Ga naar submenu Ga naar zoekveld

Christen en huisarts Martien Bac: 'Artsen missen vaak de spirituele dimensie'

‘Ik heb al heel wat mensen naar de Alphacursus gestuurd’

Jarenlang was huisarts Martien Bac columnist voor ‘De Praktijk’ in ‘Visie’. Dokter Bac heeft vooral in Zuid-Afrika geleerd de geestelijke dimensie van een patiënt in zijn praktijk te betrekken en pastorale hulp te integreren.

Deel:

“Ik leg wel eens uit dat ik voor sommige klachten geen medicijn heb of een recept kan uitschrijven. Voor wrok, verbittering, verdriet enzovoort. Maar in een gesprek kan ik wijzen op andere opties. Ik heb bijvoorbeeld al heel wat mensen naar de Alphacursus gestuurd. In de afgelopen acht jaar is daar al een aantal mensen terechtgekomen met vaak heel positieve feedback. Mensen die al bij een psycholoog of een psychiater waren geweest of bij maatschappelijk werk en niet uit hun crisis kwamen. En bij de Alphacursus wel een antwoord vonden om hun weg door het leven weer op te pakken.”

Pastoraal

Eén keer per maand is er bij dokter Bac in de praktijk – evenals een sociaal-psychiatrisch verpleegkundige en een psycholoog – ook een predikant aanwezig voor met name buitenkerkelijke patiënten.
Dr. Bac: “Hij trekt een uur uit voor een gesprek, kan vooral goed luisteren en geeft pastorale adviezen. We proberen in dit verband ook samen te werken met andere predikanten van diverse kerken.”
Toch wel bijzonder als je huisarts je adviseert naar de Alphacursus te gaan of dat je een pastoraal gesprek met een predikant kunt krijgen. Maar dat vindt de dokter niet zo vreemd. “Als arts heb je al een aantal dingen tot je beschikking om mensen te helpen, zoals medicijnen, injecties, gesprekken, verwijzingen... Maar het is heel merkwaardig dat wij als artsen niet meer opgeleid worden om te kijken naar de spirituele dimensie. Dat zijn we bijna verleerd. Daarmee zijn we ook verleerd om met predikanten samen te werken.
Ik ben bang dat in veel ziekenhuizen artsen en ziekenhuispredikanten gewoon langs elkaar heen werken of nauwelijks contact hebben. Ik zie dat als een gemiste kans. Je kunt elkaar heel goed helpen door wat meer met elkaar te overleggen en werk op elkaar af te stemmen. Religie heeft een zeker effect op de gezondheid. Daar ben ik van overtuigd. Dat kan positief of negatief zijn. Maar er zijn veel studies die een positief effect aangeven.
Als ik zondags in de kerk om me heen kijk, zie ik een heel aantal mensen zitten die via de praktijk en de Alphacursus zijn binnengekomen, geloofsbelijdenis hebben gedaan en nu actief meedraaien in de gemeente. De Alphacursus werkt wat dat betreft fantastisch. Dat maakt dat je probeert je christen-zijn en het geloof in de praktijk te integreren. Dat heb ik wel van de Afrikanen geleerd.”

Zuid-Afrika

Martien Bac (52), geboren in Moerkapelle, studeerde medicijnen in Rotterdam. Tijdens zijn studie had hij al plannen om naar het buitenland te gaan. Na de nodige voorbereidingen in de vorm van een jaar chirurgie en een halfjaar verloskunde zijn hij en zijn vrouw met hun oudste zoon eind 1976 naar Zuid-Afrika vertrokken. Tien jaar werkte hij in Gelukspan, in een groot ziekenhuis met duizend bedden, dat opgezet was door de zending van de N.G.-Kerk, de Nederduitsch Gereformeerde Kerk. Daarna hebben zij nog ruim drie jaar in Pretoria gewoond.
“In Gelukspan waren het tien gouden jaren. Daar zijn ook onze andere drie kinderen geboren. Ik ben er eigenlijk terechtgekomen via vrienden en kennissen die daar in de zending werkten. Zij hoorden dat er een tekort was aan artsen. Ik behoorde van huis uit tot de Gereformeerde Gemeente van Moerkapelle. Via de zendeling ds. Huisman ben ik in Gelukspan gekomen. Daar hebben we verschillende kerken bezocht en hier in Leerdam zijn we Hervormd geworden, nu PKN.”
In Zuid-Afrika heeft dokter Bac de huisartsenopleiding gedaan en is daarna ook gepromoveerd. “Huisarts is een heel breed vak. Je hebt als huisarts met mensen te maken van de wieg tot het graf in een scala van klachten. Het boeit mij om te zien wat er achter een klacht ligt en om de mensen in hun context te zien. Dus: de mens achter de klacht. Ik zie liever een mens dan organen. Ik heb graag geopereerd en ik doe nog wel eens kleine dingen, maar dat is meer hobby.”

Zingend

Het maakt voor dokter Bac in de praktijk een groot verschil of een arts christen is of niet. “Je kunt niet op zondag christen zijn en door de week niet. In Zuid-Afrika was het normaal dat een dokter in het ziekenhuis voorging in gebed, zondags een dienst leidde of op de zalen een dagsluiting hield. We gingen wel met verplegend personeel en tientallen patiënten zingend het ziekenhuis door. Dat was heel normaal. Daar heb ik veel van geleerd.”

In Zuid-Afrika kwam dokter Bac in contact met Christian Medical Fellowship (CMF), een internationale vereniging van christenartsen. “Daar heb ik de smaak te pakken gekregen van samenwerken en contacten hebben met andere christenartsen. Dat hebben we in Nederland ook opgezocht. Aanvankelijk heette het de Protestants-Christelijke Artsenorganisatie (PCAO), ooit opgezet door professor Lindeboom, nu vijftig jaar geleden. En intussen ben ik voorzitter van de CMF in Nederland.”
Hij betreurt het dat er in Nederland heel veel christelijke medische studenten en christelijke artsen zijn, honderden wel, die geen lid zijn van de CMF en zichzelf daardoor volgens hem tekort doen. De CMF wil medici toerusten, met name in medisch-ethische zaken, en spiritualiteit in de behandeling en praktijkvoering integreren. “Door lid te zijn van de CMF ondersteun je ook dit werk in Oost-Europa en Azië bijvoorbeeld en elders in de wereld. Het groeit gelukkig wel, maar het kon nog veel meer zijn.”
“Wat mijn christen-zijn in de praktijk anders maakt, is dat ik naar een mens als geheel probeer te kijken. Ik vraag naar lichamelijke klachten, maar ook naar psychisch of geestelijk welbevinden. En als het leven moeilijk is, waar ze dan kracht uit putten en of ze dan iets aan hun geloof hebben. Dan krijg je soms de meest verrassende antwoorden. Iemand zei eens: ‘Binnenin mij zit heel veel pijn, dokter.’ Dan krijg je natuurlijk een heel ander gesprek.”
Ook dokter Bac krijgt wel eens een verzoek om euthanasie. “Alleen dat ze die vraag kunnen bespreken, is voor veel mensen al een opluchting. Uit principe doe ik geen euthanasie. Dat weten de mensen. Maar ik geef ze wel de mogelijkheid erover te praten. Dan kun je als christenarts veel betekenen.”

--:--