Ga naar submenu Ga naar zoekveld

Jezus met een gezicht als een zon. Waarom zijn volgelingen een gedaanteverandering nodig hadden

Deel:

De transfiguratie van Jezus op de berg; volgens jezuïet Dries van den Akker had Petrus die gebeurtenis keihard nodig om een gelovige te blijven. Nou, Janneke Burgers hart gaat er niet sneller van kloppen. Of toch?

De theologen uit ons panel – Janneke en Dries – lezen vandaag Matteüs 17 vers 1-9.

Voor hun ogen veranderde hij van gedaante, zijn gezicht straalde als de zon en zijn kleren werden wit als het licht.

Dries:

In dit verhaal komt voor één keer Jezus’ innerlijke gedaante aan het licht. Voor drie van zijn leerlingen wordt even zijn goddelijke uitstraling zichtbaar. Iets wat zij (en wij) hard nodig hebben, want straks zullen deze drie Jezus ook vergezellen bij een andere, omgekeerde gedaanteverandering.

In de tuin van Gethsemane. Daar zal hij bloed zweten en in doodsangst bidden: ‘Vader, als het enigszins mogelijk is, laat deze kelk aan mij voorbijgaan. Maar niet wat ik wil, uw wil moet geschieden’ Lucas 22: 42-44.

De drie zullen daar dwars door de vernedering en ontluistering van Jezus heen die uitstraling moeten onderscheiden. Met de ogen van het geloof, die verder kijken dan de buitenkant alleen.

De gedaanteverandering is een training

Dus is deze verheerlijking op de berg bedoeld om onze ‘ogen van het geloof’ te trainen. Dat zijn ogen die dwars door de buitenkant van het alledaagse heen de goddelijke binnenkant weten te onderscheiden. Gelovigen zijn mensen die te midden van het banale of zelfs kwaadaardige leven van alledag het visioen van het geloof voor ogen houden.

Het visioen dat een wereld van vrede en naastenliefde mogelijk is. Een visioen waarmee zij in overeenstemming leven, juist te midden van alles wat ertegen lijkt te pleiten. En door naar dat visioen te leven, brengen ze het alvast enigszins dichterbij en maken zij het zichtbaar.

Waarheid, gebaseerd op ervaring

Dat is ten minste hoe de verheerlijking van Jezus gewerkt heeft voor de drie leerlingen die erbij waren. Althans als we Petrus mogen geloven. Hij immers spoort zijn mensen aan vast te houden aan het geloof in Jezus. Jezus die geen mythe is, zoals de Grieken waartussen hij woonde blijkbaar dachten, maar waarheid, gebaseerd op ervaring. ‘Want’,  aldus Petrus, ‘Jezus heeft van God de Vader eer en verheerlijking ontvangen, toen door de verheven Majesteit dit woord tot Hem gericht werd: “Deze is mijn geliefde Zoon in wie Ik mijn welbehagen heb”. En deze stem hebben wijzelf uit de hemel horen klinken, toen wij met Hem waren op de heilige berg’ 2 Petrus 1: 16-18.

Die stem dreunt nog altijd na in het hart en in het hoofd van Petrus. Zo veel jaren later. Een stem die niet alleen hemzelf inspireert, maar die de gelovigen bemoedigt om, te midden van een geheel andersdenkende, Griekse cultuur, vast te houden aan Jezus. Om aldus getuigen te worden van het geloof, dat er een geheel andere wereld mogelijk is.

Klinkt die stem, dat visioen ook door in mij, in de wereld waarin ík leef?

Goed, maar…  What’s in it for me?

Janneke:

Sommige hoofdstukken in de Bijbel zeggen me niet direct wat. En dat vind ik lastig. Ik lees de Bijbel graag als woord van God. Maar dan wel een woord dat mij iets brengt, in mijn leven. What’s in it for me?

Als ik het verhaal van de verheerlijking op de berg lees, het verhaal dat leest als een sprookje, met helden en lichtstralen, lijkt daar niet zoveel voor mij in te zitten. Wat moet ik met die berg, met Mozes en Elia, en met het licht dat Jezus uitstraalt?

Mijn hart gaat niet echt sneller kloppen

Ik kan er allerlei interessantigheden over benoemen; over de berg die natuurlijk naar de Sinaï verwijst, waar God ooit zijn wetten aan het volk Israël gaf; over Mozes en Elia, de grote helden uit het Oude Testament. Ik kan noemen dat dit zo’n indruk op Petrus heeft gemaakt, dat hij er later in één van brieven weer over begint, als bewijs van zijn eigen geloofwaardigheid. Hij verzint niet zomaar iets, hij heeft de verheerlijkte Jezus echt gezien.

Allemaal buitengewoon interessant, maar mijn hart gaat er niet sneller van kloppen.

Maar ik hoef mezelf er niet in terug te vinden

Maar wacht. Waarom las ik de Bijbel ook alweer? What’s in it for me… Maar is dat het? Komt een Bijbeltekst pas binnen als ik stiekem mezelf de hoofdpersoon heb gemaakt? Ik merk dat de geschiedenis van de transfiguratie op de berg – Jezus die oplicht als de zon, die door de Vader wordt aangemerkt als de Geliefde – mij uitdaagt mijn Bijbellezen op de kop te zetten. Ik lees de Bijbel niet om mezelf terug te vinden, maar omdat dat boek over God gaat, over Jezus.

Het verhaal van de verheerlijking wijst van mij af. Want ik ben als Petrus, die onhandig er doorheen roept: ‘Ik zal wel even een tent opzetten, hoor. Wees niet bang, ik zorg wel voor alles.’ Maar daar ging het nu net even niet om. Dit verhaal zegt vooral: Hij is het. Hij gaat het doen, dat Koninkrijk van God dichterbij brengen. Alle verlangens uit de wetten van Mozes en uit de profetieën van Elia en de anderen – hij zal het werkelijkheid doen worden.

Wat heerlijk eigenlijk. Dat het niet om mij draait. Laten we het verlossing noemen.


Janneke Burger is theoloog en hoofdredacteur van Jente Magazine.

Dries van den Akker, sj. is jezuïet, oud-docent godsdienst en redacteur van Ignis.

Lees hier de vorige aflevering

Geschreven door

theologenpanel

--:--