Ga naar submenu Ga naar zoekveld

Leven met God in Frankrijk

Harriëtte Smit werd geraakt door de geestelijke armoede

Elke zomer weer tuft half Nederland zuidwaarts, op naar de Franse zon. De kerkdeuren staan er altijd open, maar is God zelf nog welkom in ons favoriete vakantieland?

Deel:

Harriëtte Smit (46) werd in 2011 door de GZB naar Bordeaux uitgezonden. De taal leerde ze doordat een tiener graag bij haar tv kwam kijken. “Mijn liefde voor Frankrijk ontstond na een werkvakantie in de Pyreneeën. Die vakantie opende mijn ogen voor het feit dat een kerk vlak bij Nederland zo anders, zo veel kleiner kon zijn. Ik kwam uit een gemeente met vijfhonderd volwassenen en vijftig jongeren – in Frankrijk waren er drie! Ik werd geraakt door de geestelijke armoede; men was wel op zoek naar zingeving, maar er waren nauwelijks mensen beschikbaar, zeker niet voor jongelui.”

Grote droom

Harriëtte werd jeugdwerker in Nederland, tot ze in 2011 werd gevraagd het Franse jeugdwerk te helpen versterken, met als grote droom: iedere Franse jongere de kans geven het evangelie in zijn of haar taal te horen. Sinds 2015 werkt ze vanuit Aix-en-Provence, een stad in het zuiden. “In Bordeaux, waar ik in 2011 werkte, hebben we een missionaire kinderclub opgezet, want als je kinderen bereikt, bereik je ouders. Niet om hen in de kerk te krijgen, maar om God Zijn werk te laten doen. Ik geloof dat ik, naast mijn taak als landelijk jeugdwerk adviseur, als zendeling geplaatst ben in mijn flat, in een moslimwijk, om daar van betekenis te zijn. Dus bezoek ik mensen die eenzaam zijn of doe ik boodschappen voor mijn minder mobiele buurman.”

Beladen onderwerp

“Frankrijk is een heftig land. Het kost veel tijd om er een bestaan op te bouwen. Ook heb ik geleerd dat zendingswerk geen kortetermijnwerk is. Het is zó waardevol dat ik gasten van 8 heb zien opgroeien tot 18-jarigen, zo bouw je samen iets op. Langzamerhand gaan er deuren open – ook binnen de Franse kerk, waar een vertrouwensband belangrijk is. Geloof is altijd een beladen onderwerp in Frankrijk, omdat oudere generaties negatieve ervaringen hebben met de katholieke kerk. De grond is daarbij in die zin hard dat Fransen zich niet gemakkelijk geven. Ze vragen gerust wat jij gelooft, maar het vraagt tijd en vertrouwen om op de bodem van hun hart te komen.”

Minder christelijke vrienden

“Ik zie God hier concreet aan het werk en heb Hem in het dagelijks leven harder nodig dan in Nederland. Misschien ook omdat ik hier minder christelijke vrienden om me heen heb en als christen deel uitmaak van een minderheid. Buurtgenoten stellen vragen over mijn geloof; dat houdt me scherp en dicht bij God. Ze zetten me aan het denken. Ik trek graag de wijk in, en dan zie ik wel wie God op mijn weg plaatst. Vaak zijn dat mensen die ik zelf niet gauw zou opzoeken. Zo’n leven houdt me veel scherper dan toen ik in Gouda woonde, lid was van een grote kerk en soms christelijke buren had.”

Zwerver bij de kerk

Een ontmoeting met Didier, een zwerver, zal haar altijd bijblijven. Hij stond te bedelen bij de uitgang van de kerk. “Ik ging met hem een broodje eten en achteraf zei hij: ‘Dit was mijn mooiste zondag ooit.’ Later, tijdens de coronacrisis, vroeg hij of ik hem wilde helpen opstaan van het buurtbankje. Ik twijfelde vanwege de restricties, maar deed ’t toch. ‘Door jouw hand voel ik Gods hand,’ zei hij. Dat maakte me heel klein en ik besefte: misschien is dít wat God van mij vraagt; stinkende, verstoten mensen de hand reiken.”

Dit is een fragment uit een groter verhaal in 'Visie' 35.
 

Geschreven door

Wilfred Hermans

--:--