Ga naar submenu Ga naar zoekveld

Alles is openbaar

Deel:

Rikko Voorberg geeft op de vroege ochtend inspiratie om de dag bewust te beginnen. Hij leest om 6 uur de teksten uit een oud kerkelijk leesrooster en zo rond 7 uur deelt hij de gedachte die dan op-popt. Elke werkdag.

Alles is openbaar – PopUpGedachte 13 november 2017

De huidige techniek nadert een staat van zijn, die voor christenen al oud nieuws is. Het viel me weer eens op in Homo Deus hoe hard er gewerkt wordt in de wetenschap aan onsterfelijkheid en het overwinnen van de dood. Dat Google-topmannen en andere tech-fanatici eraan werken om te winnen van de dood. Het is oud nieuws voor Jezus van Nazareth die exact dat voor elkaar heeft weten te krijgen, stelt hij. Nog niet zo eenvoudig toegankelijk en met wat procesonderdelen waarop niemand zit te wachten, zoals het feit dat je nog wel dood gaat. En dat dit niet het einde is, maar het begin, voor hen die vertrouwen, dat is een gokje. Maar de Google-onsterfelijkheid is ook een gokje, want die werkt alleen voor ouderdomsverschijnselen. Het zou wat zijn als je zo hebt geinvesteerd dat je in principe voor altijd kunt blijven leven, door allerlei lichaamsupgrades, en dat dan een of andere eikel je aanrijdt. En het dan voorbij is. Alsof iemand een bak water over een waanzinnige supercomputer heengooit. Dan kun je nog zo geniaal kunnen rekenen, maar kortsluiting is kortsluiting.

Facebook is ook zo’n ding. Dat het alles van ons weet. Dat het luistert als we praten. Tenminste, dat zeggen ze. Zo’n mobiele app die woorden registreert en dan anderhalve dag later je advertenties stuurt die passen bij het feit dat jij het een treinreis lang over kinderwagens had met een kersverse moeder. Alles horen, alles zien. Dat doet de Maker van de wereld allang, zegt de Psalm vanochtend: Gij kent mij, Heer, en Gij doorschouwt mij, Gij ziet mij waar ik ga of sta.
Van verre kent Gij mijn gedachten, Gij weet waarom ik bezig ben of rust,
Gij let op al mijn wegen. Heer voor het woord nog op mijn tong is, weet Gij wat ik zeggen ga.
Waar ik mij went, Gij staat op wacht, uw hand rust altijd op mijn schouder.

Voor sommigen van ons net zo angstwekkend als Facebook. Of erger nog. Met slechte ervaringen met dominees en hun wijzende vingers, met priemende ogen van vaders en moeders die dreigen dat er wat zwaait als dit of als dat. En ik bouw mijn eigen leven op, buiten hun zicht, besluit dat ze niet alles hoeven weten noch goedkeuren. Ik besluit wat ze te zien krijgen en wat niet. En zo worden we langzaamaan wederzijds volwassen. Maar deze schrijver claimt dat zoiets met de Maker onmogelijk is. Het is niet heel duidelijk of hij er nou gelukkig van wordt, maar het is feit. Zoals je niet voor jezelf kunt weglopen, zo niet voor de Maker. Interessant om eens jezelf in de plaats van God te schrijven in het vervolg

Al stijg ik naar de hemel op: daar kom ik mijzelf tegen,
al daal ik in het dodenrijk: Ik ontkom niet aan mijzelf.
Al leen ik ook de vleugels van de dageraad
en strijk ik neer aan gene zijde van de zee:
ook daar ben ik zelf weer, mijn ik kan ik maar niet loslaten.

Klonk de aanwezigheid van de Eeuwige in de haarvaten van mijn leven noch dreigend en ongemakkelijk, dat ik mezelf altijd meeneem klinkt minstens zo ingewikkeld. En die twee zouden elkaar weleens nodig kunnen hebben. Dat de Eeuwige nodig is om jezelf met jezelf te kunnen laten verzoenen. Dat ik mezelf ken, maar lang niet altijd waardeer – en dat er een Eeuwige is die mij veel beter kent en ondanks alles toch waardeert. Die niet probeert van mij af te komen, maar zoekt dat ik rust vind, met mijzelf, dat ik omarm wie ik ben, omdat ik bedoelt ben in plaats van vlucht voor wie ik ben, omdat ik mezelf niet goed genoeg vindt.

De eeuwige aanwezige is niet de eeuwige verkoper zoals Facebook. Beide zien alles, of veel in elk geval. De één om te zorgen dat je koopt: spullen van anderen, die aan Facebook betalen omdat ze jou nu makkelijker kunnen vinden. Facebook ziet alles opdat je koopt. De eeuwige ziet alles opdat je vergeeft.

Dat zegt Jezus vanochtend: Als uw broeder gezondigd heeft, geef hem een berisping; toont hij dan spijt, vergeef het hem. Al misdoet hij zevenmaal per dag tegen u, maar zevenmaal ook wendt hij zich tot u met de woorden: Het spijt me, dan moet ge hem vergeven.’ De apostelen zeiden nu tot de Heer: ‘Geef ons meer geloof.’ – Die verzuchting snap ik wel. Meer geloof. Man, man.

Iemand die mij kent, vertrouwd is met al mijn wegen en zegt: ik wil met je werken, is iemand die mij veel vergeven heeft en naar wie ik altijd kan zeggen: het spijt me. Ik wilde … en dat ik die zin niet eens hoef af te maken. Je partner kan zo iemand zijn voor je. Waar wat je bent wél openbaar kan zijn. Voor de gelovige is de Eeuwige zo iemand. En het resultaat is niet dat je gaat kopen of verkopen, maar geven en vergeven. Omdat je begrijpt dat de ander ook zo z’n redenen heeft. En bij berouw het nodig heeft om bevrijd te worden. Omdat als er zoveel begrip voor mij is, wie ben ik dan.. Dat is het begin van geloof. Ook in tijden van Facebook en Google. Geven en vergeven. Omdat het kan.

Hier vind je drie tekstgedeeltes die Rikko vanochtend las.

Geschreven door

Rikko Voorberg

--:--