Ga naar submenu Ga naar zoekveld

Zonder het bevolkingsonderzoek was de borstkanker bij Bea hoogstwaarschijnlijk te laat ontdekt

“Het leven na een diagnose is nooit meer hetzelfde”

Als Bea Guijt op haar vijftigste een oproep krijgt voor een bevolkingsonderzoek voor borstkanker, is ze zich nog van geen kwaad bewust. Haar verbijstering is groot als de huisarts een paar dagen later belt met het slechte nieuws dat zij borstkanker heeft. Een intensieve behandelperiode volgt. Bea is ervan overtuigd dat zij zonder dit bevolkingsonderzoek hoogstwaarschijnlijk te laat had ontdekt dat zij kanker had.

Deel:

“Nietsvermoedend deed ik op 8 juli 2013 – het was de verjaardag van onze jongste zoon, dus die datum vergeet ik nooit meer – voor het eerst mee aan het bevolkingsonderzoek naar borstkanker”, vertelt Bea Guijt (61), moeder van zes kinderen en oma van zestien kleinkinderen. “Ik was vijftig geworden en kreeg een oproep voor een mammografie in de buurtbus.”

Bea voelt of ziet niets afwijkends aan haar borsten, dus verwacht niet dat er iets uit het onderzoek zal komen. Haar verbijstering is dan ook groot als ze een paar dagen later door de huisarts wordt gebeld. “De uitslag van het onderzoek was niet goed. Ik moest meteen naar het ziekenhuis voor verder onderzoek.” Dat is het begin van een jarenlang behandelingstraject.

Weggestopte tumor

De tumor in Bea’s borst is 2,2 centimeter groot en zit diep weggestopt. Het is dus niet vreemd dat Bea niks heeft gevoeld. “Gelukkig kon de tumor worden verwijderd door middel van een borstsparende operatie. Helaas had ik een kleine uitzaaiing naar de poortwachtersklier.” Bea krijgt het advies om chemotherapie te ondergaan, gevolgd door bestralingen en hormoontherapie. De weg naar genezing is lang en zwaar. “Door de chemotherapie viel mijn haar uit. Het moment dat ik met mijn jongste dochter en zoon naar de kapper ging om mijn hoofd te laten kaalscheren zal ik nooit meer vergeten. De tranen liepen over mijn wangen bij het zien van het eindresultaat.”

De tranen liepen over mijn wangen bij het zien van het eindresultaat

Nog een nare bijwerking van de medicatie zijn de pijnlijke gewrichten die Bea heeft tijdens de behandelingen. “Alles deed me zeer. Ik moest mezelf ertoe zetten om te blijven bewegen en naar buiten te blijven gaan.” Om belangstellende – maar ook nieuwsgierige – vragen voor te zijn, gaat Bea bewust op een rustiger tijdstip boodschappen doen. “Ik vond het lastig dat mensen geneigd zijn om de verhalen van mensen in hun omgeving met kanker te delen in een gesprek; als kankerpatiënt heb je echt meer dan genoeg aan je eigen verhaal. Ik had veel meer behoefte aan een luisterend oor en een arm om mijn schouder.”

Meest donkere periode

De periode dat zij tegelijk met één van haar dochters in het ziekenhuis ligt, herinnert Bea zich als de meest donkere periode tijdens haar ziekteproces. “Ik was opgenomen omdat ik koorts had; mijn weerstand was volledig verdwenen.” Bea’s dochter ligt in hetzelfde ziekenhuis, omdat zij na de geboorte van haar dochter een baarmoederontsteking kreeg. “In dezelfde periode kreeg mijn andere dochter, na een zwangerschap van dertig weken, een stilgeboren kindje.” Het lukt Bea om – ondanks haar gevoelloze vingertoppen – met veel liefde een piepklein jurkje te maken voor haar overleden kleindochtertje Naomi.

Haar geloof in God brengt Bea veel. “Ondanks het diepe verdriet en de zorgen die er waren, voelden we God erg dichtbij in deze periode en wisten wij ons gedragen door de gebeden van de mensen om ons heen. Ik haalde veel troost uit het christelijke lied ‘Wat de toekomst brenge moge’ en ik geloof dat ons leven in Gods handen ligt. Ik weet dat er een toekomst is zonder tranen en pijn”, gelooft Bea vol overtuiging.

Het leven oppakken na kanker

Vijf jaar geleden rondde Bea het behandeltraject af en werd zij ‘schoon’ verklaard. Toch is het hoofdstuk borstkanker hiermee niet afgesloten. “Het ‘echte’ leven begint dan pas.” Haar leven is sinds de diagnose niet meer hetzelfde. “Door de bestralingen zijn de cellen, die voor bindweefsel moeten zorgen, beschadigd. Ik kan geen lange afstanden meer lopen en moet daarnaast twee keer in de week naar de oedeemfysio. Gelukkig kan ik hier prima mee leven, ondanks dat het wel wat aanpassingen vergt. Omdat ik goed besef dat ik in mijn reservetijd leef, wil ik hier niet te veel over klagen.”

Ik zou weleens een dag willen doorbrengen zonder intens moe te zijn

Toch is zij van mening dat het goed zou zijn als er meer oog komt voor de gevolgen van chemotherapie en bestralingen. “De maatschappij mag weten dat het leven van mensen die kanker hebben gehad nooit meer hetzelfde is; deze behandelingen zorgen bij veel patiënten voor blijvende schade.” Ze denkt aan de vermoeidheid die haar als trouwe metgezel achtervolgt. “Ik zou weleens een dag willen doorbrengen zonder intens moe te zijn. Als je mij aan de buitenkant ziet, heb je geen idee hoe het er van binnen voor staat. Het is een leven lang aanpassen en goed naar je lichaam luisteren. Ik heb geleerd alles gedoseerd te doen en overdag veel rustmomenten te pakken.”

Geen vertrouwen in je lichaam

“Ik ben enorm dankbaar dat ik nu, alweer tien jaar na de diagnose, geen kanker meer heb”, besluit Bea haar verhaal. “Dat hoop ik tenminste. Volgende week heb ik weer een mammografie gepland staan. Dat is iets waar ik erg tegenop kan zien, omdat de borst waaraan ik ben geopereerd extra pijnlijk is. Hoe vervelend een mammografie ook is, ik adviseer elke vrouw om deze onderzoeken niet uit te stellen.”

Het is moeilijk om nog vertrouwen in mijn lichaam te hebben

Het risico dat Bea opnieuw kanker krijgt is groot, dus loopt ze als het ware met ingehouden adem rond. “Het is moeilijk om nog vertrouwen in mijn lichaam te hebben”, geeft zij toe. “De eerste keer liep ik namelijk met kanker rond, zonder dat ik dit wist.” Bea is daarom dankbaar dat zij op God kan terugvallen als ze bang en onzeker is. “Ik had me geen raad geweten als ik dit zonder Hem had moeten doen.”

God dichtbij ervaren

Bea is ervan overtuigd dat zij zonder het bevolkingsonderzoek nog lang nietsvermoedend met borstkanker zou hebben rondgelopen. “De kans dat het niet goed zou zijn afgelopen, omdat het proces al te vergevorderd was, zou zeer groot zijn geweest. Ik zie hier de besturing van God in”, vertelt Bea dankbaar. Dat is echter niet het enige waarvoor zij dankbaar is. “Door deze ziekteperiode ervaarde ik God heel dichtbij. Voorheen ging ik zondags keurig naar de kerk, deed ik mee aan allerlei kerkelijke activiteiten en voelde ik mij een hele christen. Door mijn ziekte kwam ik erachter dat mijn hart er al die tijd niet bij was geweest.”

Alles wat ik voorheen belangrijk vond, werd onbelangrijk

Wanneer alle zekerheden in haar leven wegvallen, blijft alleen God over, zo ervaart Bea. “De Bijbel ging voor mij leven; alles wat ik las kwam binnen. Het waren voor mij niet langer lege woorden op papier, maar de stem van God die tegen mij sprak als antwoord op mijn gebeden. Wat ik voorheen altijd erg belangrijk had gevonden, werd onbelangrijk. Hoe gek het misschien ook klinkt: ik had deze periode niet willen missen; het heeft mij geestelijk gezien heel veel gebracht.”

Geschreven door

Rita Maris

--:--