Ga naar submenu Ga naar zoekveld

Ontdek het kerstverhaal: wie was Maria?

Maak kennis met Maria, de moeder van Jezus

Maria is de moeder van Jezus. We leren haar in de Bijbel kennen als een bescheiden en liefdevolle vrouw. Al op jonge leeftijd maakt ze een heel bijzondere gebeurtenis mee: ze krijgt bezoek van een engel, die haar vertelt dat de zwanger zal raken. Dit nieuws zet haar leven op z’n kop, maar toch houdt ze vertrouwen. Ontdek meer over deze bijzondere vrouw uit de Bijbel!

Deel:

We leren Maria kennen in het Nieuwe Testament van de Bijbel; op een moment dat haar leven volledig zal veranderen. Maria krijgt namelijk bezoek van een engel, die haar een heel belangrijke boodschap komt brengen:

In de zesde maand zond God de engel Gabriel naar de stad Nazaret in Galilea, naar een meisje dat was uitgehuwelijkt aan een man die Jozef heette, een afstammeling van David. Ze heette Maria en ze was nog maagd. (Lucas 1 vers 26 en 27)

In een paar zinnen schetst schrijver Lucas een beeld van Maria:

  • Ze woont in Nazaret;
  • Ze is uitgehuwelijkt aan ene Jozef;
  • Ze is nog heel jong.

Na deze korte introductie komen we meer te weten over de reden van het bezoek van de engel. Hij heeft een heel belangrijke boodschap voor Maria:

Gabriël ging haar huis binnen en zei: ‘Gegroet Maria, je bent begenadigd, de Heer is met je.’ Ze schrok hevig bij het horen van zijn woorden en vroeg zich af wat die begroeting te betekenen had. (Lucas 1 vers 28 en 29)

‘Wees niet bang’

Het moet voor Maria een zeer indrukwekkend moment zijn geweest. We lezen ook dat ze schrikt, maar al snel stelt de engel haar gerust:

Maar de engel zei tegen haar: ‘Wees niet bang, Maria, God heeft je zijn gunst geschonken.’ (Lucas 1 vers 30)

Wanneer je bekend bent met de verhalen in de Bijbel, is het je misschien weleens opgevallen dat het zinnetje ‘Wees niet bang’ regelmatig voorkomt. Volgens sommigen kan je de zin ‘Wees niet bang’ (of een variant daarop, zoals ‘Vrees niet’ of ‘Wees niet bevreesd’) 365 keer in de Bijbel vinden. Een hoopvolle boodschap voor elke dag!

‘Je moet hem Jezus noemen’

Direct na zijn geruststelling vertelt de engel aan Maria wat er zal gebeuren:

‘Luister, je zult zwanger worden en een zoon baren, en je moet Hem Jezus noemen. Hij zal een groot man worden en Zoon van de Allerhoogste worden genoemd, en God de Heer, zal /hem de troon van zijn vader David geven. Tot in eeuwigheid zal Hij koning zijn over het volk van Jakob, en aan zijn koningschap zal geen einde komen.’

De betekenis van de naam Jezus

Maria hoort niet alleen dat ze zwanger zal worden van een zoon, maar ook welke naam ze het kindje moet geven. Dat is niet voor niets. In de tijd van de Bijbel vertelden namen vaak iets over wie deze persoon was. De naam ‘Jezus’ betekent ‘Verlosser’ of ‘Redder’. Jezus werd geboren om de band tussen God en de mensen (die vele jaren daarvoor kapot was gegaan, zie Genesis 2) te herstellen. Hij kwam naar de wereld om jou en mij te redden.

Zoon van de Allerhoogste

In het bovenstaande Bijbelgedeelte staat ook dat Jezus ‘Zoon van de Allerhoogste’ zal worden genoemd. Dat verwijst naar Jezus als de Zoon van God. Tegelijkertijd lezen we over ‘de troon van zijn vader David’; hoe zit dat precies? Dat zagen we al kort in vers 26: Jozef was namelijk een afstammeling van koning David. David was dus de stamvader van Jezus!

De reactie van Maria

Het bericht dat Maria krijgt, is niet zomaar iets! Wat zou het begrijpelijk zijn wanneer ze zich geen houding weet te geven, of wanneer ze twijfelt of dit allemaal wel waar is. Maar Maria reageert anders: ze stelt een oprechte vraag:

Maria vroeg aan de engel: ‘Hoe zal dat gebeuren? Ik heb immers nog geen gemeenschap met een man.’ (Lucas 1 vers 34)

Gabriël geeft antwoord en legt uit hoe Maria zwanger zal raken:

De engel antwoordde: ‘De heilige Geest zal over je komen en de kracht van de Allerhoogste zal je als een schaduw overdekken. Daarom zal het kind dat geboren wordt, heilig worden genoemd en Zoon van God.’ (Lucas 1 vers 35)

‘Voor God is niets onmogelijk’

En dan volgt voor Maria nóg een bijzondere boodschap. Haar nicht Elisabet, een vrouw op leeftijd die haar leven lang onvruchtbaar was, is ook zwanger! De engel Gabriël vertelt dit nieuws als volgt aan Maria:

‘Luister, ook je familielid Elisabet is zwanger van een zoon, ondanks haar hoge leeftijd. Ze is nu, ook al hield men haar voor onvruchtbaar, in de zesde maand van haar zwangerschap, want voor God is niets onmogelijk.’ (Lucas 1 vers 36 en 37)

Maria vertrouwt op God

In de Bijbelverzen die hierna volgen zien we heel duidelijk iets van Maria’s karakter. Ze laat zichzelf zien als een gelovige vrouw en reageert vol vertrouwen op de boodschap van de engel.

Maria zei: ‘De Heer wil ik dienen: laat er met mij gebeuren wat u hebt gezegd.’ Daarna liet de engel haar weer alleen. (Lucas 1 vers 38)

Snel daarna gaat Maria op reis; naar Elisabet. Wanneer Elisabet en Maria praten over de zoons die in hun buik groeien, lezen we dat Maria ontzettend dankbaar is. Ze kan haar geluk niet op en geeft God eer. Ze zegt onder andere:

Mijn ziel prijst en looft de Heer,
mijn hart juicht om God, mijn redder.
Hij heeft oog gehad voor mij, zijn minste dienares.
Alle geslachten zullen mij voortaan gelukkig prijzen,
ja, grote dingen heeft de Machtige voor mij gedaan,
heilig is zijn naam. (Lucas 1 vers 46-49)

Dit stuk uit de Bijbel staat bekend als de ‘lofzang van Maria’.

Hoe gaat Maria’s verhaal verder?

Maria blijft ongeveer drie maanden bij Elisabet, schrijft Lucas in de Bijbel. Daarna reist ze terug naar Nazaret. Maar een paar maanden later moet ze opnieuw op reis. Dit keer vanwege een opdracht van de keizer. Keizer Augustus organiseert een volkstelling en iedereen moet zich inschrijven in de stad waar hij vandaan kwam. Zo komt het dat Maria en Jozef naar Betlehem reizen en dat Jezus daar ter wereld komt.

Meer hierover kan je vinden in Lucas 2 en in ons artikel over Jozef.

--:--