Ga naar submenu Ga naar zoekveld

Sigrid liet haar dochter vrijwillig uit huis plaatsen

'Al voordat ze een jaar was, kreeg ze enorme woedeaanvallen.'

Sigrid* (53) moest haar dochter Marieke van negen jaar naar een instelling laten gaan. “Ik kon niet meer voor haar zorgen en haar geven wat ze nodig had. Het was het moeilijkste wat ik ooit heb gedaan.”

Deel:

“Vanaf het begin wist ik dat er iets met haar was, ze was anders,” begint Sigrid haar verhaal. “Ondanks dat het mijn eerste kind was, wist ik dat. Al voordat ze een jaar was, kreeg ze enorme woedeaanvallen. Ze kon rustig een uur krijsen, horen en zien verging me dan. Ik probeerde er van alles aan te doen, maar niets hielp. Grenzen stellen hielp niet. Zij bepaalde alles wat er in huis gebeurde. Ik zocht hulp bij Jeugdzorg, maar die zeiden steeds dat er niets aan de hand was, dat ik het probleem was en dat ik beter voor mezelf moest gaan zorgen.”

‘Elke dag was een strijd'

“Dat is makkelijk gezegd, maar hoe doe je dat? Dat had niemand mij ooit verteld. Ik rommelde maar door en belde af en toe weer naar Jeugdzorg, waar ik steeds hetzelfde hoorde. Toen ik op een dag naar mijn huisarts ging om die ervan te overtuigen dat mij dochter getest moest worden, kreeg ik heel gemakkelijk een verwijzing. Het kon dus wel! Uit de testen die werden gedaan bleek dat mijn dochter hechtingsproblemen had en een angststoornis.”

“Dat was heftig, vooral toen ik me ging inlezen in wat een hechtingsstoornis precies is. Ik las studieboeken over dit onderwerp en die drukken je met de neus op de feiten. Mijn Marieke had geen zekerheid, ze was nergens aan gehecht en ze zocht iedere dag opnieuw de grenzen op. Dat ondervond ik inderdaad iedere dag. Elke ochtend was een strijd; ze wilde niet die kleren aan, niet die sokken, niet die jas, niet die schoenen… In de winter wilde ze zomerkleren aan, in de zomer winterkleren.”

Alleenstaande moeder

“Marieke kon zichzelf wel vermaken, maar alleen als ze dicht bij mij was. Als ik stond te strijken, zat ze met haar speelgoed rond de poten van de strijkplank. Ze was nooit ver uit mijn buurt. Toen ze tweeëneenhalf was, scheidden haar vader en ik. Ik vond het best zwaar als alleenstaande moeder. Het leek wel alsof Marieke geen scheiding zag tussen haar en mij, alsof we in elkaar opgingen en we een stuk van elkaar waren. Terwijl ik echt behoefte had aan een eigen leven en mijn eigen dingen.”

Er was te snel een pleeggezin

“De diagnose hechtingsproblemen en angststoornis kwam ook bij Jeugdzorg terecht en toen kon er opeens wel van alles. Ze zeiden dat Marieke beter naar een pleeggezin kon, dat zou beter voor haar zijn. Maar pleeggezinnen waren schaars, dus zochten ze een dagpleeggezin voor twee dagen per week en kreeg ik thuisbegeleiding. Dat was heel fijn. Deze mevrouw hielp me om mijn leven op poten te zetten en ruimte voor mezelf te maken. Dat ging met heel praktische tips als het ontbijt klaarzetten in de avond, Marieke de keuze geven tussen twee van alles en haar time-outs geven.”

“Drie maanden later was er opeens een pleeggezin. Dat ging zo hard dat ik schrok. Ik was net goed op weg om voor Marieke te kunnen zorgen en nu dit? Ik schrok ervoor terug en zegde het af. Ik kon het gewoon niet. Het ging ook steeds beter thuis, totdat de hulp opeens afgelopen was. De mevrouw stopte ermee en ik kon geen nieuwe begeleider krijgen. Daarom modderde ik zelf maar door, met de nieuwe lessen die ik had geleerd. Ik werd zwanger, waar Marieke en ik heel blij mee waren. Maar Mariekes buien waren niet over.”

“Steeds als er iets veranderde, ging het een half jaar goed met Marieke en daarna kwamen de buien terug. Dan ging ze compleet uit haar dak als ze haar zin niet kreeg of als iets anders was dan ze wilde. Zelfs iets als dat gras groen is, kon haar heel erg kwaad maken. Ik zocht weer hulp, maar het juiste kwam niet op mijn pad. Tot een juf op school de schoolarts inschakelde, want ‘Marieke had een verkeerde houding’.”

Uit huis plaatsen

“Achteraf bedoelde ze haar fysieke houding, maar ik liep helemaal leeg bij die schoolarts. Ik vertelde alles over hoe het thuis ging en ik vond een luisterend oor. Deze arts schreef Jeugdzorg een brief en toen kwam er actie. Ik zou eerst anderhalf jaar met Marieke intern in een soort inrichting wonen, maar Jeugdzorg besloot toch dat ik een intensieve opvoedcursus moest doen, waarvoor we drie dagen per week in Rotterdam zaten.”

“In Rotterdam waren er veel professionals die zich met ons bemoeiden. Ook al liet Marieke haar buiten daar niet zien, ze geloofden me wel. Ze zagen wel wat kleine dingetjes, zoals blikken van Marieke naar mij tijdens het eten. Vooral de psychiater daar geloofde mij. Daar kwam opnieuw een vrijwillige uithuisplaatsing ter sprake. Ze zou naar een afdeling daar kunnen en dan later door naar een pleeggezin. Het dagpleeggezin, waar Marieke drie dagen per week heen ging, wilde haar wel helemaal opvangen.”

God moest Zijn kind ook opgeven

“Ik moest toen beslissen en ik moest voor mezelf kiezen. Ik was helemaal op. Ook het zusje wat Marieke inmiddels had, leed onder de buien van haar grote zus. Het was zo moeilijk, maar ik heb haar laten gaan. Ik ging er bijna aan kapot dat ze ging, maar ik kon niet anders. Ik kon haar niet de opvoeding geven die ze nodig had. Geen enkele moeder krijgt een kind om het weg te doen, maar ik moest wel. Het besef dat God Zijn Eniggeboren Zoon weggaf om Hem op aarde geboren te laten worden, deed me veel goed. God moest ook Zijn kind opgeven, Hij begreep mij en wist hoe ik me voelde…”

“We zijn nu ruim tien jaar verder en mijn dochter is een prachtige vrouw geworden. Als ik toen had geweten dat ze zo zou worden, had ik haar met alle liefde en vertrouwen laten gaan. Ik heb een goede band met haar, we spreken en zien elkaar regelmatig en ik ben gewoon haar moeder. Dat ze nog een bonusmama en -papa erbij heeft, is mooi meegenomen. Ze is het met mij eens over mijn beslissing van toen, dat was de juiste, hoe moeilijk ook.”

*De namen in dit artikel zijn in verband met de privacy gefingeerd

Lees ook: ‘Toen ik pleegmoeder werd, kon mijn mamahart eindelijk kloppen’

--:--