Ga naar submenu Ga naar zoekveld

Negen vooroordelen over de zelfgenoegzame en vooral luie millennial

Zelfingenomen, egocentrisch, ongeduldig en lui. Betekenisvol werk willen doen dat impact heeft, snel miskend en bindingsangst. Dé millennial ten voeten uit. Met die vooroordelen moet ik dealen. Ik ben een millennial. Ik zag het levenslicht in 1988 in de kraamkamer van een Zwols ziekenhuis.

Deel:

De Brits-Amerikaanse auteur Simon Sinek maakte eind vorig jaar veel los met bovengenoemde uitspraken. Zijn video ‘Millenials in the Workplace’ werd op Youtube binnen een paar weken meer dan vijftig miljoen keer bekeken. Ben ik werkelijk zo verziekt door deze tijdsgeest? Ik ben ambitieus en perfectionistisch. Maar zelfingenomen, egocentrisch en lui? Ik neem de stigma’s onder de loep. Vooroordeel 1: We willen altijd maar genieten “Het is de club van eropuit: het grote genieten,” schrijft Tom Kellerhuis, hoofdredacteur van HP de Tijd. “Men eet en drinkt buiten de deur dat het een lieve lust is, men bezit en bevolkt barretjes, koffietentjes en restaurantjes en terrassen die de laatste jaren als paddenstoelen uit de grond schoten.” Mijn stad Leiden heeft ontelbaar veel terrasjes en ik heb ze bijna allemaal bezocht met mijn vriendinnen. We weten waar we de beste latte’s, wijntjes en belegde speltbroodjes kunnen krijgen. Tegelijkertijd heb ik vanaf mijn vijftiende, drie jaar lang al mijn geld opzij gelegd om een half jaar vrijwilligerswerk te doen op een christelijke school in Maleisië.   Vooroordeel 2: We zijn lui en hebben een groot ego Werken kunnen we. We liggen onder vuur. Ik heb na mijn afstuderen – twee masters in the pocket – een aantal maanden voor een stagevergoeding gewerkt bij een Haags buitenlandsministerie-achtig instituut. Werkervaringsplek noemen ze dat. En met mij vele vriendinnen. Gabrine (28) die Pedagogische Wetenschappen studeerde, werkte maandenlang onbetaald voordat ze een tijdelijk contract kreeg. Met een dubbel gevoel begeleidt ze nu afgestudeerden op een werkervaringsplek, want het lijkt een vicieuze cirkel: zonder ervaring vind je geen werk, en zonder werk krijg je geen ervaring. Een werkervaringsplek is een gratis en gediplomeerde werknemer. Millennial-expert Aart Bontekoning (67) promoveerde op Generaties in Organisaties – de verborgen krachten van onze sociale evolutie, spreekt Sinek dan ook tegen. “Lui? Ik zou eerder zeggen integendeel, de meesten werken keihard. Meestal lopen ze daarvoor in ganzenpas door de organisatie,” gaf hij als antwoord in HP De Tijd. Vooroordeel 3: We leiden allemaal aan een Quarter Life Crisis “De wereld ligt open wat afkomst en opleiding betreft, maar ze beginnen toch wat tobberig aan hun volwassenheid. In het ergste geval lijden ze aan de Quarter Life Crisis: diepe twijfel, soms tot depressie toe, over de vraag of deze baan, deze relatie, dit léven wel echt is wat ze willen,” schrijft Joke Mat in het NRC, april dit jaar. Inderdaad leid ik graag een leuk leven en twijfel ik soms of ik het leven leid dat ik wil. Heeft God mij hier bedoeld, haal ik er uit wat erin zit, zit ik als eindredacteur bij BEAM op de juiste plek? Tegelijk ben ik ambitieus. Het liefst wil ik alles: een leuke baan, geweldige partner, veel en ver reizen, overal bij zijn en dan ook nog kinderen. Het is niet gek dat er relatief veel leeftijdsgenoten met een burn-out thuiszitten. Ik kan er zo een paar opnoemen.  Vooroordeel 4: Werk moet zinvol zijn Een vast contract is niet vanzelfsprekend meer voor mijn generatie. Ik doe mijn best, maar fixeer me niet op dat vaste contract. Mijn werk moet in de eerste plaats inhoudelijk interessant zijn met leuke collega’s (dat zit wel snor bij BEAM). Ik wil energie krijgen van mijn werk en heb ruimte nodig om te ontplooien. Groei vind ik belangrijker dan status en goede arbeidsvoorwaarden. Wat heeft een bedrijf mij te bieden? “Wat zijn de groeimogelijkheden in mijn huidige functie?” vroeg ik onlangs mijn leidinggevende. Ik wil geïnspireerd worden en kunnen ontwikkelen. Vooroordeel 5: We kopen niet zomaar een huis en wachten lang met een gezin Wim de Ridder, emeritus-hoogleraar toekomstonderzoek en directeur van het bureau Futures Studies ziet dat een groter huis niet langer een statussymbool is. “Wonen wordt heel praktisch. Het is niet zo dat mensen minder materialistisch worden, ze worden wel anders materialistisch. Het nieuwe statussymbool zijn de doordachte keuzes die je in je leven maakt. Daarmee onderscheid je je van anderen. Hoe je woont, wordt steeds persoonlijker.” Ik droom van een tiny house en spaar gestaag door voor dit zelfredzame, duurzaam mini-huis. En doordat die vaste baan er niet 123 in zit, - meer dan een kwart van de jongeren zit in een ‘flexibele arbeidsrelatie’, blijkt uit het rapport Voor de zekerheid van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid, en het aantal zzp’er stijgt, - duurt het langer voordat we een huis kunnen kopen of een gezin stichten. Vriendin Esther (27) denkt aan kinderen en wil een huis met een tuin. Het liefst wilde ze in Leiden blijven wonen. Dat was te duur, het werd het Alphen a/d Rijn. Haar schoonouders begrepen niet dat ze niet zomaar 30.000 euro extra konden lenen van de bank. Vooroordeel 6: We willen allemaal digitale nomade zijn Laatst had ik bezoek. “Waar zijn je kasten, je spullen?”, vroeg hij. “Dit is wat het is,” zei ik. “Hoe meer kasten om op te bergen, hoe meer spullen je verzamelt.” De kansen die het zzp-schap geeft om het leven naar eigen inzicht te vormen – ik kan er na twee jaar freelancejournalist over mee praten – kent een keerzijde. De droom van de wereldnomade waarin je met laptop vanaf een exotisch strand kan communiceren met je werkgever aan de andere kant van de wereld, geeft soms slapeloze nachten. Mensen met een vast contract romantiseren het beeld van die nomade. Ik schreef verhalen over 100-plussers met uitzicht op de oceaan in Costa Rica. Ik schreef over koffieboeren in Nicaragua, kinderrechten in Nepal en over de democratie in Georgië. De laatste was een knaller van bijna drieduizend euro en twee weken overnachten in luxe hotels. Maar ik schreef ook een reportage voor een regionale krant.  Die 65 euro zette ik niet op Instagram of Facebook. Het was de hangmat met Mac die ik plaatste. Vooroordeel 7: We zijn verwend en haten hiërarchie Wat telt is ruimte voor zelfontplooiing en vrijheid. Ik heb een lichte aversie tegen hiërarchie en prefereer gelijkwaardigheid. Zo communiceer ik ook met mijn ouders. Ik respecteer hen, maar zeg geen ‘u’, alleen ouderen en onbekenden spreek ik aan met ‘u’. Mijn ouders bekommeren zich om me. We hebben een hechte relatie. Maar ik moest het zelf doen. Ik had altijd een bijbaan tijdens mijn studententijd. Het enige wat ze destijds verboden was de kunstacademie. “Dan kom je in de bijstand,” zei mijn vader die toen bij de Sociale Dienst werkte. Ik app bijna dagelijks met mijn ouders. Vooroordeel 8: We kunnen ons niet binden in de liefde Ik weet mij verbonden aan mijn familie en ik ben trouw ben in mijn vriendschappen. Waar komt het beeld vandaan dat de millennial zich in de liefde niet kan binden? Filosoof Tim Urban legde dit uit door middel van het generatie-X-poppetje Lucy. “Lucy is teleurgesteld en ongelukkig, omdat ze gelooft dat ze alles moet hebben waar ze recht op heeft. Haar realiteit is minder positief dan haar verwachtingen.” Volgens meneer Urban zou de droomprins mijn eigen waanvoorstelling zijn, waardoor het onmogelijk is om hem te vinden. Weliswaar heb ik die prins nog niet ontmoet maar hij is onderweg, dat weet ik zeker. Vooroordeel 9: We zijn niet in een kerk te houden In mijn kerk ben ik met 29 jaar de enige single. Mijn getrouwde leeftijdsgenoten zijn grotendeels trouwe kerkgangers, de studenten - logisch - iets minder trouw. Millennials zijn lastig om bij de kerk te houden. Het zijn vooral relaties die ons binden. En buiten de kerk iets betekenen is minstens zo belangrijk. De kerk moet bewegen. Hoe kan ik als discipel van Jezus met mijn eigen skills iets bijdragen in de wereld om me heen? Tijdens een Stichting Present-dag met mijn kerk, komen de millennials in groten getale opdagen. En bij het jaarlijkse groep 7-8 kampeerweekend ben ik maar al te graag kampleiding. Voor alles is een tijd. De een bereidt voor, de ander bouwt. Salomo mocht de tempel bouwen waarvoor David alles had voorbereid. God gebruikte beide mannen om zijn tempel te bouwen. Ze vermeerderden elkaars krachten. Over de tijd dat ik werd geboren heb ik niets te zeggen gehad, ook niet over het jaar, maar wel over hoe ik met de tijdgeest omga. Generaties hoeven elkaar niet te veranderen, ze mogen elkaar versterken. Tekst: Arachne Molema

De millennial-generatie bestaat uit de mensen die geboren zijn tussen 1980 en 2000. Ze worden ook ‘Generatie-Y’ of ‘screenagers’ genoemd. Het woord ‘millennial’ wordt ook toegepast op een subcategorie: die van jongeren. Voor het gemak hanteer ik twintigers en begin dertigers.

--:--