Ga naar submenu Ga naar zoekveld

Als die mooie baan toch te veel vraagt; Marjon raakte in een burn-out

‘Ik verweet mezelf dat ik het niet had zien aan komen’

Interessant werk, leuke collega’s, goede beoordelingen. Klinkt als de perfecte job. En toch kan een schijnbaar ideale baan je volledig leegzuigen. Soms zelfs met een burn-out als gevolg.

Deel:

Zo gaat het ook bij Marjon de Jong. Haar werk als personeelsadviseur bij een onderwijsinstelling lijkt geknipt voor haar. Haar talenten kan ze er volop in kwijt: empathie voor medewerkers die zorg nodig hebben, analytisch vermogen om boven lastige casussen te staan. Toch kost haar baan haar meer energie dan ze kan geven. Ze kan er geen afstand van nemen, raakt verstrikt in piekeren en bouwt een chronisch gebrek aan ontspanning op. Het resultaat: een fikse burn-out. Maar uiteindelijk ook herstel en een ommezwaai in carrière.

Slapeloze nachten

“Terugkijkend was het al een sluimerend proces. Ik ging steeds korter slapen. Was ‘s ochtends heel vroeg wakker en kwam dan niet meer in slaap. Ik lag uren te piekeren, vooral over mijn werk. Toch maakte ik me niet direct zorgen. Mijn functioneren ging er niet op achteruit en iedereen heeft wel eens een periode dat je wat minder goed slaapt”, vertelt Marjon. 

“Het ging maar door in mijn hoofd, ik kon het niet meer stoppen”

Slecht slapen en piekeren worden een patroon dat uiteindelijk anderhalf jaar duurt. Nog steeds herkent Marjon de slapeloze nachten niet als een teken van overbelasting: “Ik zag het niet als een serieus signaal. Wel moest ik steeds meer afleiding zoeken om afstand te kunnen nemen. Ik ging nog vaker sporten dan ik al deed. Onderhuids was er wel een latent gevoel van gemis aan werkplezier. Maar ik had toch een leuke job met fijne collega’s? Ik heb signalen en onvrede te lang weg gerelativeerd. Ondertussen werd het piekeren steeds erger. Het ging maar door in mijn hoofd. Ik kon het niet meer stoppen. Ik kon mijn werk niet loslaten en vond weinig ontspanning meer.”

Ik maakte een foutje en toen ging het mis; ik kreeg een paniekaanval

Pas als Marjon in de zomervakantie nog steeds haar werk niet kan loslaten, wordt het haar en haar man duidelijk dat dit zo niet langer door kan gaan. “Ik heb voor mezelf in die vakantie alles op een rijtje gezet. Ik was vastberaden na de vakantie mijn werk anders aan te pakken. Dat lukte gedeeltelijk. Ik dacht toen nog: ‘vooral hard blijven werken, fijne collega’s opzoeken en hoop blijven houden dat mijn aanpak effect zou hebben. Dan komt het wel goed’. Ik had, achteraf gezien, te weinig werkplezier en te weinig invloed op wat ik wilde bereiken. Ik werd onzeker en twijfelde aan alles. Het zoog me leeg. Toen ik op mijn werk een foutje maakte ging het mis. Ik raakte volledig van slag en kreeg een paniekaanval.”

Afstand

Marjons werkgever neemt Marjons situatie serieus. De bedrijfsarts wordt ingeschakeld en ze krijgt het advies om een poosje afstand van haar werk te nemen. Dit lukt maar moeilijk. Marjon: “Ik wilde zo graag tot rust komen, want het kon zo echt niet meer. Maar daar zit je dan, met burn-outklachten. Het ging eerst alleen maar slechter. Het slapen verbeterde niet, het piekeren nam niet af. Ik probeerde van alles; schreef dingen op, stelde piekerkwartieren in. Niks hielp. Ik kon geen beslissingen meer nemen. De onbenulligste dingen lukten niet meer. Ik raakte de regie op mezelf volledig kwijt en ik verweet mezelf dat ik het niet had zien aan komen.”

God, ik weet niet hoe ik dit moet stoppen

Ook Marjons geloofsleven verandert. Ze vertelt hierover: “Diensten, liederen en dat wat zo vertrouwd was, raakten me niet meer. Dat was echt beangstigend. Ik realiseerde me wel heel goed dat ik hier alleen niet ging uitkomen. Tijdens een vakantie zei ik tegen God: ‘Ik weet het gewoon echt niet meer, ik weet niet hoe ik dit moet stoppen’.

Die vakantie vielen er zoveel puzzelstukjes op zijn plaats. Ik zie dat echt als een wonder van God. Ik kreeg het inzicht dat ik niet door hoefde te gaan in dit werk. Toen ik dat accepteerde ontstond er ruimte. God bracht mensen op mijn pad die me verder hielpen. Een arbeidsdeskundige en coach hebben me helpen inzien dat deze baan, die zo goed bij me leek te passen, niet goed voor mij was. Ik had meer invloed op mijn werk en meer verantwoordelijkheid nodig. Er stonden nu te veel hekjes omheen die mijn zelfstandigheid inperkten.” 

De weg naar herstel

Door het coachingstraject besluit Marjon om zich te oriënteren op ander werk. Ze kiest voor een opleiding hbo-verpleegkunde en ze stopt als personeelsadviseur. Marjon is nu tweedejaars student, werkt bij Zorgpartners Midden-Holland en loopt stage in een revalidatiecentrum. Haar uiteindelijke doel is om als praktijkondersteuner aan het werk te gaan. Marjon: “Ik kom iedere dag blij thuis. Het werk is interessant en afwisselend, ik krijg onder supervisie al veel verantwoordelijkheid en we werken echt als een team. Werken in de gezondheidszorg is prachtig om te doen. Het is zo’n voorrecht om met mensen op te lopen en iets voor ze te kunnen betekenen. Bij sommige mensen is de situatie chronisch of uitzichtloos. De veerkracht die ze hebben om door te gaan, vind ik bijzonder en leerzaam.”

Voel je niet schuldig en volg je intuïtie

Afscheid nemen van haar werk brengt Marjon uiteindelijk volledig herstel van haar burn-out. “Het piekeren is compleet weg, ik slaap goed. Ik ben weer besluitvaardig. Ik dacht dat ik moeite zou hebben om te werken in een hectische omgeving, maar ik blijk veel wendbaarder en flexibeler dan ik dacht”, vertelt ze.  

Marjon wil vrouwen die zich herkennen in haar verhaal oproepen om hun intuïtie te volgen. “Ik heb veel te lang gedacht dat het allemaal wel meeviel. Ik sprak er weinig over, terwijl ik ergens wist dat er iets mis was. Voel jezelf niet schuldig, vertrouw op je intuïtie en neem de signalen serieus. Zoek iemand om mee te praten; een ventieltje binnen je organisatie, een externe coach, iemand die je bevraagt op hoe het gaat of niet gaat. Blijf niet rondlopen met een onderbuikgevoel in de hoop dat het vanzelf overgaat.”

Foto: Marjon de Jong

Lees ook: Beppie kreeg twee keer een burn-out

Geschreven door

Saskia van Berkel

--:--