Ga naar submenu Ga naar zoekveld

Column Hanneke: 'Ik was blij met iedere stap die ik zonder te kreunen kon zetten'

Hanneke is gestart met hardlopen

Ondanks haar jeugdtrauma van de gymles, heeft Hanneke de stoute (hardloop)schoenen aangetrokken. Ze gaat hardlopen. Maar echt soepel gaat het niet direct. ''Op de helft van mijn geplande rondje hield ik het niet meer van de blaren.''

Deel:

Een van mijn jeugdtrauma’s heet ‘coopertest’. Wat een drama was dat ieder jaar van de middelbare school weer. De bedoeling was om in twaalf minuten zoveel mogelijk rondjes over het gymveld te rennen. Na een minuut of twee had ik het altijd wel weer gezien. Tegen die tijd was ik misselijk, had ik steek in mijn zij en lag ik zóver achter op mijn door en door getrainde voetballende klasgenoten, dat ik de handdoek in de ring gooide en de overige tien minuten wandelend doorbracht, hopend mijn ademhaling weer onder controle te krijgen voor het einde van de les.

Het was oneerlijk, want ik fietste wel iedere dag 36 kilometer. Eigenlijk vond ik dus dat ik best een goede conditie had. Alleen niet voor rennen kennelijk.

Een beetje meer beweging kon geen kwaad

Inmiddels ben ik twee keer zo oud en mijn geloof in mijn eigen hardloopkwaliteiten is nog altijd miniem. Maar soms moet je je eigen grenzen een beetje verleggen en gewoon eens iets proberen. Je weet maar nooit. Eens kijken of ik de discipline kon opbrengen en of ik het geduld had om het rustig op te bouwen. Een beetje meer beweging kon trouwens ook geen kwaad.

Dus op een zonnige dag trok in de stoute gympen aan, zocht een hardloopschema op en vertrok voor mijn allereerste serieuze hardlooppoging. Eigenlijk was het meer wandelen en dan af en toe een stukje rennen, maar je moet ergens beginnen.

Blaren

Na een minuutje rennen was ik zielsblij dat ik weer mocht wandelen. ‘Rustig opbouwen, rustig opbouwen,’ herhaalde ik tegen mezelf in mijn bonkende hoofd. Dat viel tegen en ook de volgende tegenslag diende zich al snel aan: op de helft van mijn geplande rondje hield ik het niet meer van de blaren. Ik plofte op een bankje, deed mijn sokken en schoenen uit en rende blootsvoets verder. Meteen helemaal hip, want bare feet running is hartstikke in.Intussen begon ik mijn knieën (altijd al een gevoelig punt) behoorlijk te voelen. Ze protesteerden bij iedere stap harder. Met enige moeite redde ik het tot aan huis en was heel trots op mijn eerste poging. Zo trots, dat ik de rest van de dag nauwelijks in beweging ben geweest.

Ik was blij met iedere stap die ik zonder te kreunen kon zetten

De volgende dag liep ik er dus bij alsof mijn leeftijd in één nacht verdriedubbeld was. Ik was blij met iedere stap die ik zonder te kreunen kon zetten. Laat staan dat ik aan rennen kon denken. Drie dagen later vermande ik mij. Geen gezanik: hup, rennen. Spierpijn of geen spierpijn. Meteen maar barrevoets dit keer, want de blaren glommen nog op mijn hakken. Na het rennen bleef ik in beweging, waardoor de spierpijn dit keer meeviel. Maar die knieën...dat werd nog een uitdaging. Ik rende in een week tijd nog twee keer (dit keer toch maar met schoenen aan), maar zag er steeds meer tegenop. Uiteindelijk had ik zelfs tijdens het Netflixen een bonkende pijn in mijn knieën.

Bananasplit

Bij mijn fysiotherapeut beklaagde ik mij over deze ondankbare reactie van mijn lijf op mijn serieuze hardlooppoging. Hoewel ik kwam voor iets anders, vond ik dat hij mij best even van advies hierover kon voorzien. Hij wordt volgens mij prima betaald.

Ik verdenk hem er namelijk van om niet alleen door de ziektenkostenverzekering vergoed te worden voor zijn diensten. Mijn sterke vermoeden is dat hij daarnaast een geheim contract heeft bij Bananasplit. De oefeningen die hij mij meegeeft voor thuis zijn absoluut verborgen-camera-waardig in ieder geval. Om mijn stijve nek aan te pakken laat hij mij als zo’n belachelijk dashboardhondje met mijn hoofd naar voren en achteren bewegen (‘voor de diepe nekspieren’) en mijn rugspieren moet ik soepel houden door een tennisbal tussen de muur en mijn rug te klemmen en er als een grizzlybeer langs te wrijven. De kinderen liggen krom van de lach als ze het zien.

Ook voor mijn knieën wist hij wel raad: ‘Je moet je beenspieren versterken.’ Ik voelde al nattigheid natuurlijk. ‘En je voetboog.’ Welja, mijn voetboog. Dat kan er ook nog wel bij.

De kinderen liggen krom van de lach

Dus nu sta ik driemaal daags te squatten alsof ik train voor het wereldkampioenschap spijkerpoepen. Intussen spied ik om mij heen om te zien waar die camera nou toch hangt. Daarna hups ik trouw (hopend dat niemand kijkt) een tiental keer mijn hakken omhoog terwijl ik een opgerolde handdoek onder mijn blote tenen klem. Alles voor de voetboog.

Het mag dan tot nu toe niks geworden zijn met hardlopen, maar ik train als nooit tevoren. Misschien verbetert mijn conditie niet, en die knieën voel ik ook nog steeds, maar mijn lachspieren zijn nu al sterker dan ooit.

Hanneke is kerkelijk werker voor een dag in de week, getrouwd en moeder van twee zoons en een dochter. Tijdens alle ritjes die ze maakt naar school, zwembad, pastorale gesprekken en peuterspeelzaal, denkt ze heel wat af. Al denkend worden de grote dingen klein en de kleine dingen groot. Van het resultaat van al dat denkwerk maakt ze graag een mooi verhaal zodat ook anderen ervan kunnen genieten.  Lees al haar columns hier.

Geschreven door

Hanneke Veurink

--:--