Ga naar submenu Ga naar zoekveld

TV-hoogtepunten Henk Binnendijk

Voormalig EO-coryfee wordt zondag 80 jaar

'Met het hart op de tong', bijbelstudies in Israël en 'Fifty-fifty'. Zomaar een paar programma's van Henk Binnendijk die velen nog niet vergeten zijn. De EO is gezegend geweest met presentator Henk Binnendijk. Ter gelegenheid van zijn 80ste verjaardag een overzicht van zijn optredens voor de EO-camera's en een nieuw interview uit Visie.

Deel:

"Als de Here God mij vandaag thuishaalt, is dat prima," zegt Henk Binnendijk, die deze maand 80 hoopt te worden. "Al blijf ik liever nog een poosje hier, want ik kan nog veel doen. Maar – dat was een keiharde les – denk niet dat Hij me ‘nodig’ heeft: voor mij tien anderen."

De lachrimpels rond zijn heldere ogen worden dieper: Henk denkt terug aan wat zijn ouders hem ooit vertelden over zijn geboorte (op 22 juni exact acht decennia geleden). “Nadat hij me eens goed had bekeken, zei de huisarts tegen mijn moeder: ‘Mevrouw Binnendijk, u moet die jongen van u maar laten leren; hij zal wel nooit kunnen werken,’” vertelt de voormalige EO-presentator in het tuinhuisje achter z’n woning, aan de rand van Rijnsburg. “Zo’n slappe, zwakke baby schijn ik te zijn geweest! Nou, ik heb geleerd én gewerkt, al zou je kunnen zeggen dat ik van beide nooit veel terecht heb gebracht, haha. Maar ik ben wél bijna 80 – en dankzij Gods genade behoorlijk vitaal.”

Cappuccino met appelpunt
Over vitaliteit gesproken: Henk maakt in principe één keer per week een fikse strandwandeling. Meeuwen die krijsend over de duintoppen scheren, het geluid van de wind, de weidsheid van het water, het spel van licht en golven: hij geniet er intens van. “Je zou het een gebedswandeling kunnen noemen,” zegt hij. “Het is voor mij al sinds jaar en dag een manier om dicht bij God te komen. Als ik vragen heb, stel ik die op het strand aan de hemel. En nee, ik krijg geen hoorbare antwoorden. Wel merk ik vaak dat God door Zijn Geest bepaalde gedachten in mijn hart legt, waarmee ik verder kan. Soms heb ik helemaal niks te vragen en verlang ik er alleen maar naar om, al wandelend, dicht bij God te zijn.”
Op het keerpunt van zijn wekelijkse wandeling, bij Wassenaarse Slag, neemt hij steevast een cappuccino met appelpunt bij een strandtent in de duinen. “Als ik op het terras zit – met een fantastisch uitzicht op de Noordzee en de lucht erboven – voel ik me werkelijk een miljonair. Een gezegend mens.”

Een kostbare gedachte
“Afgelopen maandagochtend waren er nogal wat wolken boven de Noordzee,” vervolgt hij. “Terwijl ik over het strand liep en naar de lucht keek, moest ik denken aan Mozes. In Exodus lees je dat hij de wolk binnenging waar God was, en daar met Hem sprak. In Suriname heb ik gevlogen met een Cessna; als je dwars door een wolk gaat, is alle uitzicht weg. Dat Mozes een wolk inging om met God te spreken, was volgens mij mede om alle afleiding – deze zichtbare wereld – af te schermen. Ik kwam thuis, zocht dat gedeelte op in de Bijbel en dacht: ‘Ja, dit is een kostbare gedachte. Dank U daarvoor, Heer!’”

Deze ervaring tekent Henk. Sinds zijn bekering, op 25-jarige leeftijd, is de Bijbel met z’n bonte verzameling verhalen en personages zijn ‘thuis’, en dicht bij God zijn en met Hem wandelen zijn diepste verlangen. “Niemand weet hoeveel jaren ik hier beneden nog krijg, maar bij mij ligt in ieder geval sterk de nadruk op het zoeken naar Zijn nabijheid in de tijd die me hier rest. De tegenwoordigheid van God is zo kostbaar, maar die kun je niet met een duimstok meten. En toch is ze voor mij een concrete werkelijkheid.”
 
Om dicht bij God te kunnen blijven leven, maakt Henk bewuste keuzes. Hij heeft bijvoorbeeld geen mobiel, geen e-mail, geen internet en hij kijkt zelden televisie. “Niet omdat ik het niet mag – ik mag alles! Je hebt mensen die heel breed zijn georiënteerd. Ik niet. Ik concentreer me op de dingen van God en Zijn Koninkrijk. Daarom laat ik heel bewust allerlei dingen schieten. Wat me kan afleiden, schaf ik niet aan.”

Niet zo'n mooi woord
Werken in z’n uitbundig bloeiende achtertuin, lange strandwandelingen maken, elke ochtend stille tijd houden in het tuinhuis: Henk doet het allemaal graag en vaak. Maar dat is bij lange na niet alles waarmee hij sinds zijn pensionering in 1999 zijn dagen vult.

Ondanks zijn inmiddels respectabele leeftijd spreekt hij nog zeer geregeld, onder meer op mannenconferenties en tijdens bijbelstudiekampen. Aan anderen – vooral jongeren – doorgeven wat hij zelf vanuit zijn intensieve omgang met de Bijbel en zijn dagelijkse wandel met God heeft geleerd en ervaren, is zijn lust en zijn leven. 

En onlangs verscheen er opnieuw een boek van zijn hand, Het verlangen van God. Wat is het geheim van Henks onverminderde bezieling? “Bezieling vind ik niet zo’n mooi woord,” reageert hij met een glimlach. “Je hoeft namelijk geen christen te zijn om bezieling te hebben: een zanger of een sporter kan ook bezield zijn. Maar ik snap natuurlijk wel wat je ermee bedoelt: enthousiasme, passie. Laatst sprak ik voor een groep van zeshonderd jongeren die betrokken zijn bij World Servants, in de leeftijd van 16 tot 25 jaar. Daar voel ik me heerlijk bij en ik merkte dat zij geholpen werden door iemand van bijna 80, die nog steeds – door genade – met God mag wandelen. Noem het bezieling, maar dat heeft voor mij alles te maken met de Heilige Geest: God, Die in mij woont.”

Een heel bos sluimert in zo'n zaadje
Henk, zelden om een voorbeeld verlegen, wijst op een ‘doodgewone’ kastanje. “Een klein ding, maar er zit wel een boom in die dik dertig meter hoog kan worden. Sterker nog: er kan een heel bos uit groeien! Zo’n bolster bevat sterk geconcentreerd zaad. Stel je voor: er sluimert een heel bos vol kastanjebomen in zo’n piepklein zaadje. Wat een prachtig beeld voor wat God in ons doet, door Zijn Geest! God, als het ware geconcentreerd in de Geest, woont in al Zijn volheid in mij en in jou, met alle mogelijkheden van dien... Waaraan herken je een christen? Aan de vrucht van de Geest: liefde, blijdschap, vrede, geduld, vriendelijkheid, en wat Paulus nog meer noemt in Galaten 5. Het geschenk van de Geest is zó overweldigend groot! Het klinkt aanmatigend, maar God had het niet beter kunnen doen dan zo."

Ongelofelijke spanningen
“Wie ik zou zijn zonder de Heilige Geest?” Henk herhaalt de vraag en denkt even na, de armen over elkaar en de blik naar buiten, waar de lentevogels in zijn tuin fladderen en fluiten. “Drie keer niks. Dat is misschien wel de belangrijkste les die de Geest mij in deze afgelopen tachtig jaar heeft geleerd: zonder Hem ben ik écht niks in Gods Koninkrijk. Dat beleef ik tot in het diepst van mijn hart. Mijn leven lang, ook die jaren bij de EO, heb ik gedaan wat ik niet kon. Ik heb geen opleiding gehad voor de dingen die ik deed en werd in het diepe gegooid. Ik kreeg bijvoorbeeld vanuit de toenmalige directie de opdracht om naar Israël te gaan en terug te komen met 21 afleveringen voor een tv-serie over het Johannesevangelie; daar heb ik óngelofelijke spanningen van gekend. Ik zei keer op keer tegen de Here God: ‘Dit kan ik helemaal niet!’ Maar telkens weer kreeg ik de bevestiging: ‘Ík ga toch met je mee?’ ‘Heer, wie ben ik?’ vroeg Mozes vertwijfeld toen hij 80 was en God hem riep om Zijn volk voor te gaan naar het Beloofde Land; ook hij kreeg dat antwoord. God gaat met ons mee, en leidt ons door Zijn Geest. Dat is het geheim. In Gods Koninkrijk kun je niet functioneren zonder de Heilige Geest. De Geest is alles. Tot op deze dag.”

De hele zaak op de voddenhoop
Er volgt een ontboezeming: “Tientallen jaren geleden sprak ik vier keer tijdens een jongerenweekend. Ik reed naar huis met de gedachte: ‘Here God, ik dank U dat U het zo gezegend hebt.’ Maar weet je welke gedachte óók in mijn hart was? ‘Ja, U hebt het ook een beetje aan mij te danken; als ik er niet geweest was, was het niet zo’n goed weekend geworden.’ Mensen schrikken zich náár als ik dat zeg, maar dat zit in je! Bij mij althans wel. Ik ben daarmee naar het strand gegaan en heb gezegd: ‘Here God, ik weet dat ik zo niet mag denken, maar ik krijg het er zelf niet uit. Wilt U dat doen?’ Toen bracht de Heilige Geest een voorval van de week ervoor in mijn gedachten. We zamelden kleren in voor Roemenië; die konden bij ons thuis worden gebracht. Een mevrouw had gebeld en had met enige koude drukte een zak met kleren bij ons afgeleverd. Ik liep ermee naar de schuur, want het moest nog gesorteerd worden. Er bleken geen knopen aan te zitten; ik zag scheuren en vuil – de hele zaak ging op de voddenhoop! Dat liet God me weer zien, op het strand. Alsof Hij wilde zeggen: ‘Weet je wat je voor Mij bent, Henk? In Mijn Koninkrijk, in Mijn dienst, niet meer dan een zak vodden.’ Een keiharde les, maar ik ben God er nog steeds dankbaar voor.” Opverend: “Dat wil niet zeggen dat ik voor God niet meer ben dan een zak vodden, want ik ben Zijn kind, gewaardeerd, geliefd. Maar in dienst van Zijn Koninkrijk moet je nooit proberen om er je eigen inbreng bij te voegen, zo van: ‘Dat heb ík gedaan.’ Dat werkt niet; Hij accepteert dat niet!”

Bijna een obsessie
Nodig van onze kant is “een totale overgave aan God”, zegt hij er in één adem achteraan. “Anders kan Hij er weinig mee, al woont Zijn Geest in je.” Hij wijst naar zijn grijze, maar nog altijd weelderige haardos. “Je kunt naar de beste kapper van Nederland gaan, maar als je niet op je stoel blijft zitten, kan zelfs hij er niets van maken. Bij God is het net zo. Hij vraagt van ons volkomen overgave. Maar het stuur van ons leven écht uit handen geven, is heel ingrijpend.”

Henk kan erover meepraten. Na zijn bekering voelde hij een gigantische druk om te voldoen aan de eisen die God (naar zijn idee) aan hem stelde. “Getuigen werd bijna een obsessie voor me. Iedereen die ik tegenkwam, moest ik over Jezus vertellen. Deed ik dat niet en zou die persoon verloren gaan, dan zag ik dat als mijn schuld.” In de grote kramp waarin hij destijds leefde, hield Henk het niet lang uit. Juist toen hij het leven met Hem helemaal wilde opgeven, maakte God hem duidelijk hoe de vork in de steel zat. “God zei als het ware: ‘Jongen, Ik wist allang dat jij het niet kunt – mag Ík het voor je doen?’ In mijn hoogmoed zei ik nog: ‘Als U denkt dat U dat kunt, ga Uw gang...’ Nu ik in zekere zin achter het leven sta, moet ik concluderen: God kan het ontzettend goed!”

Als een speelgoedbootje
Ook op dit punt kan hij teruggrijpen op een geestelijke les die hij tijdens zijn vele strandwandelingen heeft gejut – maar nu niet aan de hand van zoiets ‘luchtigs’ als wolken. “Jaren geleden wilde ik een kippenhok in de tuin bouwen; tijdens een wandeling zag ik – zo’n anderhalve kilometer van Katwijk – een houten balk van vijf meter, die ik heel goed kon gebruiken. Toen ik thuiskwam, deed ik snel de aanhangwagen achter de auto, belde mijn zoon op en zei: ‘Kees, we gaan even een balk halen.’ Wij dus samen daarnaartoe. We sjorden er een touw omheen, maar het was onmogelijk om die loodzware balk door het mulle zand naar de wagen te trekken! ‘Waarom trekken we dat ding niet naar zee?’ vroeg Kees. En ja hoor: het water droeg die balk met gemak; ik had laarzen aan en hoefde ’em alleen maar langs de vloedlijn achter me aan te slepen, als een speelgoedbootje. Ik moest de zee het zware werk laten doen, daarna was het kinderspel. Vertaald naar het bezig zijn in Gods Koninkrijk: we moeten leren de Geest te laten doen wat wij niet kunnen.” Hij wijst omhoog, met stralende ogen: “Daarom ben ik dankbaar dat ik zo oud mag worden: je leert veel meer verstaan Wie God werkelijk is en wat Hij door Zijn Geest wil uitwerken in je leven. Het is God en God alléén; alles komt van boven, bij Hem vandaan, en nooit van beneden, uit onszelf. Dat is een grote vreugde voor me. Zonder de Heilige Geest is er in het Koninkrijk geen leven en geen vrucht mogelijk. Misschien is dat wel de grootste les die de Geest mij heeft geleerd: dat ik zonder Hem niets ben. Niets.”

Hij spreidt zijn handen en zegt: “De dag komt dat ik alles moet loslaten – mijn gezin, mijn huis en noem maar op – en mijn laatste adem uitblaas. Maar het enige wat je nóóit kwijtraakt, is God. En Hij wil in je wonen, door de Heilige Geest. Is dat geen onvoorstelbaar groot wonder?”

Tekst: Gert-Jan Schaap
Beeld: Ruben Timman
Bron: Visie 2014, nr. 23

--:--