Navigatie overslaan
Sluit je aanNPO Start
Smakelijk verdwalen in Zeeuws-Vlaanderen.
© Dieuwertje Bravenboer

5 culinaire hotspots in Zeeuws-Vlaanderen die je niet mag missen

gisteren · 09:35

Update: gisteren · 11:08

Zeeland mag dan bekendstaan om z’n zuunigheid, maar wist je dat deze provincie per inwoner de meeste sterrenrestaurants van Nederland heeft? Tijd voor een culinair rondje in het zuidelijkste puntje: Zeeuws-Vlaanderen.

Eerst maar even een misverstand uit de weg ruimen: Zeeuws-Vlaanderen is geen eiland – en ook geen schiereiland. Het ligt dichter bij België dan bij de rest van Nederland en is alleen bereikbaar via onze zuiderburen of via de Westerscheldetunnel – die sinds januari dit jaar tolvrij is voor personenvervoer.

De grootste vijand van Zeeuws-Vlaanderen was overigens niet het water, maar Spanje. Er is veel gevochten in dit gebied, dat tijdens de Tachtigjarige Oorlog de frontlijn vormde. Verhalen over de Spanjaarden zijn er dan ook te over, maar daarover later meer. Na een lange rit vanaf de Veluwe is het eerst tijd voor koffie met een bolus.

Frans jachthondenras

Bijvoorbeeld in het toeristische Sluis, waar we de auto parkeren op een groot terrein genaamd La Cavalière – De Ruiter, in goed Nederlands. Er is nergens een greintje schaduw te bekennen, dus we nemen een snikhete auto bij terugkomst op de koop toe.

Als we richting de winkelstraat lopen, valt direct de molen op. Die herbergt onder andere een brasserie en tearoom, dus we strijken hier meteen maar neer op het terras. De graanmolen, met de naam De Brak, is vernoemd naar een Frans jachthondenras – Braque. Het zijn honden die hun neus in de wind steken tijdens het jagen, net als de molen zijn wieken tegen de wind richt voor een optimaal rendement.

De Brak blijkt een stellingmolen, wat inhoudt dat hij is gebouwd op een verhoging (een stelling) om boven de huizen uit te komen en zo meer wind te kunnen vangen. “Gebouwd in 1739”, vertelt Oscar Murijn (59) met een vleugje trots in zijn stem. Oscar heeft een driedubbele baan als barman/ober, winkelmedewerker én molenaar. “Personeel is in dit dunbevolkte gebied moeilijk te vinden. In de zomer zitten de terrassen hier overvol – en dat met slechts drieduizend inwoners – maar veel jeugd is er niet. En jongeren die elders gaan studeren, komen meestal niet meer terug.”

Ik ben bang dat je vandaag nergens een bolus vindt

Moordende concurrentie

Oscar vertelt graag over ‘zijn’ molen, de eerste stenen molen van Sluis en omgeving, en de enige die nog overeind staat. “We malen er nog sporadisch mee, want alles wat we vermalen, moeten we wel kunnen verkopen. Een uur malen levert vijfhonderd kilo graan op, dat krijg ik in een maand nog niet verkocht. Warme bakkers zijn hier helaas niet meer; de concurrentie met supermarkten is moordend. Maar weet je wat? Kom tegen de middag terug. Misschien is er dan nét genoeg wind om met vier volle zeilen te draaien.”

Die uitnodiging nemen we graag aan, maar de bolus waar we op hoopten, kan Oscar helaas niet serveren. “Ik ben bang dat je vandaag nergens in Sluis een bolus vindt, want de bakker is op dinsdag gesloten.”

Zeeuwse babbelaar

Wie vandaag wél open is, is Belfort Drankenboetiek aan de Groote Markt, een stukje verderop. Het pand valt direct op door zijn markante klokgevel. Eigenaar Erwin (56) – de derde generatie – verkoopt veel lokale drankjes met typische namen. Kaaispugers bijvoorbeeld, een kruidenlikeur die verwijst naar de geuzennaam van de Sluisenaren. Maar ook een Zeeuwse babbelaar, een stout bier van een lokale brouwer uit Groede. In een krat bij de ingang liggen flesjes met de naam Jantje van Sluis. Hij blijkt de held van Sluis te zijn, omdat hij het stadje redde van de Spanjaarden. Dat zit zo: Jantje was de stadsomroeper en moest de klokken luiden om de tijd aan te geven. De Spanjaarden hadden Sluis omsingeld en zouden ’s nachts om drie uur aanvallen. Maar het was kermis in Sluis en Jantje had iets te diep in het glaasje gekeken. Dus hij was in slaap gevallen en vergat de klokken te luiden. Toen het licht begon te worden, kregen de Spanjaarden argwaan. “De klokken slaan niet,” zeiden ze, “ze staan ons vast op te wachten.” Daarop dropen ze af en zo redde Jantje de stad.

Erwin verkoopt veel lokale drankjes met typische namen, zoals Kaaispugers, Zeeuwse babbelaar en Jantje van Sluis.
© Dieuwertje Bravenboer / EO

Onderbroek op vakantie

“O kijk, een nieuwe onderbroek”, zegt Erwin olijk, wanneer de postbode met een stapeltje post in haar handen binnenstapt. “Dan kan m’n oude mee op vakantie en gooi ik die daar weg.” “Haha, goeie tip!” lacht de postbode en ze zwaait de deur weer uit. Wij doen hetzelfde en lopen via het belfort langzaam terug naar de molen. Sluis is trots op zijn belfort, omdat het de enige klokkentoren in Nederland is die oorspronkelijk als belfort werd gebouwd. De klokken in de middeleeuwse toren werden geluid bij belangrijke gebeurtenissen, zoals brand of een naderende vijand.

‘Draaien voor de prins’

We passeren chique winkels met klinkende namen als Bugatti, Cavallaro en River Woods en zijn net op tijd weer bij de molen. Oscar is al naar boven geklommen, dus we klauteren hem via smalle, steile trappen achterna. “Ik geef de wieken straks een duw en dan hoop ik dat de molen gaat draaien”, zegt hij. En warempel, niet veel later komen de wieken krakend op gang en kijkt Oscar tevreden toe. Hij begon 41 jaar geleden als vakantiekracht op de molen en leerde het vak van de eigenaar. Ook bij hem komen al snel verhalen over de oorlog los. “Ik draai nu voor de prins. Weet je wat dat betekent? Dan draait de molen onbelast, zonder dat de maalstenen worden aangedreven om graan te vermalen.” De uitdrukking stamt uit de tijd van de Tachtigjarige Oorlog, legt hij uit. Als de Spanjaarden een stad belegerden en het graan na verloop van tijd opraakte, werden de molens stilgezet. Dat was voor de vijand een signaal dat het voedsel op was en dat ze de verzwakte bevolking kon aanvallen. Prins Willem van Oranje had daar iets op bedacht: laat de molens draaien, zodat het lijkt of er nog voedsel is. Dan druipen ze vanzelf af als hun soldij op is. “‘Draaien voor de prins’, noemden ze dat”, lacht Oscar.

Graanmolen De Brak in Sluis. Gelegen in vestingstad Sluis in het westen van Zeeuws-Vlaanderen.
© Dieuwertje Bravenboer / EO

Compleet uitgestorven

We stappen weer in de oververhitte auto, waar we de navigatie instellen op Retranchement, het meest zuidwestelijke kustplaatsje van Nederland. Het werd gesticht in 1604 als bescheiden versterking voor soldaten en hun gezinnen. We dubbelchecken of we niet per ongeluk in Frankrijk belanden, wat pakweg tweehonderdvijftig jaar geleden heel goed had gekund. Want van 1795 tot 1814 hoorde Retranchement – en heel Zeeuws-Vlaanderen trouwens – bij Frankrijk. Later deden de Belgen vergeefse pogingen het gebied in te lijven. Zouden die Belgische en Franse invloeden de toch wel bourgondische inslag van dit deel van Nederland verklaren?

Hoe het ook zij, Retranchement – dat ‘verschansing’ betekent – blijkt compleet uitgestorven. We parkeren de auto in het ‘centrum’ van het gehucht gewoon aan de kant van de weg, in het volste vertrouwen dat oom agent hier vandaag niet surveilleert. “Ik heb zelfs geen wifi”, zegt de fotograaf verbaasd, terwijl ze haar telefoon in de lucht steekt.

We wandelen door de paar straten die het dorp rijk is en komen daarbij langs de voormalige Nederlands-hervormde kerk. Dit ex-godshuis, een zogenaamde zaalkerk uit 1630, met een kansel uit de zeventiende eeuw en een pijporgel, wordt sinds 2015 beheerd door Stichting d’Ouwe Kerke.

Vanavond slaan we de weegschaal wel een keertje over

Frans-plattelandssfeertje

Ondanks – of misschien wel dankzij – de weldadige rust in het dorp, is het er gek genoeg allesbehalve saai. Er hangt een aangenaam soort Frans-plattelandssfeertje. Dagjesmensen fietsen voorbij, blijven hangen op de Markt, bestuderen de menukaart van De Parlevinker (die zaterdag pas weer opent) en gluren door de ramen van de voormalige bewaarschool ertegenover. Deze voorloper van de kleuterschool, met haar karakteristieke rode bakstenen, heeft een monumentenstatus en is de blikvanger van het dorp.

Contant betalen in het koekblik

‘Wie steelt, is een dief’, is te lezen op een getypt briefje. We staan bij een provisorisch groente- en fruitkraampje aan de rand van het dorp, waar groenten, fruit, eieren en sap liggen uitgestald. Een krop sla voor één euro vijftig, vijf kilo Zeeuwse bintjes voor vier euro. Er is geen mens te bekennen, maar het is zelfbediening en we mogen contant betalen in het koekblik naast de flessen sap.

Inmiddels beginnen onze magen te rammelen, dus we stappen in voor de volgende stop: Hulst, een van de best bewaarde vestingstadjes van Nederland. Het is een klein uurtje rijden en het eerste stuk gaat via een binnendoorroute, over dijken met pittoreske namen als Braamdijkje en Pompedijkje. In Hulst zou tijdens de Tachtigjarige Oorlog een hevige strijd hebben gewoed en de verdedigingswerken zijn daar een levende herinnering aan. Het stadje hoorde tot 11 januari 1831 bij België, maar werd daarna onderdeel van Nederland.

Omdat we nog altijd geen Zeeuwse bolus op hebben – toch een must in deze streek – gaan we eerst op zoek naar een bakker. Die blijkt aan het begin van het stadje te zitten, maar we hadden het kunnen weten: bolussen – van oorsprong Joodse gebakjes – zijn meestal ’s ochtends al uitverkocht. Ook hier. Bakker Risseeuw heeft alleen nog de variant gevuld met banketbakkersroom. Vooruit, doe die dan maar – vanavond slaan we de weegschaal wel een keertje over.

We ontdekken iets nieuws: een broodje smos

Broodje smos

Voor de lunch kiezen we een klein tentje in de winkelstraat. Hier ontdekken we iets nieuws: een broodje smos. Als de serveerster onze opgetrokken wenkbrauwen ziet, legt ze uit dat het de Vlaamse naam is van stokbrood met mayonaise, belegd met ham, kaas, sla, ei, tomaat, komkommer. De naam komt van het Vlaamse woord ‘smossen’ – morsen – en dat is niets te veel gezegd: het servet is bij dit rijkelijk belegde broodje onontbeerlijk.

Middelburg in het klein

Na deze lunch zetten we koers richting Groede, opnieuw een piepklein dorp, waar we eigenlijk weinig van verwachten. We komen voor de bierbrouwer waar Erwin, van de slijterij in Sluis, het vanochtend over had. Maar als we dit kustplaatsje met nog geen duizend inwoners binnenrijden, zijn we aangenaam verrast. Wát een charmant, pittoresk plekje! Het lijkt wel Middelburg in het klein – maar dan zonder grachten. We wandelen door nauwe straatjes, vergapen ons aan monumentale panden en bewonderen het marktplein rond de kerk.

Aan de rand van het mini-centrum huist sinds drie jaar brouwerij Dutch Bargain in een oud schoolgebouw dat vijfentwintig jaar lang leegstond. De voormalige gymzaal – de ringen en touwen hangen nog aan het plafond – is omgetoverd tot brouwerslokaal, met dertig verschillende bieren van de tap. Ze serveren gerechten met zo veel mogelijk lokale ingrediënten – en die willen we wel proeven. In de ruime binnentuin, onder een fijne parasol, kiezen we voor zeewierkroketjes met een Zeeuws biertje.

Brouwerij Dutch Bargain in het Zeeuwse plaatsje Groede is gevestigd in een oud schoolgebouw.
© Dieuwertje Bravenboer / EO

Vier fietsroutes

“Dit is natuurlijk geen toplocatie”, erkent Stijn Jordans (41), een van de eigenaren van de brouwerij. “Maar we liggen op vier fietsroutes, dus in juli en augustus is het hier gewoon hoogseizoen. Dan moet je echt reserveren.”

Dutch Bargain brouwt jaarlijks zo’n vijftig tot zestig biersoorten, stuk voor stuk “rebels, met een knipoog naar de Zeeuwse kust”. Een derde wordt in Groede gebrouwen, de rest extern, onder meer in België. “De vraag is groter dan we aankunnen.”

Na dit smakelijke aperitief rijden we door naar onze laatste bestemming: Breskens. Hier ploffen we neer in een van de strandtenten, met uitzicht op zee. We bestellen verse vis, knapperige frietjes en een koud drankje – en kijken toe hoe de zon langzaam het water goud kleurt. Rust, verhalen én een flinke dosis smaak: Zeeuws-Vlaanderen heeft het allemaal – bolus of geen bolus.

Blijf op de hoogte!

Wil je de leukste artikelen van Visie in jouw mailbox ontvangen? Meld je nu aan voor onze wekelijkse nieuwsbrief!

Lees onze privacyverklaring.

Meest gelezen

Lees ook

Schrijf je hier in voor de Visie-nieuwsbrief

Als christelijke gids willen we je helpen om te leven met God. We brengen je persoonlijke verhalen, verdiepende thema’s, christelijk nieuws en mediatips. In onze wekelijkse nieuwsbrief willen we je inspireren om hoopvol te leven en te geloven.

Lees onze privacyverklaring.