Column Hanneke: klets-met-God-pot
Een pot vol gebedspunten
Hanneke’s kinderen hebben weinig inspiratie als het om bidden gaat. Het is tijd voor uitbreiding van het repertoire.
Ik ben opgevoed met de goede gewoonte om te bidden voor het eten. Die gewoonte geef ik graag aan mijn kinderen door. Niet omdat het eten anders niet gezegend zou zijn, maar omdat je daardoor niet vergeet te bidden. Want je vergeet ook niet te eten (ik niet in ieder geval).
Om de beurt bidden
Vanaf het moment dat we de kinderen oud genoeg vonden, en ze enigszins uit hun woorden konden komen, hebben we ingesteld dat we om de beurt bidden. Van jong naar oud. Dus eerst dochter van vier, de volgende dag zoon van zes, weer een dag later zoon van acht en de dagen daarop ikzelf en manlief (hij als laatste, want volgens de kinderen ben ik láng niet zo oud als papa, ha!).
Hoewel de interesse van ons kroost tot de diepste krochten van het heelal reikt, strekte hun gebedsleven zich niet bepaald uit tot de uiteinden van de aarde. Eigenlijk ging het nauwelijks verder dan hun neus lang is. De kindergebeden draaiden dus op den duur wel in een erg klein kringetje rond. Qua gebedspunten werd er uit een vijvertje gevist waarin niet veel meer zat dan ‘goed slapen’, ‘fijn spelen’ en ‘lekker eten’. Wel redelijk de basisbehoeften op hun leeftijd – en ik moet zeggen dat ook ik deze drie dingen vurig wens voor hen, zij het in mijn eigen belang – maar ik vond het toch tijd voor wat uitbreiding van het repertoire.
Life hack voor gebeden
Jaren geleden aten we bij een gezin dat hier een handige life hack voor had. Wanneer zij gingen eten zetten ze een potje op tafel met daarin een handjevol ijsstokjes. Op ieder stokje stond een gebedspunt. Degene die aan de beurt was om te bidden trok een stokje en nam het punt dat erop stond mee in zijn of haar gebed. Wanneer een stokje overbodig was geworden, bijvoorbeeld doordat het gebed verhoord was, ging het stokje uit het potje. Hadden ze meteen een duidelijk moment om ook te danken.
In het kader van ‘beter goed gejat dan slecht bedacht’ verzamelde ik de afgelopen tijd dus ook een potje vol ijsstokjes. Op een middag ben ik met de kinderen om tafel gaan zitten en schreef met een viltstift op de stokjes de dingen waarvoor zij wilden bidden. Zelf deed ik ook een paar suggesties. De variatie was groot. Van daklozen tot de buurvrouw die net weduwe is geworden, van vervolgde christenen tot rechters in Nederland, van onze ex-gedetineerde buurman tot de regering.
Zo maakten we onze eigen kletspot. Of eigenlijk klets-met-God-pot.
Soms moet je je toewijding in het gebed gewoon een duwtje in de rug geven.
Ambitieus
De vraag is nu welk stokje als eerst uit het potje kan. We zijn wel wat ambitieus geweest met opschrijven. Of niet concreet-op-de-korte-termijn genoeg, dat kan ook. Schoon drinkwater voor iedereen? Dat gaat nog wel even duren. Meesters en juffen? Daar kan je blijvend voor bidden. Arme mensen? Zei Jezus niet dat die er altijd zullen zijn? Te ambitieus of niet concreet genoeg of, wat ook kan, misschien is mijn geloof te klein.
Gelukkig kwam onze oudste zoon later met nog een suggestie: ‘Laten we er ook een maken met ‘dat de kerk snel open mag’. Zo gezegd, zo gedaan. Dat lijkt redelijk haalbaar. En anders kunnen we altijd nog gewoon blijven bidden dat we goed mogen slapen, fijn kunnen spelen en lekker kunnen eten. Achteraf gezien eigenlijk prima doelen voor de korte termijn.
Terwijl ik dit schrijf staat het potje met ijsstokjes naast mij. Ik kijk ernaar en glimlach. Misschien gaat het er niet om dat hij leeg komt. Het gaat erom dat we volhouden. Dat we blijven bidden. Ook zonder zichtbaar resultaat. In het vertrouwen dat God het hoort, dat Hij goed is en uiteindelijk alles nieuw zal maken. Op die dag kunnen in één klap alle stokjes uit het potje.
Ik heb er nu al zin in.
Geschreven door
Hanneke Veurink