De keerzijde van de kledingindustrie: lezen op eigen risico!
Hier gaat iets mis
18 mei 2019 · Leestijd 2 min · 
We lezen er regelmatig over: de effecten van de kledingindustrie op mens en milieu. De cijfers vliegen ons om de oren en ook de heftige beelden blijven ons niet bespaard. We hebben de cijfers nog eens op een rijtje gezet. Best schrikken, vonden wij!
- We dragen 60 procent meer kleding dan 50 jaar geleden en gooien alles sneller weer weg.
- We gooien met z’n allen per jaar ruim 135 miljoen kilo textiel weg.
- De kledingindustrie is de op een na vervuilendste industrie ter wereld, na de olieindustrie.
- De gemiddelde Nederlander heeft 5 spijkerbroeken in de kast liggen. Voor 1 spijkerbroek is 1,5 kilo katoen nodig (150 bolletjes) van de katoenplant die gemiddeld twee keer per week wordt bespoten met chemicaliën.
- Het verven van katoen is een van de meest milieuvervuilende processen ter wereld en zorgt voor ongeveer 20 procent van het afvalwater wereldwijd. Ter illustratie: voor 1 spijkerbroek is 8000 liter water nodig; 7500 liter bij het verbouwen van de katoen en 500 liter voor de afwerking.
- Er werken ongeveer 730.000 werknemers in de kledingindustrie, 90 procent daarvan is vrouw.
- Werknemers in de kledingindustrie verdienen gemiddeld 75 euro per maand, daarvoor maken ze werkweken van gemiddeld 60 uur.
- Gedwongen of onderbetaald overwerk, (seksuele) intimidatie, beperkingen rondom toiletbezoek, het niet kunnen zorgen voor de eigen kinderen door de lange werkweken, en zelfs beperkingen in het mogen trouwen of krijgen van kinderen komen soms tot regelmatig voor.
- Er werken 1,3 miljoen kinderen onder de 14 jaar in Myanmar. 17 procent van hen werkt in de textielindustrie.
Lees ook: Jennifer Hoffman: ‘Ik ben mijn kleren meer gaan waarderen'
