Ga naar submenu Ga naar zoekveld

Leven met een dwangstoornis: ‘Je vertrouwt jezelf niet’

'Ik controleer altijd het fornuis'

Sita Roffel (52) verlaat het huis niet zonder alle sloten te controleren. “Door mijn dwangstoornis heb ik een enorm verantwoordelijkheidsgevoel.”

Deel:

Sita vertelt over haar dwangstoornis: “Als ik naar de kerk ga, wil ik eerst naar de wc. Zelfs als ik tien minuten daarvoor ook al geweest ben, moet ik eerst naar de wc. Dan voel ik me rustig. Ik ben wel altijd naar de kerk blijven gaan, ook als ik me soms onrustig voelde. Want wat als je midden in de dienst naar de wc moet? Vooral vroeger wilde ik dit koste wat kost voorkomen, nu scheelt het me iets minder. Maar als je uit angst niet meer naar de kerk gaat, wordt het steeds moeilijker om wel weer te gaan.” 

‘Is het gasfornuis wel uit?’

“Rond mijn elfde begon de dwangstoornis zo ongeveer. Ik ben de tweede in een gezin met zes kinderen. We gingen picknicken met z’n allen en ik was de hele dag ongerust over of mijn moeder het gasfornuis wel uit had gedaan. Met zes kinderen was het natuurlijk wel druk en stressvol. Wat als ze het vergeten was? Ik zei er die dag niks van, maar zo begon het wel.  Sindsdien controleer ik altijd het fornuis. Zélfs nu we inductie hebben en de plaat vanzelf uitgaat. Ik controleer toch of alle lampjes uit zijn.”

Op kamers

“Toen ik op mezelf ging wonen, werd het nog erger. Voordat ik naar mijn ouders ging in het weekend, moest ik ook hele huis controleren. Waren de ramen en deuren wel dicht? Was de kachel écht uit? Ik was bang dat er dan brand uitbrak. Niet eens voor mijn eigen huis, maar vooral voor de buren. Ik wilde niet dat hen dat overkwam. In die tijd ben ik wel eens teruggegaan als ik net de straat uit was. Ik moest weten of dát ene raampje wel dicht zat. Inbraak wilde ik natuurlijk ook niet. Als ik het niet controleerde, kon ik het hele weekend zitten piekeren.”

In therapie voor je dwangstoornis

“Op mijn veertigste volgde ik een half jaar intensieve therapie. Ik had immers vier kinderen en vroeg me af: wat zien zij allemaal van alles wat ik controleer? Dit wilde ik niet langer. Bij de therapie heb ik veel geleerd en afgeleerd. 100% dingen afleren lukt niet. Je hebt je in die jaren immers al zoveel dingen eigen gemaakt. Bij de therapie ging ik niet alleen aan de slag met dwanghandelingen, maar ook met mijn dwanggedachten en mijn angsten. Die gedachten komen eigenlijk door een groot verantwoordelijkheidsgevoel. Je wilt het goed doen en bent bang dat er door jou dingen misgaan. Daarom wil je die controle hebben.” 

‘Je hoeft je niet te schamen als je jezelf niet vertrouwt’

“Ik moest zorgen dat ik andere gedachten kreeg en me niet liet leiden door die angstgedachten. Wat bijvoorbeeld kan helpen, is om afleiding te zoeken. Lastig is wel dat de gewoontes en gedachten bij mij na de therapie weer wat terugkwamen. Vooral als ik moe of gestrest ben, ben ik heel erg aan het ‘dwangen’. Het voelt dan als een stukje zekerheid. Wat ook helpt, is praten met lotgenoten. Dit doe ik bij huiskamerbijeenkomsten van CVADF. Dit is de Christelijke Vereniging Angst- en Dwangstoornissen en Fobieën, hier ben ik al even lid van. Openheid is heel belangrijk. Dan weet je dat je je niet hoeft te schamen als je jezelf niet vertrouwt. Dat je niet raar bent.” 

God is er wel bij

“Door mijn dwangstoornis besef ik wel meer hoe ik God nodig heb. Hij zorgt voor mij. Aan het begin bad ik of Hij de dwangstoornis van me af wilde nemen, maar op een gegeven moment weet je: dat gebeurt gewoon niet. Nu bid ik: wilt U me kracht geven of zorgen dat ik er minder last van heb. Maar dat Hij erbij is, heb ik altijd wel ervaren.”

Jorieke worstelt met een eetstoornis. “Als ik een gebakje eet op een verjaardag, is de dag voor mij qua eten eigenlijk al mislukt.” Lees hier haar verhaal.

--:--