Ga naar submenu Ga naar zoekveld

Sina en Marieke werken onder vluchtelingen in Griekenland

‘Dopen? Dat doen we in een opblaasbad in de tuin’

Het liefst zou ze in Iran of Afghanistan wonen, maar daar gingen tot nu toe geen deuren open. Tot die tijd zet de Nederlandse Marieke zich – samen met haar Afghaanse echtgenoot Sina – met hart en ziel in voor vluchtelingen in Griekenland.

Deel:

Onze airco blaast voluit als we het dorpje Neos Milotopos binnenrijden, zo’n 65 kilometer ten westen van Thessaloniki. Slalommend omzeilen we een drietal straathonden die midden op de weg hun middagdutje doen. Ze kijken amper op of om, loom geworden door de warmte. Verderop schoffelt een knoestige dame met hoofddoek haar tuintje. Ze is de enige die zich buiten waagt; de rest van het dorp houdt siësta.

Unicum

We houden halt naast een oud kerkje, dat van de Grieks-Evangelische Kerk blijkt te zijn. Het doet nu dienst als opslagruimte. Tot bijna de nok toe staat het vol met hulpgoederen – vooral kleding – voor vluchtelingen. De gemeenteleden van deze kerk, die zondags in een nieuw gebouw verderop in het dorp samenkomen, zetten zich al jaren in voor vluchtelingen. Een redelijk unicum, want veel Grieken zien deze mensen liever gaan dan komen. “Honderd jaar geleden vluchtten gemeenteleden van deze kerk zelf vanuit Turkije naar Griekenland, waar hun wortels lagen. Ze weten dus wat het is om vluchteling te zijn”, legt Marieke (33) uit. Samen met Sina (35) is ze ons tegemoet gelopen en ze verwelkomen ons hartelijk.

Een echte cowboy

Veel tijd om verder te praten is er niet, want we hebben een afspraak: we gaan paardrijden in de heuvels van centraalMacedonië, de provincie waar ook Neos Milotopos onderdeel van is. De twee kinderen van Sina en Marieke – Sogand (14) en Taha (11) – mogen ook mee en verheugen zich op dit uitje. Vooral Taha heeft er zin in en eenmaal op het paard voelt hij zich een echte cowboy. Met zijn donkere kraalogen kijkt hij ondeugend onder zijn hoed vandaan naar zijn zus, die eerlijk toegeeft dat ze het best een beetje eng vindt. Maar als ze eenmaal in een rustig tempo op de rug van een mak paard het heuvelachtige pad oprijdt, straalt ze. Boven op de heuvel treffen we tot onze verrassing een wit kapelletje en hebben we een prachtig uitzicht over het dal.

Verfrissende plensbuien

De volgende ochtend hebben een paar verfrissende plensbuien de drukkende warmte van de dag ervoor verdreven. We zitten in de woonkamer van Marieke en Sina, waar de ramen wagenwijd openstaan. In rap Farsi overlegt Marieke met Sina over de koffie die hij voor ons wil gaan halen bij het koffietentje aan de overkant. Als hij de deur uit is, vertelt Marieke hoe ze een paar jaar geleden via allerlei omwegen neerstreek in de Griekse hoofdstad Athene. Daar ging ze aan de slag bij Helping Hands, een dagopvangcentrum voor vluchtelingen. Jaren daarvoor, toen Marieke als jonge twintiger Somalische, Iraanse en Afghaanse vrouwen bezocht in het azc in Utrecht, werd ze al geraakt door de soms schrijnende verhalen van moslima’s. “Ik ontdekte dat wij met Jezus’ ogen naar hen mogen kijken en hun de liefde mogen geven die ze zelf nauwelijks hebben gekend. Ik zie dat zelfs als een opdracht van God. In Leviticus 19 zegt God dat we de vluchteling in ons midden moeten behandelen als één van ons. Zelfs meer dan dat: we moeten hen liefhebben!”

Geen visum

Omdat Marieke zich blijvend voor deze mensen – en specifiek Farsi-sprekenden – wilde inzetten, ging ze Midden-Oostenstudies studeren aan de Universiteit Leiden, met als specialisatie Perzische taal en cultuur. Gelegenheden om tijdens en na haar studie naar Iran te gaan, greep ze met beide handen aan. Ze bezocht het land diverse malen, maar ontdekte ook dat het moeilijk was een visum voor langere tijd te krijgen. Ze besloot uiteindelijk haar aandacht te richten op Farsi-sprekenden in Europa. “Ik kwam in contact met Helping Hands in Athene en wat bleek? Zij waren specifiek op zoek naar Farsi-sprekenden om te werken onder vluchtelingen uit Iran en Afghanistan. Toen ik in 2015 Helping Hands mailde, was ik meteen welkom.”

Trouwen met een Afghaanse vluchteling

Sina komt de kamer binnen met koffie, waardoor het gesprek automatisch op hem komt. Want werken onder vluchtelingen is één ding, trouwen met een Afghaanse vluchteling is een verhaal apart. “Het kwam eigenlijk door zijn kinderen”, lacht Marieke. “Sina kwam hier als moslim, maar was in een Grieks vluchtelingenkamp tot geloof gekomen. Ik kende hem en de kinderen al sinds 2017 van de Agapè-kerk, ‘Sina’s vrouw ging bij hem weg toen hij christen werd’ een Afghaans kerkje in Athene. Daar ontfermde ik me in die tijd over zijn dochter Sogand, omdat zij vaak alleen zat en naar mijn idee een arm om haar heen nodig had. Ik kende het verhaal van Sina niet, maar dacht: als er kinderen zijn, moet er ook een vrouw zijn. Tot ik na een tijd begreep dat de moeder van de kinderen niet meer in beeld was, omdat Sina christen was geworden. Zij was bij hem weggegaan en had inmiddels een relatie met een andere man. Het gekke was: vanaf het moment dat ik dat wist, viel Sina me meer op en merkte ik dat ik hem steeds meer ging observeren. Tegelijkertijd was mijn gebed: ‘Heer, deze man en kinderen liggen op mijn hart, wat moet ik daarmee?’”

Sina werd een keer midden op straat in elkaar geslagen

Terwijl haar gevoelens voor Sina sterker werden en ze merkte dat ze verliefd begon te worden, hoorde Marieke dat hij plannen maakte om naar Duitsland te gaan. Toen wist ze dat ze met hem moest praten. “Ik nodigde hem op een avond bij mij thuis uit en vertelde hem dat ik niet zonder hem en de kinderen kon.” Lachend: “Sina was in shock. Hij vroeg of ik wel wist waar ik aan begon. Later begreep ik van hem dat hij na de scheiding van zijn vrouw helemaal niet openstond voor een nieuwe relatie. Maar omdat hij zag dat de kinderen een moeder nodig hadden, had hij tegen God gezegd dat Hij dan zelf maar een vrouw op zijn pad moest brengen. En, had hij als voorwaarde gesteld, zíj moest het aanzoek doen. Dat het precies zo uitkwam, had hij nooit verwacht, maar was voor hem wel een enorme bevestiging.”

Mes in zijn hand

Sina schrapte zijn plannen om naar Duitsland te gaan en wijdde zich samen met Marieke aan hun bediening onder Farsi-sprekende vluchtelingen. Dat nam niet iedereen hen in dank af. Meerdere keren werd Sina in Athene bedreigd door moslims. Zo werd hij een keer midden op straat in elkaar geslagen, waarbij zijn Bijbel kapotgescheurd werd en hij een mes in zijn hand gestoken kreeg. Ook ontving hij dreigementen dat ze zijn kinderen zouden ontvoeren en verkrachten. Toch ging Sina onverschrokken door. Hij verzorgde Bijbelstudies bij onder andere Helping Hands en werd als jonge gelovige een van de drie leiders van de Agapè-kerk, een kwetsbare gemeente waar vluchtelingen komen en gaan. Marieke nam het beheer van de financiën op zich en verzorgde de fondsenwerving.
In september 2019 trouwden Marieke en Sina in Athene. Kort daarna kwam er vanuit de Griekse kerk in Milotopos een verzoek: of Sina en Marieke een bediening wilden starten onder Afghaanse vluchtelingen in Noord-Griekenland.

‘Kom over en help ons’

Meerdere keren reden Marieke, Sina en de kinderen voor een kennismaking naar Milotopos, ruim 500 kilometer boven Athene. Tijdens hun derde bezoek raakten ze ervan overtuigd dat hun roeping inderdaad in Milotopos lag. “In de vluchtelingenkampen hier in de buurt wonen veel Afghanen die christen geworden zijn, maar niemand hebben die hun onderwijs geeft. Anderen zijn zoekend, en hebben niemand die hun de weg kan wijzen. Die ontdekking ervaarden we als de roep van de Macedoniërs uit Handelingen 16: ‘Kom over en help ons’. Helemáál toen we ons realiseerden dat dit gebied in de provincie Macedonië ligt.”

Heldere jongensstem

Het is tijd voor de lunch en omdat het de komende uren droog is, besluiten we buiten te eten. De Afghaanse Leila en Shakor hebben gekookt voor ons. Deze jonggelovige vluchtelingen wonen in een van de huisjes die eigendom zijn van de kerk, en maken sinds kort deel uit van het team van Marieke en Sina. Als we hen begroeten en complimenteren voor de heerlijkheden die op tafel staan, lachen ze verlegen. Taha gaat vanmiddag hardop voor in gebed. Met zijn heldere jongensstem dankt hij in het Engels voor de maaltijd en bidt hij om een zegen voor de middag. Na het ‘amen’ schakelt hij weer moeiteloos over naar zijn moedertaal Farsi, en als we later die dag op een terrasje neerstrijken, vertaalt hij gewillig – en met enige hulp van zijn zus en de ober – de Griekse menukaart naar het Farsi en Engels.

'De taliban zijn de beste zendelingen'

Na de maaltijd stappen we in de auto voor een toertochtje in de omgeving. Terwijl we door een vlak, agrarisch landschap rijden, vertelt Marieke over hun werk in deze regio. Regelmatig halen zij en Sina een groepje vluchtelingen op uit een van de omringende kampen, die ze opvangen in een van de huisjes van de kerk. Met deze mensen – meestal zoekers en nieuwe gelovigen – trekken ze een aantal dagen op. Ze geven hun Bijbeltraining en zorgen voor drie voedzame maaltijden per dag. “Voor deze mensen is het fijn dat ze even weg zijn uit de misère van het kamp. Het is wonderlijk om te zien hoe God werkt: regelmatig komen mensen tot geloof. Hen dopen we ter plekke in een opblaaszwembad in de tuin. Door het geestelijk voedsel dat ze krijgen, hopen we dat ze sterk genoeg staan om hun geloof te behouden als ze doorreizen naar andere landen.”

Warm bed en een warme douche

Marieke en Sina maken soms schrijnende situaties mee van vluchtelingen die op straat moeten overnachten of nauwelijks eten hebben. Hoe gaan ze daarmee om? “Zeker het eerste jaar vond ik dat moeilijk. Ik voelde me schuldig dat ik hen niet allemaal kon helpen. En dat ík wel naar een warm bed ging en een warme douche had. Het is daarom voortdurend ons gebed dat God ons laat zien wie we moeten of kunnen helpen. We zeggen soms tegen elkaar: ‘Wij zijn God niet.’ Je doet wat je kunt doen, maar je kunt niet in alle ellende voorzien.”

Denk je weleens: waar ben ik aan begonnen?
“Nee, nooit. Ik vind het juist heel bijzonder dat God mij precies op die plek heeft gezet waarvan ik het gevoel heb dat ik er hoor. Natuurlijk zijn er ook momenten waarop je denkt: waar kan ik even op adem komen? We staan aan de frontlinie; Griekenland is vaak de eerste plek waar vluchtelingen in aanraking komen met het evangelie. Hier hebben ze ineens de vrijheid om vragen te stellen, die vrijheid hadden ze nooit. Maar daardoor is de geestelijke strijd tegelijk het grootst.”

Waar merk je dat aan?
“Vorig najaar hadden we een positieve groep gelovigen in een van de kampen, die we aanmoedigden samen kerk te zijn. Maar er gebeurde precies wat in 1 Korintiërs 3 staat, waar nieuwe gelovigen zeiden: ‘Ik ben van Paulus en ik van Apollos.’ Hier zeiden ze: ‘Ik ben gedoopt door die, en ik door die.’ Dat zorgde voor rivaliteit en zo probeerde satan verdeeldheid te zaaien.”

Heftige regenstorm

Als we een scherpe bocht maken om een berg op te gaan, breekt net de zon weer door de wolken. Marieke geeft wat extra gas en via de binnenspiegel kijkt ze naar achteren. “Onlangs hadden we met vluchtelingen een Bijbelstudiekamp in de buurt van Athene,” vervolgt ze, “waarbij we tijdens het kijken van een Jezus-film uit het niets overvallen werden door een nietvoorspelde heftige regenstorm. De tenten waar we in verbleven, vlogen de lucht in. Ook daarin zie ik die geestelijke strijd.”

Is er onder Afghaanse en Iraanse vluchtelingen openheid voor het evangelie?
“Veel meer dan een paar jaar geleden. Toen Sina rond 2016 Bijbelstudies verzorgde, kreeg hij vaak met veel weerstand te maken. Mensen spuugden en vloekten, en iemand kwam eens met een stok aanzetten om te slaan. Nu zijn mensen opener. Hoe dat komt? Er wordt wereldwijd voor Afghanistan gebeden. En: een van onze Griekse contacten in Athene zei eens: ‘De taliban zijn de beste zendelingen. Zij laten het ware gezicht van de islam zien.’ Ik denk dat zij gelijk heeft. Veel Afghanen komen gedesillusioneerd naar Europa en zitten vol vragen over het christelijk geloof. Daar komt bij dat ze hier natuurlijk veel minder onder de sociale controle van vrienden en familie staan.”

‘Ik baal soms van de ellendige bureaucratische systemen in dit land’

We arriveren in een dorpje wat hoger in de bergen, waar we uitstappen om even de benen te strekken. In een rustig parkje kijken we uit over de route die we zojuist hebben afgelegd. Een paar dames zitten op een bankje te kletsen, verderop dartelt een kleine hond aan de lijn van zijn baas. “In de politiek wordt vooral over vluchtelingen als probleem gesproken”, zegt Marieke, terwijl ze op een muurtje gaat zitten. “Maar ik geloof juist dat dit kansen zijn die God geeft. Alsof Hij zegt: ‘Als jullie niet die kant op willen gaan om het evangelie te brengen, breng ik deze mensen wel naar jullie.’ Hoe mooi is het dan dat we hier gewoon de vrijheid hebben om het evangelie te delen en niet hoeven te vrezen voor ons leven. En ja, we komen hier genoeg vluchtelingen tegen die om de verkeerde redenen christen willen worden. Sommigen zijn alleen uit op doorreispapieren en vragen al bij binnenkomst: ‘Waar kan ik gedoopt worden?’” Ze schiet in de lach: “Dan zegt Sina: ‘Als je wilt douchen, kun je boven terecht.’ Maar we weten ook dat God verkeerde intenties kan gebruiken om iemand tot geloof te brengen. Sina is daar zelf een levend voorbeeld van. Hij ging in het vluchtelingenkamp de Bijbel lezen om de christenen die hij daar ontmoette, ervan te overtuigen dat ze het bij het verkeerde eind hadden. Uiteindelijk kwam hij juist daardoor tot geloof.”

Verlang je nooit terug naar het comfortabele Nederland?
Direct: “Nee. Al baal ik soms van de ellendige bureaucratische systemen in dit land. Op die momenten verlang ik wel naar het comfort van Nederland, waar je alles met één muisklik regelt. Aan de andere kant: wat brengt comfort je? Te midden van alle nood hier hebben we God elke dag keihard nodig. We bidden zo vaak: ‘Heer, wat moeten we doen? Want we zitten wéér vast, we hebben wéér een wonder nodig.’ En God helpt, telkens weer. In Nederland had ik zelden het gevoel dat alleen God ons kon redden.”

Dienen onder zijn eigen volk

Als we bij een straattentje een beker koude Griekse espresso hebben gedronken, zetten we weer koers richting Neos Milotopos. De airco gaat aan en uit de speakers klinkt een nummer van het album Until the whole world hears van Casting Crowns. Droomt Marieke nog weleens van een leven in Iran of Afghanistan? Ze schakelt door naar een hogere versnelling en knikt glimlachend. “Misschien opent God later alsnog een deur om naar Iran te gaan, maar voorlopig mag ik met Sina hier dienen onder zijn eigen volk. Hoe mooi is dat? Sina kent de twijfels van moslims van binnenuit. Hij weet met welke vragen hij zelf als moslim worstelde voor hij christen werd, en hoe moeilijk het is om je verleden achter je te laten en een keuze te maken voor Jezus. Als God ons op een ander moment naar Iran of Afghanistan leidt, staan we daarvoor open. Want de beste plek om te zijn, is daar waar God je wil hebben.”

'Ik ontdekte dat ik jarenlang in een leugen had geloofd'

Lees ook het getuigenis van Sina

'Ik ontdekte dat ik jarenlang in een leugen had geloofd'

Beeld: Ruben Timman
Om veiligheidsredenen staat Sina niet op de foto.

Geschreven door

Mirjam Hollebrandse

--:--