Ga naar submenu Ga naar zoekveld

Paul Blokhuis in 'De Kist': 'Er zit een bal in mijn buik, een oerhuil die er nog niet uitgekomen is'

‘De dood is een realiteit, dus laten we er ook maar over praten’, zegt demissionair staatssecretaris Paul Blokhuis tegen presentator Kefah Allush in tv-programma 'De Kist'. Blokhuis verloor drie jaar geleden zijn 18-jarige dochter Julia.

Deel:

Ook al vindt hij de kist op Kefahs karakteristieke gele autootje vervelend om te zien: ‘de kist onttrekt het zicht aan degene van wie ik gehouden heb’, toch wil demissionair staatssecretaris Paul Blokhuis van Volksgezondheid, Welzijn en Sport wel over de dood praten. Het is nu eenmaal een realiteit, legt hij uit. 

Op de kist schrijft hij de tekst: Leef met volle teugen en tot ziens! 'Dat eerste is een oproep aan alle mensen. Leef met volle teugen: heb eerbied voor het leven, geniet ervan. Maar het is vooral ook een oproep aan christenen die misschien alleen naar het hiernamaals gericht zijn. We zijn nu op deze aarde en daar mag je van genieten. Sta elke dag met een glimlach op, als dat kan, als dat je gegeven is. En ‘tot ziens’ zeg ik tegen mensen die overleden zijn. Ik ga je weerzien, tot ziens! Ik ben er stellig van overtuigd dat ik die mensen weer een hug ga geven. Ik kan niet wachten.’

Een gevaarlijke auto-immuunziekte

Paul en Kefah hebben afgesproken bij de opleiding waar Pauls overleden dochter Julia (18) een koksopleiding deed. ‘Dit gebouw ademt haar levenslust. Hier voelde ze zich als een vis in het water. En deze school heeft een mooie plek in ons hart gekregen.’
Hij vertelt hoe Julia begin 2018 last kreeg van een oogontsteking. ‘Als ouder ben je dan bang dat er een tumor achter zit, maar het was nog gevaarlijker. Het bleek een gevaarlijke auto-immuunziekte, die zich vaak als eerste bij je ogen openbaart.’

Op dat moment had niemand dat in de gaten, maar toen de ziekte ‘explodeerde’ ging het razendsnel en overleed Julia na vier dagen. ‘Tot het moment dat de intensivist kwam vertellen dat er geen enkele hersenactiviteit meer was, hadden we hoop. We hadden God erom gevraagd: Doe een wonder, zorg dat Julia dit mag overleven… Maar dat is niet gebeurd.’

Kefah: ‘Is God er vanaf het begin bij, als dit soort dingen gebeuren?
‘Daar heb ik geen theorieën over, maar dat heb ik wel zo ervaren. De rust die ik heb gevoeld, en nog steeds voel en het oprechte, warme medeleven van mensen om ons heen en die tot op de dag van vandaag naar ons omkijken, dat is voor mij een godsbewijs, de arm van God die hij om je heenslaat.’

Kefah: Is er nooit boosheid of verontwaardiging naar God?
‘Nou, dat is wel spannend. Wij hebben God gebeden om genezing. ‘Doe een wonder, laat ook in het ziekenhuis eens doen waar u toe in staat bent.’ Ook wel brutaal, van: ‘Kom op, God’. En toen gebeurde het niet, en -dat vind ik het spannende eraan – dat je bij diezelfde God die niet naar je luistert of een andere route heeft, ook je troost haalt. Dat gebeurt wel. 
En natuurlijk ben ik ook boos. Maar het is ongerichte boosheid. Op wie kan ik boos worden? Ik word niet boos op God, want ik snap niet wat er gebeurt. Ik weet niet welke hand hij hierin heeft. Dus waarom zou ik boos op hem worden?’

Ik heb weleens potverdomme gezegd: Julia is 18 jaar, in de bloei van haar leven, een ontzettend lief, leuk, mooi meisje die hier nog zoveel kan doen en er is hier ook zoveel te genieten.’ (…) ‘Als zij er dan niet meer is en op diezelfde intensive care liggen mensen van negentig, tachtig jaar en die worden opgelapt en die mensen gaan meer naar huis - en ik gun het ze van harte – maar dan denk ik wel van: Potverdomme.’

Nooit meer een tien

Blokhuis vertelt dat hij goed kan huilen om Julia, dat doet hij nog dagelijks. ‘Maar er zit een soort bal in mijn buik, een soort oerhuil, die er volgens mij nog niet uit gekomen is. En daar weet ik niet zo goed raad mee, misschien moet ik ergens een keer in een bunker gaan zitten om die eruit te laten komen. Ik zit regelmatig bij het graf van Julia. Dan heb ik soms de neiging om ‘m eruit te laten komen, maar toch zit de rem er dan weer op omdat ik denk: Stel je voor dat er mensen aankomen.’

‘Afscheid nemen van je kind, dat gun je je ergste vijand niet. Ik moet verder, ik wil ook verder. Ik kan ook genieten van dingen die God ons geeft. Echt oprecht genieten. Ik houd heel erg van vogels, bijvoorbeeld. Het genieten van die vogels krijgt een negen, de dag krijgt een acht, want het wordt nooit meer een tien. Voor Julia's overlijden was het vaak zat een tien. Maar dat is afscheid nemen van je kind; dat je leven nooit meer een tien krijgt.’  

Wil je de uitzending van De Kist met Paul Blokhuis bekijken? Je kijkt het hier terug op je eigen tijd.

--:--