egyptische vrouw in het verhaal trekken en haar helpen om haar verlamming te doorbreken, haar toestaan om lid te worden van het verzet en haar helpen om te leren hoe ze van haar privilege gebruik kon maken. Door deze vrouwen kon de baby, Mozes, uitgroeien tot een revolutionair.
Trouw in gevaarlijke tijden
In mijn evangelische opvoeding waren Bijbelse vrouwen altijd op de achtergrond aanwezig in verhalen. Maar toen ik de vrouwen van Exodus zag, kon ik ze niet meer onzichtbaar maken. Het waren de matriarchen en mentoren waar ik naar had verlangd. Met hun kracht zetten deze vrouwen hun samenleving op z’n kop.
Ik denk dat deze vrouwen een voorbeeld voor ons zijn om in actie te komen als het nodig is. Farao’s zijn uitputtend, maar deze vrouwen laten zien wat uithoudingsvermogen is. Sifra, Pua, Jochebed, Farao's dochter en Mirjam (die in dit verhaal 14 jaar is, maar uiteindelijk op 80-jarige leeftijd haar volk de vrijheid in zingt): ze laten ons zien hoe trouw eruitziet in gevaarlijke tijden.
Moge hun herinnering een revolutie zijn.
Dit is een bewerking van de speech die Kelley gaf tijdens de de Evolving Faith conferentie afgelopen najaar.
Kelley Nikondeha is theoloog en schrijver van de boeken Defiant: What the Women of Exodus Teach Us About Freedom en Adopted: The Sacrament of Belonging in Fractured World. Je vindt ze o.a. hier.
Meer Kelley hoor je bijvoorbeeld in deze podcast:
Geschreven door
Marieta van Driel