Ga naar submenu Ga naar zoekveld

Twee controlfreaks die bij God leren loslaten: ze ontmoetten elkaar in Taizé

Deel:

Tien keer ging Steef al naar Taizé, de oecumenische kloostergemeenschap in Frankrijk. De eerste keren met zijn vader, later met vrienden. En door een toevallige ontmoeting heeft het klooster nu helemaal een bijzondere plek in zijn hart… 

In oktober 2007 nam mijn vader me voor het eerst mee naar de oecumenische kloostergemeenschap van Taizé in Frankrijk. Dat had voor mij een speciale betekenis; ik herinnerde me dat hij vroeger al jongerenreizen naar Taizé organiseerde vanuit de lokale kerk. Dat hij dan een week weg ging en bij vertrek tegen mij en mijn broertje zei dat we goed voor mama moesten zorgen nu zij alleen was. Nu was ik blijkbaar oud genoeg om zelf te gaan. We propten ons met z’n vieren in een auto – papa, mijn twee beste vrienden en ik – en we vertrokken.

Taizé, zo vertelde mijn vader ons onderweg, is ooit begonnen als een protestants klooster, maar nu uitgesproken oecumenisch, en zet zich in voor eenheid onder de christenen wereldwijd. Dat betekent dat je er niet alleen katholieken, maar bijvoorbeeld ook Servisch-orthodoxen en Egyptische kopten kunt tegenkomen. Je kunt het hele jaar door in Taizé terecht. En het programma is altijd min of meer hetzelfde. Elke dag drie gebedsdiensten, drie eenvoudige maaltijden en gespreksgroepjes waarin je met leeftijdsgenoten uit andere landen over een bijbeltekst discussieert.

Totaal anders dan ik gewend was

Ik kwam terecht in een enthousiast groepje, met onder andere een Duits meisje van 19 dat op een manier naar de Bergrede keek zoals ik nog nooit had gedaan. Maar het meest onder de indruk raakte ik van de gebedsdiensten, die met hun meditatieve liedjes in verschillende talen en minutenlange stiltes totaal anders waren dan ik thuis bij de PKN gewend was. Allerlei verschillende gebruiken werden dwars door elkaar gebruikt, waardoor je niet meer wist wat nou oorspronkelijk protestants, katholiek of orthodox was. En dat deed er ook niet toe, want het belangrijkste was dat we het samen beleefden met dezelfde intentie: om dichter bij God te komen.

Sinds die eerste keer ben ik nog een stuk of tien keer terug geweest in Taizé. Eerst nog met mijn vader, maar nadat hij in de zomer van 2009 plotseling overleed, met zelf georganiseerde vriendengroepen. Ik hield altijd het verlangen om af en toe terug te gaan en zo een weekje te ontsnappen aan de hectiek van alledag.

Kaarsje aangestoken voor m’n vader

De weken in Taizé lopen als een rode draad door mijn volwassen leven. Omdat ze – toevallig of niet – heel vaak samenvielen met belangrijke gebeurtenissen. Ik zal nooit vergeten dat ik amper drie maanden nadat mijn vader was overleden in Taizé was. We hebben op zaterdagavond tijdens de kerkdienst een kaarsje voor hem aangestoken. Of die keer in 2014 dat ik mijn broertje meenam zodat hij het ook eens mee kon maken. Hij was veruit de jongste in de groep, maar ook de enige die eraan dacht om de auto bij tussenstops op slot te zetten.

In Taizé haalde ik voor het eerst een askruisje bij het begin van de vastentijd, zong ik: ‘God, u weet alles’ in het Litouws, en bad ik midden in de nacht met honderden andere jongeren zittend op de vloer rondom een icoon van Jezus aan het kruis. Maar de week die mijn leven het meest veranderd heeft, vond plaats in de zomer van 2011.

Op zoek naar wat God met ons leven wil

Die week waren er ruim 5.000 mensen uit tientallen verschillende landen in Taizé, maar mijn vrienden slaagden erin om de enige andere Nederlandse groep op te sporen. En in die groep zat Suzanne.

Ik raakte toevallig met haar aan de praat omdat ze een boek las dat ik ook ooit had gelezen (Publieke werken van Thomas Rosenboom). In de vertrouwde sfeer van Taizé werd ons gesprek al snel veel persoonlijker, en zo kwamen we erachter dat we veel gemeen hadden. We zijn allebei control freaks die juist bij God af en toe leren om los te laten. Allebei liever bot dan huichelachtig. Allebei heel bewust op zoek naar wat God met ons leven wil. En allebei hadden we veel steun aan ons geloof toen onze vaders veel te jong overleden.

Na een week gingen we allebei weer terug naar Nederland. Ik met dezelfde vrienden die er die eerste keer met mijn vader ook al bij waren. Zij met het haar groepsgenoten van de katholieke kerk in Bussum.

Maar we hielden contact, en inmiddels zijn we zesenhalf jaar samen. Ik weet dus, net als mijn vader, hoe het is om een relatie te hebben met iemand die hetzelfde gelooft maar toch officieel tot een andere kerk behoort. En ik weet hoe uitdagend en leerzaam en ongelooflijk triviaal de verschillen zijn.


afbeelding
afbeelding.

Steef van Gorkum heeft een katholieke vriendin. In deze blogserie vertelt hij hoe hij de oecumene vormgeeft in zijn eigen leven. En wat hij daarover geleerd heeft van zijn ouders.
In 2013 debuteerde Steef van Gorkum met zijn boek De twee jaar nadat, waarin hij beschrijft hoe een 18-jarige student omgaat met de plotselinge dood van zijn vader. Deze roman is niet autobiografisch, al verloor Steef zijn eigen vader ook op jonge leeftijd.

BewarenBewaren

BewarenBewaren

BewarenBewaren

BewarenBewaren

BewarenBewaren

BewarenBewaren

BewarenBewaren

BewarenBewaren

Geschreven door

Steef van Gorkum

--:--