Ga naar submenu Ga naar zoekveld

Burgemeester Jacqueline Koops heeft corona

'Ik voelde me een vaatdoek en dacht: dit is écht niet goed'

Corona: een virus met een grillig verloop, dat geen onderscheid maakt tussen mensen, status en functies. Jacqueline Koops (50), burgemeester van onder andere het Geldserse dorp Heerde, dat is aangemerkt als één van de coronabrandhaarden, werd getroffen door het zeer besmettelijke virus. Samen met haar partner en kinderen verblijft ze nu drie weken in thuisisolatie. Hoe is het om als burgemeester je taken uit handen te moeten geven en gekluisterd te zijn aan huis?

Deel:

“Ik ben van ver gekomen”, vertelt burgemeester Jacqueline Koops, terugblikkend op het begin van haar ziekteproces. Nog steeds kampt ze met klachten, zoals hoesten. Ze weet het nog goed, het was op 13 maart, in de begindagen van de coronacrisis. “Het begon met weinig eetlust, heel moe zijn en hevige spierpijn. Toen kreeg ik koorts, moest ik hoesten en werd ik verkouden.” Op de thermometer zag ze de temperatuur stijgen, van 38 naar 39 graden. Met veel paracetamol wist ze de koorts te onderdrukken. Stug werkte ze nog anderhalve week door, tot het écht niet meer ging. 

Vaatdoek

“Ik ben burgemeester, je moet de burgers informeren. Ik heb nog een brief aan alle inwoners geschreven, voor in de krant en ook één voor alle kinderen op de basisscholen, om ze uit te leggen waarom ze niet meer naar school kunnen”, vertelt Koops, die zelf ook twee kinderen in de basisschoolleeftijd heeft. Elke dag was er beraad in het crisisteam. “We hebben echt veel kunnen opzetten in het begin, bijvoorbeeld als het gaat om de markt, handhaving, scholen, noodopvang en jeugd. Zo heb ik de crisis in de eerste week doorstaan.” 

Na bijna een week ebde de koorts weg, maar toen voelde ze zich pas echt belabberd. “Ik voelde me een vaatdoek. Die zondag kreeg ik wéér hoge koorts en dacht ik: nu moet ik oppassen.”

Thuisquarantaine

Ze belde de huisarts, waar ze niet terecht kon. Vervolgens zocht ze contact met het RIVM, die adviseerde om in thuisquarantaine te blijven. “Ik heb twee jonge kinderen, Jesse (9) en Emmilie (6) en ben weduwe. Mijn nieuwe partner was hier dit weekend. Toen ik ziek werd, moest hij ook veertien dagen bij ons binnen blijven. Hij zorgt voor ons.”

Na het contact met de huisarts en het RIVM, heeft ze de locoburgermeester gebeld, om te zeggen dat ze haar functie tijdelijk neer zou leggen. “Ik heb de hele week op de maximale dosis paracetamol geleefd. De koorts zakte dan naar 38. Ademen deed pijn. Dat heeft een paar dagen tot een week geduurd.” De eerste locoburgermeester werd ook ziek, waardoor er een tweede moest worden aangewezen. 

Grillig verloop 

Jacqueline bleef er in de eerste instantie positief onder. “Ziek zijn zit helemaal niet in mijn aard. Ik heb nog steeds dat ik elke dag denk: kan ik al aan het werk? Ik vind dat erg frustrerend, als burgemeester word je toch verwacht. Maar de ziekte heeft een grillig verloop. Bovendien moet je klachtenvrij zijn, zeker als je een voorbeeldfunctie hebt.” 

Ze houdt zich aan de regels die het RIVM heeft opgesteld. Zo houden zij en haar partner anderhalve meter afstand, maar voor de kinderen is dat moeilijk. “Ze komen wel knuffelen. Gelukkig zijn ze niet echt ziek geworden. Emmelie heeft een nachtje koorts gehad. Ik heb haar een pilletje gegeven. Jesse had een dagje verhoging, en dat was het wel.”

De kinderen weten zich prima te vermaken in het grote huis met de ruime tuin. “Ze spelen spelletjes met elkaar, maken muziek, spelen piano, drumstel of fluit. Ook kunnen ze in de tuin spelen en hun schoolwerk is snel af. Om half vijf mogen ze op de iPad of tv kijken.” Ze hebben de mogelijkheid om naar de noodschool te gaan, maar Koops ziet daar bewust van af, omdat ze niet het risico wil lopen dat haar kinderen de besmetting doorgeven. 

Intensive care 

Is ze zelf bang om aan het dodelijke virus te overlijden? “Er was een avond dat we gingen slapen en dat ik tegen mijn vriend zei: als het niet goed gaat, moet je 112 bellen. Dat was het dieptepunt, de volgende dag ging het beter.” Ze is zich bewust van de kwetsbaarheid van het leven: haar dochtertje heeft ooit dagenlang op de intensive care gelegen, aan de beademing. Ze werd geïntubeerd en in coma gehouden. Het was kantje boord toen ze van de apparatuur werd gehaald en ze er niet in slaagde om het ademen zelfstandig voort te zetten. 

“Ik heb altijd wel de angst dat ik haar verlies. Het leven is niet maakbaar. Je kunt elk moment iemand verliezen. Dat is heftig, maar het zorgt er ook voor dat je moet genieten van de kostbare momenten die je hebt.” 

Toekomst in de hemel

Een ander dieptepunt was toen haar man overleed, nu drie jaar geleden. “Ik voelde dat ik door God werd gedragen”, vertelt ze. “Het heeft veel meer mijn geloof verdiept, dan dat het vragen opriep. Onze toekomst ligt in de hemel. Dat besef heb ik nu wel. Er is veel verdriet in de gemeente Heerde, maar laat er ook troost zijn. Dat dit leven niet alles is, dat je het vanuit een ander perspectief ziet.”

Lees ook: 'Gek dat zoiets afschuwelijks mensen samenbrengt'

Geschreven door

Hendriëlle de Groot

--:--