Ga naar submenu Ga naar zoekveld

Geef je over aan de verveling!

Geert Jan heeft dit jaar één belangrijk ding op zijn to-do list staan in de vakantie: hij gaat zich volledig overgeven aan de verveling. Op advies van Kierkegaard. 

Deel:

Geert Jan heeft dit jaar één belangrijk ding op zijn to-do list staan in de vakantie: hij gaat zich volledig overgeven aan de verveling. Op advies van Kierkegaard. 

Net als Vertwijfeling en Angst is Verveling bij Kierkegaard iets onaangenaams en negatiefs dat een heel positieve rol kan spelen in onze zelfwording. Als we er maar doorheen durven gaan, en niet voor wegvluchten. Om te beginnen moeten we het bestaan ervan durven erkennen.

Ondanks alle hectiek en haast, onze volle agenda’s en chronische vermoeidheden vervelen we ons kapot. Kierkegaardiaans gezien is deze verveling logisch juist daar waar we ons bestaan niet uit handen durven te geven, maar zelf willen ‘vullen’.

Verveling ligt dicht onder de oppervlakte

We kunnen een eind komen door ons te begraven in het verleden of door ons bezig te houden met wat we nog willen realiseren in de toekomst, maar omdat het verleden noch de toekomst ons in aanraking brengt met onszelf in het hier en nu, is verveling altijd dichtbij. Het plotseling opduikende allesoverschaduwende gevoel van verveling kennen we misschien nog het best uit onze kindertijd, maar het ligt voortdurend dicht onder de oppervlakte van het bezige bestaan dat we nu leiden.

En als ze zich aandient is onze reactie op de verveling primair: weg van hier, ontlopen dat gevoel! Zoals Lars Svendsen in De filosofie van de verveling uit 2006 (waarvan hij zegt dat hij het gemakkelijk met alleen Kierkegaards denken had kunnen vullen) schrijft:

Het is een leegte van de plek die mij kwelt. In de toestandsverveling zou je zowel het huidige tijdskader alsook de plek waar je je nu bevindt, ver achter je willen laten. En net zoals de tijd zich in de existentiële verveling in een soort eeuwig en krachteloos nu oplost, wordt ook de omgeving krachteloos, en het verschil tussen ver weg en dichtbij zakt ineen.
(De filosofie van de verveling, 130-131)

Dat verveling alomtegenwoordig en dichtbij is, geeft voedsel aan een enorme verstrooiingsindustrie. Een groot deel van alle menselijke creativiteit en ondernemerschap gaat op aan zelf bezig blijven en het anderen bezighouden. Dat verveling zo’n – vaak ongeziene en onbenoemde – grote zaak is, is echter juist een voortdurende mogelijkheid tot verandering. In de verveling dient zich de mogelijkheid aan transparanter voor jezelf te worden, dichter bij jezelf te komen.

Leven in het ogenblik of ogenblikkelijke?

Bij Kierkegaard speelt ‘het ogenblik’ een belangrijke rol. Nu is ‘leven in het ogenblik’ een uitdrukking die gemakkelijk naar twee kanten toe kan worden uitgelegd. Leeft iemand die zo beschreven wordt het leven zoals het bedoeld is, of gaat hij juist onder in het moment en komt hij nooit tot zichzelf ?

Kierkegaard speelt regelmatig met die twee kanten van het begrip: iemand die zichzelf wordt, leeft in het ogenblik, maar van iemand die niet zichzelf is kan gezegd worden dat hij in het ogenblikkelijke leeft. Voeg daarbij dat het aan iemands gedrag niet een op een af te lezen valt vanuit welke bron hij put, dan is direct duidelijk dat de vraag vooral is hoe wij ‘als enkeling’ tegenover onszelf staan, en dat er geen blauwdruk van verveeld versus vervuld gedrag voorhanden is. Maar de vraag aan onszelf is helder: kiezen we voor de verstrooiing of durven we een andere houding aan?

Verstrooiing is niet de oplossing

In een van de toespraken in het boek Wat de liefde doet komt het ogenblikkelijke, de verstrooiing, aan de orde in verband met – hoe kan het anders – de liefde. Die samenhang is bij Kierkegaard voortdurend aan de orde: jezelf worden is onlosmakelijk gekoppeld aan liefhebben. Verstrooiing zoeken, vluchten in het ogenblikkelijke, is dan ook een vorm van wegvluchten voor ‘het grote gebod’ om lief te hebben:

En nu in onze tijd. Als er iets nodig is in deze tijd, deze tijd waarin alles wordt gedaan om alles ogenblikkelijk te maken en het ogenblikkelijke tot alles, dan is het wel onbaatzuchtigheid! – Want wordt niet alles in het werk gesteld om het ogenblik zo oppermachtig mogelijk te maken, oppermachtig over het eeuwige, over het ware. Wordt niet alles in het werk gesteld om het ogenblik door en door zelfvoldaan te maken in een haast voorname onwetendheid aangaande God en het eeuwige, door en door verwaand in de veronderstelling alle waarheid in pacht te hebben, door en door overmoedig in de idee zelf de uitvinder van het ware te zijn! Wat hebben niet veel van de betere mensen zich gebogen voor de macht van het ogenblik en daardoor het ogenblik nog erger gemaakt. Want juist als iemand van hen vanwege zwakte of egoïsme zwicht, moet hij wel in de drukte van het ogenblik vergetelheid zoeken voor zijn val.

Verveling brengt ons blijkbaar in aanraking met onszelf op een manier die onaangenaam is en weerstand oproept. Verstrooiing is een veel gekozen uitweg uit die toestand. Maar die vlucht gaat ten koste van onszelf en van een liefdevol, menselijk bestaan. Die vlucht brengt ons verder uit de buurt bij het concrete bestaan en leidt naar een plek waar geslotenheid en schaamte regeren in plaats van openheid en vrijheid.

Misschien klinkt dit nog wat abstract en theoretisch. Dan biedt de vakantieperiode een mooie uitdaging om het concreter te maken. Durf het bij een opkomend gevoel van verveling eens aan om niet onmiddellijk een uitstapje te plannen of te telefoon te pakken. Laat zelfs dat boek eens liggen en geef je over aan de leegte die lijkt op te doemen. Best kans dat je er iets in ontdekt over een even mooi als mysterieus  landschap waarin de hemel en de aarde elkaar raken en waarin liefde het klimaat bepaalt.

Geschreven door

Geert Jan Blanken

--:--