Ga naar submenu Ga naar zoekveld

Single moeder Ruth heeft al meer dan tweehonderd kinderen opgevangen

Ruth is alleenstaande moeder van drie biologische kinderen, een adoptiezoontje en een pleegdochter. Op dit moment vangt zij daarnaast ook nog twee baby’s op. De achterliggende jaren heeft Ruth meer dan tweehonderd minderjarige vluchtelingenkinderen opgevangen en geeft zij liefdevol onderdak aan kinderen die dat hard nodig hebben.

Deel:

Ruth* groeide op in een gezin met pleegkinderen en kan zich een leven zonder pleegzorg niet voorstellen. Nog voordat zij en haar Afrikaanse ex-man, die als asielzoeker naar Nederland kwam, kinderen hadden, vingen zij al een peuter op. “Ik werkte in het AZC en ving via Humanitas een kindje van een tienermoeder op.” Niet lang daarna melden Ruth en haar man zich aan bij pleegzorg, om pleegkinderen, van wie de ouders uit een andere cultuur komen, op te vangen. “We kozen voor crisisopvang, om deze cultuurkinderen een tijdelijke oase van rust in hun gebroken wereld te kunnen bieden.” Dit ter voorbereiding op een permante plaatsing in een pleeggezin of een hereniging met hun ouders.

Meer artikelen lezen over opvoeding?

Meld je aan voor onze tweewekelijkse Opgroeien & Gezin-nieuwsbrief en ontvang de beste artikelen gratis in je mailbox!

Voornaam
E-mailadres

Lees onze privacyverklaring.

“Tijdens mijn huwelijk, dat helaas dertien jaar geleden strandde, vingen wij al kinderen op. Na mijn scheiding ben ik hiermee doorgegaan. Naast onze drie kinderen - 24, 21 en 17 jaar -, heb ik een jongetje geadopteerd en is hier een meisje permanent geplaatst.” Op dit moment heeft Ruth twee baby's in crisisplaatsing. “Omdat ik een gemengd gezin ben, met een Afrikaanse en Nederlandse cultuur, vang ik met name cultuurkinderen op.” Vierentwintig jaar geleden, toen Ruth nog getrouwd was, kreeg zij het eerste cultuurkindje via pleegzorg. Een half uur later ging de telefoon of ze nóg een kindje kon opvangen. Vanaf dat moment is het een komen en gaan geweest van kinderen en heeft zij al aan meer dan tweehonderd kinderen een tijdelijk onderdak geboden.

Een huis vol

Ruth geniet met volle teugen van haar rol als pleegmoeder. “Geef mij maar een huis vol kinderen!”, lacht ze. “Het ene moment heb ik tien kinderen in huis, het volgende moment maar drie. Soms is het hard aanpoten, maar ik weet dat er altijd een rustige periode volgt, wanneer ze naar hun definitieve plek gaan.” Ruth blijft het schrijnend vinden dat niet elke ouder in staat is zelf voor zijn of haar kinderen te zorgen. “Het is altijd weer pijnlijk als ik een pasgeboren baby in mijn armen gedrukt krijg met de vraag of ik daarvoor wil zorgen. Er is zoveel nood en er zijn zo weinig cultuurgezinnen om deze kinderen op te vangen. Ik heb vaak gewenst dat ik meer ruimte had in huis, zodat ik nóg meer kinderen kon opvangen.”

Met name in 2017 was er een grote instroom asielzoekers in Nederland en werden er veel opvangplekken gezocht. Ruth herinnert zich deze periode nog goed. “De kinderen, die met van die oranje reddingsvesten aan in overvolle bootjes dobberend de oversteek over de oceaan hadden gemaakt, zaten bij mij op de bank. Soms stonden de striemen van de mishandelingen die zij onderweg hadden ondergaan nog op hun rug.” Vaak blijven deze kinderen hooguit een aantal weken tot maanden, totdat ze doorgaan naar een ander gezin. “Zo had ik een meisje opgevangen dat mij vanwege de taalbarrière met handen en voeten probeerde duidelijk te maken dat haar moeder was vermist en haar vader en broertje voor haar ogen waren vermoord. Dit soort verhalen hoorde ik wekelijks en zorgde ervoor dat ik altijd weer doorging, hoe moe ik ook was.” Ruth is gelukkig ook regelmatig getuige van ontroerende momenten. “Het is echt een kers op de taart als ik een kind kan overdragen aan zijn eigen ouders of wanneer kinderen worden herenigd met hun familie.”

Hals over kop moest ik met alle kinderen een week onderduiken"

Sinds enkele jaren vangt Ruth ook kinderen uit Nederland op. “Ik heb gelukkig bijna altijd goed contact met de ouders van de kinderen die ik opvang, maar soms gaat het mis, zoals vorig jaar. Hoewel het thuis erg slecht ging met zijn kindje, was de vader er fel op tegen dat zijn kind uit huis werd geplaatst. Hij had een GPS in de koffer van het kind verstopt. Hals over de kop moest ik met alle kinderen een week onderduiken.”

Het laatste wat Ruth wil, is dat de kinderen in de stress raken. “Ze zijn vaak al ernstig getraumatiseerd door alles wat ze hebben meegemaakt, dus ik wil rust en kalmte uitstralen. Ik heb tegen de kinderen gezegd dat we een cadeau van pleegzorg hadden gekregen en daardoor een weekje op vakantie mochten. De voorwaarde was wel dat we meteen vertrokken. Ik heb in alle haast de koffers volgepropt en daarna zijn we zo snel mogelijk vertrokken. De oudste kinderen begrepen wel dat er iets mis was, want het huis werd bewaakt door politieagenten.”

Vrije tijd

Ruth is al twaalf jaar alleenstaande pleegouder. “Hoewel ik altijd een huis vol kinderen heb, zorg ik dat ik elke dag wat tijd voor mezelf heb. Iedereen kent mij met mijn kopje koffie in mijn hand. Dat is míjn moment, maar dat kan ook prima met 20 kinderen om mij heen. Ik zou de hele dag kunnen doorrennen; er is altijd wel wat te doen. Daarom creëer ik bewust dit soort momentjes; hoe drukker ik ben, hoe gestrester de kinderen zijn.” Ruth is van mening dat je dagelijks moet opladen en niet maar één keer per jaar. “Het is niet nodig, maar wel heel fijn dat ik sinds een paar jaar in mei een paar daagjes weg kan in mijn eentje. Mijn kinderen en pleegkinderen gaan dan allemaal met mijn moeder mee naar de camping.”

Tijd voor romantiek heeft Ruth niet. Daarnaast denkt ze niet dat er iemand is die hetzelfde zou willen doen als zij, terwijl dat wel een belangrijke voorwaarde voor haar is. “Ik heb het erg zwaar gehad in mijn eerste huwelijk en heb me voorgenomen nooit meer iets op te geven voor een partner. Het moet echt Gods plan zijn, wil ik hier weer voor openstaan."

Roeping

“Lange tijd heb ik gedacht dat ik naar Afrika zou gaan om daar kinderen op te vangen. Ik heb zelfs een droom gehad waarin ik een huis vol met Afrikaanse kinderen had. Ze liepen in en uit en waren allemaal onder mijn zorg. Het liep anders dan ik zelf had gedacht, maar deze droom is wél uitgekomen. In plaats van dat ik naar Afrika ben gegaan, komen de Afrikaanse kinderen naar mij toe.”

Ruth doet bewust niet aan geloofsovertuiging. “Ik ben christen, maar heb respect voor het geloof van de moslimkinderen die aan mijn zorg zijn toevertrouwd. Als ze naar de moskee willen, regel ik dat voor hen. We waren al niet gewend om varkensvlees te eten, maar indien gewenst haal ik ook halal eten. Ik vind het heel belangrijk om rekening te houden met hun cultuur en identiteit. Dat kun je niet zomaar negeren, omdat ik toevallig een andere overtuiging heb. Ik heb ook niet de neiging om mijn geloofsovertuiging aan hen op te dringen. Je geloof uitdragen doe je met je hart en door te laten zien wat Jezus deed. Mijn leven is veranderd omdat ik Jezus heb gezien, door de mensen in mijn leven. Ik hoop dat deze kinderen iets van Jezus zullen zien in mijn levenshouding en Hem ook gaan volgen.”

Vanwege de veiligheid van de kinderen die zij opvangt is de naam van Ruth gefingeerd en is de foto een stockfoto. Om te laten zien hoe het is om pleegouder te zijn heeft Ruth haar verhaal gedeeld in het boek Ik zou dat nooit kunnen, van Alice ten Napel en fotograaf Claudia Kamergorodski. Dit boek staat boordevol herkenbare ervaringsverhalen van en voor pleegouders. 

Geschreven door

Rita Maris

--:--