7 verrassende dingen die je nog niet wist over Pasen
Ben je benieuwd naar de achtergrond van het paasverhaal?
We leven toe naar Pasen. Dan vieren we de opstanding van Jezus. Misschien heb je het paasverhaal al vaak gehoord, of ben je juist heel erg benieuwd naar de achtergrond. Daarom vind je hier zeven verrassende en verdiepende weetjes over het paasverhaal.
1. Pesach
Jezus viert met zijn leerlingen het Pesachfeest, vlak voor het moment dat zijn lijdensweg begint. Ook wel bekend als het laatste avondmaal. Met Pesach wordt door de Joden de bevrijding uit Egypte gevierd. Misschien bekend, maar toch is het de moeite waard om je eens te verdiepen in dit feest. Hier lees je hoe God Pesach ingesteld heeft, en wat dat eigenlijk betekent.
2. De kus van Judas
Judas verraadt Jezus met een kus. In het Grieks staat er ‘phileo’, wat zoveel betekent als ‘liefhebben’ en ‘kussen’. Judas gebruikt een teken van liefde en eerbied om Jezus te verraden. Wist je dat er ook in het Oude Testament op meerdere plekken valse begroetingen beschreven staan? Kijk hier en hier maar eens.
3. ‘Ik ben het’
In Gethsemane vertellen de soldaten die met Judas mee zijn dat ze Jezus de Nazarener moeten hebben. Jezus bevestigt: ‘Ik ben het’. Op dat moment deinzen ze terug en vallen ze op de grond. Jezus laat de soldaten hier zien dat hij boven hen staat, ondanks het feit dat ze hem wegvoeren. Ook hier in het Oude Testament zien we dat Mozes niet dichtbij God kon komen.
4. De droom van Pilatus’ vrouw
Als Jezus voor Pilatus verschijnt, weet Pilatus dat Hij onschuldig is. Opvallend genoeg krijgt zijn vrouw op dat moment een droom, en stuurt ze een boodschap naar Pilatus. Ze vertelt dat ze ‘veel om Jezus moest lijden’ in de droom, en geeft daarmee een soort waarschuwing af aan haar man. Lees het hier. Wat zou dat betekenen?
5. Wassen in onschuld
Pilatus wast zijn handen ‘in onschuld’. Hij wil geen schuld hebben aan de dood van Jezus. Wist je dat het wassen van je handen een Joodse gewoonte is om onschuld te laten zien? In het Oude Testament komen we dit al tegen. Waarschijnlijk gebruikte Pilatus dit om, met een voor Joden bekende symboliek, te onderstrepen dat zij schuldig waren aan Jezus’ lot en dat hem geen blaam trof.
6. Het graf
Bij het begraven van Jezus wikkelden ze hem in doeken. Tussen de windsels werden specerijen gestopt. Jozef bracht de windels mee, en Nikodemus de specerijen. Wist je dat alleen de Joden dit op deze manier deden? De Romeinen cremeerden hun doden, en de Egyptenaren balsemden de lichamen van overledenen.
7. De opstanding
Als Petrus het graf binnenkomt op de derde dag, is Jezus weg. Alleen de doeken liggen er nog. Zijn zweetdoek ligt opgerold op een aparte plek. Dit wordt gezien als een bewijs dat het lichaam van Jezus niet gestolen is. Dan hadden de doeken daar waarschijnlijk niet zo netjes en geordend gelegen.
