Ga naar submenu Ga naar zoekveld

Geef ons heden ons dagelijks brood

Deel:

Rikko geeft op de vroege ochtend inspiratie om de dag bewust te beginnen. Hij leest om 6 uur de teksten uit een oud kerkelijk leesrooster en zo rond 7 uur deelt hij de gedachte die dan op-popt. Elke werkdag te lezen en te beluisteren.

Geef ons heden ons dagelijks brood – PopUpGedachte donderdag 19 april

Het is erin gehamerd, dit stukje bede. Samen met die andere zinnetjes over ‘Vergeef ons onze schulden’ en ‘Uw naam worden geheiligd’. Het zijn iconische zinnen die nooit meer uit onze cultuur zullen verdwijnen tenzij de mensheid nog heel erg lang gaat bestaan, maar op een of andere manier geloof ik dat niet helemaal. Die miljoenen jaren liggen mogelijk wel achter ons, maar of ze voor ons liggen? Op de manier waarop we dat nu vormgeven, lijkt die kans klein.

Geef ons heden ons dagelijks brood, vroegen mensen eeuwenlang. En het gebeurde soms wel, soms niet. We wisten ook wel dat dagelijks brood niet vanzelf in onze mond vloog, dus er moest ook voor gewerkt. En we ontginden en verzorgden en organiseerden. En soms gaat dat goed, soms minder.

Tijdens een gesprek in Utrecht zei iemand, born en raised door felle atheïsten, dat haar collega’s in de zorg nogal eens vragen om stilte bij de lunch zodat ze kunnen bidden. En dat ze hen dan vraagt waar ze voor danken. En dat zij dan zeggen dat ze God danken dat hij hun te eten geeft. Waarop zij dan snedig en terecht opmerkt, dat je toch beter de mensen kunt bedanken die dat eten gemaakt hebben, de Afrikanen die de boontjes geteeld hebben en de Aziaten die andere delen van die fijne lunch hebben verzorgd? Net als dat ze toch een beetje beledigd is als zij keihard heeft gewerkt om iemand weg te slepen bij het randje van de dood en als het dan gelukt is, dat die mensen dan God bedanken.

Ik vind dat een mooie reactie en moet ook een beetje om haar lachen. In die zin dat het natuurlijk heel terecht is om bedankt te worden, maar dat het ook fijn is voor een zieke als ze niet helemaal afhankelijk zijn van een toevallig goed verzorgende zuster, maar dat je vertrouwen hebt dat als zij er niet was geweest, dan wel iemand anders. En zo niet, dat het dan ook goed zou zijn. Dat maakt onafhankelijk en dat moet je als atheïst aanstaan. Dat vond ze dan wel weer aardig.

Maar dat dagelijks brood blijft knagen. Want ontvangen we dat? Of nemen we het? Persen we de aarde uit opdat het ons voorziet van voedsel of krijgen we het uit de hand van God met de sacrale eerbied die elk leven zou moeten krijgen. De eerbied waarmee een geboren kind wordt omringd, heilig, onschuldig, beschermwaardig – zelfs tegen de ouders in als dat nodig zou zijn, bij verwaarlozing of wat dan ook – met die sacraliteit zou dat wat opgroeit uit de aarde ook omgeven moeten worden. Maar daar zijn we minder goed om. En Ilya Ehrenburg, geschokt door de industrialisatie van de voedselvoorziening in Oost Europa en Rusland, schreef het boekje Ons Dagelijks Brood. Hoe de aarde tot machine wordt gemaakt en de mensen murw geslagen. En hij eindigt dat boekje met deze zin, dat de mensen niet meer vragen: geef ons heden ons dagelijks brood.

“Waarvoor zouden ze er om vragen? Niemand geeft het hun. Ze moeten het stelen of sterven. De lichten van de stad gaan uit; de ochtendnevel komt op. Om de steden heen ligt bouwland; die aarde, die de mensen vroeger ‘moeder’ noemden, waar ze dode mensen en levende graankorrels in legden. De aarde is met nevel bedekt en zwijgt. Ze is in stukken verdeeld, in landerijen, in hectaren. Afscheidingen en grenzen doorsnijden haar. En voor die aarde staan de mensen klaar om elkaar dood te slaan. Op die aarde groeit graan, maar niemand heeft het nodig. De mensen spelen het niet klaar, om dat graan te verdelen. Enkelen sterven van overvloed, anderen hebben geen korst brood. De zon gaat op. Een rose licht doorglanst de nevels. Een nieuwe dag begint, maar hij brengt geen blijdschap en geen rust. De aarde is vervloekt. Het werk van de mens is vervloekt. En vervloekt, driemaal vervloekt is het dagelijks brood.”

Wat een treurigheid op deze stralende donderdagmorgen. Mijn excuses natuurlijk. Toch is  misschien wel de reden dat Jezus van Nazareth zich niet aanprijst als degene die jou van voedsel kan voorzien. Geen concurrent op de markt van voedselvoorzieners. Maar zichzelf neerzet als brood zelf. En je voeden met wat hij brengt, moet zó je hart raken dat je weer begint te delen, de aarde en alles wat erop is te eren, zodat we samen weer leren wat ontvangen is – van elkaar. Niets is zo vervloekt dat er geen zegen meer in kan bestaan. En waarom zouden wij dat niet zijn. Zo’n zegen.

Hier vind je drie tekstgedeeltes die Rikko vanochtend las.

Geschreven door

Rikko Voorberg

--:--