Ga naar submenu Ga naar zoekveld

10x vooroordelen over hoogbegaafdheid

‘Ik wist dat ik meer in me had, maar het kwam er niet uit’

Ze zijn superslim, betweterig en lastig om mee samen te werken. We stoppen mensen die hoogbegaafd zijn al snel in een hokje. Daarom legt Eva vooroordelen over hoogbegaafdheid voor aan Bart van Toor en Doortje Wüllschleger, (ervarings)deskundigen en bestuursleden van Choochem, een christelijke vereniging voor mensen die te maken hebben met hoogbegaafdheid.

Deel:

Vooroordeel 1: Hoogbegaafde mensen zijn superslimme mensen

hoogbegaafd, hoogbegaafdheid
Bart van Toor en Doortje Wüllschleger.

Doortje: “Wat ik het allereerst wil benadrukken: iedereen die hoogbegaafd is, is uniek. We spreken van hoogbegaafdheid bij mensen met een IQ van 130 of hoger, met een hoge motivatie en taakgerichtheid – zoals het het triadisch model van Renzulli mooi laat zien. Wetenschappelijk gezien zijn ze dus heel slim, maar de vraag is: komt het er ook uit? Dat is lang niet altijd het geval. Twee à drie procent van de bevolking is hoogbegaafd. Ongeveer zeventig procent daarvan functioneert goed, maar er loopt ook een groep vast. Hieronder bevinden zich mensen die werkeloos of depressief zijn, kampen met een burn-out of andere psychische problemen hebben. Gelukkig kunnen de meeste mensen die hoogbegaafd zijn hun draai in de maatschappij goed vinden.”

Bart: “Op school was ik een onderpresteerder. Ik liep soms vast in de vragen uit een schoolboek, maar vroeg dan niet om hulp, omdat ik dat nooit had geleerd. Ik wist toen nog niet dat ik hoogbegaafd was, dat ontdekte ik pas vijf jaar geleden. Nu zit ik als gezinshulpverlener goed op mijn plek.”

Vooroordeel 2: Alle mensen met hoogbegaafdheid zijn hoogopgeleid

Doortje: “Er is inderdaad een grote groep die hoogopgeleid is, waaronder wetenschappers, artsen, juristen, psychiaters of ondernemers, die continu worden uitgedaagd en daarin floreren. Maar er zijn ook laagopgeleide hoogbegaafden, die ook prima op hun plek kunnen zitten. Sommige mensen lukt het niet om een studie te starten. Waar dat aan ligt, legt Tessa Kieboom legt mooi uit aan de hand van het ‘denkluik’ en het ‘zijnsluik’. Het ‘denkluik’ bestaat uit intellectuele capaciteiten, hoge motivatie en een groot creatief denkvermogen. In het ‘zijnsluik’ komen de hoge lat, kritische instelling, een groot rechtvaardigheidsgevoel en hoge gevoeligheid om de hoek kijken. Of je potentie eruit komt, heeft met meerdere factoren te maken, zoals je cultuur, (schoolse) omgeving, vrienden en persoonlijke karakteristieken. Had je gelijkgestemde vriendjes? Waren er mensen die oog hadden voor wie jij was? Kreeg je de begeleiding die jij nodig had?”

Vooroordeel 3: Mensen met hoogbegaafdheid zijn onaangepast

Doortje: “Cultuurbepaald is dat iedereen bij een groep wil horen, dus ook iemand die hoogbegaafde capaciteiten bezit. Als je jezelf als norm neemt en de lat continu hoger legt dan de mensen om je heen, moet je je norm altijd naar beneden bijstellen. Wat je regelmatig hoort onder mensen die op latere leeftijd ontdekken dat ze hoogbegaafd zijn, is dat ze zich lange tijd dom en onbegrepen voelden. Ze proberen juist erg hun best te doen om erbij te horen, en kunnen daarom een sterke aanpassingsdrang hebben.”

Bart: “Die aanpassingsdrang is bij mij inderdaad heel sterk. Lange tijd kon ik mezelf niet centraal stellen. Ik zei niet wat ik wilde zeggen, maar wat ik dacht dat anderen van mij wilden horen. Ik paste mezelf constant aan, maar dat gaf geen tevreden gevoel. Ik wist dat ik meer in me had, maar het kwam er niet uit. Toen ik in 2015 met een coach ging praten, kwam het op hoogbegaafdheid. De gesprekken luchtten enorm op, het hielp me om mezelf opnieuw te leren kennen. Als ik alleen werk, ga ik als een malle, maar ik kan ook prima functioneren in een team. Ik heb ontdekt dat mijn eigen denkprocessen sneller gaan en dat ik soms wat meer geduld moet hebben.”

Vooroordeel 4: Mensen die hoogbegaafd zijn, leren snel nieuwe dingen

Doortje: “Hoogbegaafde mensen kunnen snel nieuwe dingen leren, maar dit ligt wel aan de mate van interesse die zij hebben voor een bepaald onderwerp. Leren in een betekenisvolle context en problemen oplossen binnen hun interessegebied gaat ze goed af. Op school ontstaat daarom regelmatig frictie bij hoogbegaafde leerlingen. Ze moeten opdrachten maken uit een boekje met vastomlijnde antwoorden, wat niet altijd past niet bij hun structuur van denken. Nadenken over ingewikkelde vraagstukken, zoals klimaatverandering en duurzaamheid, geeft wel veel voldoening. De keerzijde is dat iemand met hoogbegaafde capaciteiten erg veel dingen interessant vindt, daarin kan verzanden en niets afmaakt.”

Bart: “Als ik ergens interesse voor heb, kan ik supergoed leren. Maar ik heb inderdaad wel continu een nieuwe prikkel nodig. Ik heb moeten leren leren.”

Vooroordeel 5: Hoogbegaafde mensen zijn opscheppers

Bart: “Ik krijg vaak de opmerking: ‘Jij weet toch alles?’ Ik weet eerder wat ik niet weet, dan wat ik wel weet. Daarnaast was ik altijd superkritisch naar mezelf toe. Ik mocht geen fouten maken en het kon altijd beter. Ik heb moeten leren dat ik ook mag gissen en vergissen. Ik zou mezelf dus eerder bescheiden en leergierig noemen.”

Doortje: “Ik kan me voorstellen dat mensen die hoogbegaafd zijn arrogant of betweterig overkomen. Zeker bij een kind van vier jaar, dat de cognitieve leeftijd van acht jaar heeft en zijn of haar meester of juf wel even vertelt hoe iets zit. Hoe ouder mensen worden, hoe beter veel mensen zich ook hierin weten aan te passen.”

Vooroordeel 6: Mensen die hoogbegaafd zijn vervelen zich snel

Doortje: “Dat ligt eraan hoe je het woord vervelen opvat. Hoogbegaafde mensen vervelen zich inderdaad snel op school of op het werk. Ze hebben uitdaging nodig. Routinematige dingen zijn niet interessant en lastiger vol te houden op de lange termijn.  Anderzijds zijn ze vaak innovatief, vinden ze veel dingen interessant en zijn ze heel leergierig. Daarom kom je mensen met hoogbegaafdheid regelmatig tegen in veel verschillende werkgroepen of nevenfuncties. Het is een uitdaging om te focussen.”

Bart: “Dat herken ik wel. Ik haak af als er veel wordt herhaald. Als collega’s bij wijze van spreken 1001 voorbeelden noemen om hun punt te maken. Ik vind een teamvergadering al snel inefficiënt. Maar ik heb mezelf ook wel aangeleerd dat daar wellicht een taak voor mij ligt: om kritisch te zijn en te vragen of we echt zoveel voorbeelden nodig hebben om iets te begrijpen.”

Vooroordeel 7: Hoogbegaafde mensen zijn hooggevoelig

Doortje: “Hooggevoeligheid is inderdaad een kenmerk van mensen met hoogbegaafdheid. Je vindt dit terug in het ‘zijnsluik’van Kieboom en ook in de Theory of positivie Desintegration van de Poolse psychiater Dabrowski. Het centrale zenuwstelsel van mensen die hoogbegaafd zijn reageert gevoeliger op prikkels. Ze nemen intens waar, dus het gehuil van een baby komt heftiger binnen. Maar ook licht, kleuren en emoties kunnen niet altijd even goed worden gefilterd.”

Bart: “Een collega vroeg mij pas: ‘Word je er niet moe van, dat je altijd zoveel nadenkt?’ Mijn gedachten stoppen nooit en prikkels komen sterk bij mij binnen. Ik heb in mijn werk als gezinshulpverlener veel te maken met heftige emoties, dus heb ik echt mijn rustmomenten nodig. Het is voor mij heerlijk om tussen afspraken door in de auto te zitten. Verder houd ik erg van hout bewerken, dus stop mij maar in een schuur met mijn gereedschappen. Niet dat mijn gedachten dan stoppen, maar ze worden wel gekanaliseerd.”

Vooroordeel 8: Met hoogbegaafde mensen kun je niet goed samenwerken

Bart: “Het klopt dat samenwerken lastig kan zijn. Ik denk vaak al een paar stappen verder dan mijn collega’s. Soms weet ik wat er misgaat, maar weet ik niet hoe ik het moet uitleggen. Dat kan mij onzeker maken. Ik heb moeten leren om mezelf kwetsbaar op te stellen en verschillen aan te kaarten. Daardoor begrijpen collega’s mij beter en is samenwerken makkelijker geworden. Doordat mijn collega’s andere studies en achtergronden hebben of meer ervaring hebben dan ik, is samenwerken voor mij ook echt interessant.”

Doortje: “Vaak hebben mensen die hoogbegaafd zijn een sterke behoefte aan autonomie. Ze weten veel, misschien wel meer dan hun leidinggevende, maar kunnen op sociaal gebied niet altijd even handig zijn. Ze denken snel en zien al gauw de oplossing, maar oordelen soms ook te snel en geven collega’s niet altijd de ruimte om zelf bij die oplossing te komen. Dat kan samenwerken inderdaad lastig maken. Los van hoogbegaafd zijn is samenwerken voor veel mensen lastig, we zijn allemaal gewoon maar mensen.”

Vooroordeel 9: Mensen met hoogbegaafdheid maken niet zo makkelijk vrienden

Doortje: “Mensen die hoogbegaafd zijn, vinden niet zo snel gelijkgestemden. Ze zitten op een ander niveau en vinden het fijn om diepgaande gesprekken te voeren. Het kunnen einzelgängers zijn die zichzelf heel goed kunnen vermaken. Ze vinden het lastig om zich in een ander te verplaatsen en vriendschappen te onderhouden, zeker als je dit als kind niet hebt geleerd. Vrienden maken kan dus lastig zijn.”

Bart: “Als ik terugdenk aan mijzelf als jongetje, zie ik mezelf veel vaker met een grote boomstronk of tak door het bos lopen, dan dat ik mezelf zie spelen bij vriendjes. Langdurige vriendschappen heb ik als kind niet gehad. Nu heb ik dat wel. In de kerk, maar ook daarbuiten, ontmoette ik mensen waar ik een match mee heb en waarbij ik weinig moeite hoef te doen voor een goed gesprek.”

Vooroordeel 10: Hoogbegaafdheid en geloven gaat niet samen.  

Bart: “Dat is onzin. God heeft ons gemaakt zoals we zijn. Misschien ben ik het wel aan God verplicht om mezelf te zoeken zoals ik ben. Hij heeft een bedoeling met mij. Als ik mezelf goed leer kennen, kan ik er ook voor een ander zijn.”

Doortje: “Hoogbegaafd zijn en geloven gaat zeker samen. Helaas dringt dat nog niet overal door. Het zou mooi zijn als er in kerken meer oog is voor mensen met hoogbegaafde capaciteiten, zodat zij zich gehoord en gezien voelen en hun talenten in kunnen zetten. Muzikaal, creatief of op welke manier dan ook. Choochem zet zich hier onder andere voor in en helpt verbinden en luisteren, zodat de potentie van mensen die hoogbegaafd zijn volop wordt ingezet.”

Lees ook: hoogsensitief: Ik voel, ik voel wat jij niet voelt…

Wil je verder lezen? Op de website van Choochem vind je veel informatie over hoogbegaafdheid vanuit christelijk perspectief. Je kunt altijd contact opnemen met bestuursleden als je meer vragen hebt.

Geschreven door

Charlotte van Egmond

--:--