Ga naar submenu Ga naar zoekveld

Alain: Jongensdromen worden waar, maar wel met enorme littekens

Deel:

We hebben niet voor niks een Oude Testament in die Bijbel, naast het Nieuwe, vindt Alain. Vergelijk het verhaal van Jezus maar met bijvoorbeeld de lotgevallen van de Egyptische onderkoning Jozef en je ontdekt dingen die je eerder niet waren opgevallen… 

Christenen zeggen al tweeduizend jaar lang dat alle Bijbelse motieven bij elkaar komen in het verhaal van Jezus. Zijn evangelie vindt weerklank bij de lotgevallen van oudtestamentisch Israël, de karakters van David, Jesaja en Job, de wetten van Mozes… Deze lijdenstijd kijk ik naar Jozef, de lievelingszoon van Jakob, als spiegel van Jezus.

Drie motieven in Jozefs leven rijmen op het verhaal van Jezus van Nazareth: een hoog zelfbeeld, ongelofelijk veel pijn en een verzoening voor een heel volk. Kijk maar mee.

Jezus gedroeg zich ook voortdurend als een ster

Jozef is het favorietje van zijn vader Jakob, die een felgekleurde mantel voor zijn nakomertje laat maken. Er lopen nog heel wat andere zoons en een dochter van Jakob rond, maar hij heeft vooral oog voor Jozef, de zoon van zijn favoriete vrouw. Jozef gaat zich ook gedragen als een vervelend lievelingetje, want hij vertelt alle roddels over zijn broers zo aan zijn vader door.

Jozef, de golden boy, krijgt het helemaal hoog in zijn bol als hij begint te dromen. ‘De zon, de maan en elf sterren bogen zich voor mij neer’, zegt hij op een dag tegen zijn familie. Zelfs vader Jakob begint zijn twijfels te krijgen bij dat gedrag, maar zijn broers zijn hem in de tussentijd regelrecht gaan haten. Ze beramen een plan om Jozef kwijt te raken.

De discrepantie tussen de belofte van de uitverkorene aan de ene kant en de enorme weerzin van het volk aan de andere kant zie je ook bij Jezus terug. Jezus gedroeg zich voortdurend als een ster – vlak na zijn geboorte zou er zelfs een speciale ster aan de hemel hebben gestaan. Hij noemde zichzelf ‘De Mensenzoon’, hoger in rang dan Jona en ouder dan Abraham, riep dat hij de tempel met gemak zou kunnen afbreken en opbouwen en zei dat hij regelrecht bij God vandaan kwam.

Kwadrateer het zelfbeeld van Jozef en je komt in de buurt van de dingen die Jezus over zichzelf zei. Maar net als bij Jozef kwam hem dat op enorme haat te staan van zijn volksgenoten.

Niet elk levensverhaal is een droom

Jozef wordt door zijn broers in een put gestopt, totdat broer Juda bedenkt dat ze hem beter aan een slavenkaravaan kunnen verkopen. De karavaan brengt hem tot in Egypte, waar hij het relatief goed heeft als eenzame balling. Dan, vertelt het verhaal ons, wordt hij nog eens verraden. Een gelogen #MeToo beschuldiging van een machtige vrouw doet hem in de cel belanden.

In die cel zijn al Jozefs eigen dromen verstomd, maar hij heeft nu wel ruimte om naar andermans dromen te luisteren. Dat doet hij inmiddels verrassend nuchter en volwassen. Hij vertelt zijn celgenoten de eerlijke waarheid: de ene zal overleven, de ander zal overlijden. Niet elk levensverhaal is een droom. Ook dat van de farao niet, want na nog wat verraad en verdriet in de cel komt zelfs de hoogste baas van Egypte Jozef om droomuitleg vragen. En die krijgt hij: ‘Farao, ik heb goed nieuws, maar óók slecht nieuws’ – Jozef kijkt nu voorbij alle felgekleurde kleren en sterretjes.

Zoals Jozef door Juda wordt verkocht, zo wordt Jezus het door zijn leerling Judas. Zijn doodzonde was dit: een te grote mond hebben over zichzelf. Geen joodse hogepriester, geen Romeinse keizer én geen Galilese jeugdvriend pikt het dat Jezus zich een godenzoon noemt. Dus moet hij dood. En hoe irritant zijn dromen ook geweest mogen zijn (misschien nog altijd voor moderne Bijbellezers), dit heeft hij toch ook weer nergens aan verdiend. Jezus is van een man die rechtstreeks uit de hemel kwam vallen verworden tot een symbool voor al het onrechtvaardige lijden in de wereldgeschiedenis.

Door de pijn heen

Als Jozef door het diepste punt heen is, belandt hij op de troon: hij wordt onderkoning van heel Egypte. Zijn jongensdromen worden waar, maar wel op een heel vreemde manier. Met grote littekens van immense pijn, in een land waar hij zich nooit helemaal thuis voelt en met nog één spannende ontmoeting voor de boeg: die met zijn broers.

De broers komen langs, want Egypte is het enige land dat geen last heeft van de hongersnood in de hele regio. Ze buigen zich voor Jozef, ook al is het jaren te laat en haalt Jozef er lang niet meer het naïeve plezier uit dat hij vroeger had, toen hij een dagdromende tiener was. En pas op dit moment rijst de ster van Jozef definitief en is hij écht de uitverkorene geworden, want hij vergeeft zijn broers. Als tweede man in het paleis gebruikt hij zijn macht om zijn broers en zijn vader te redden uit een hongersnood. De grote beloften van Jozefs leven worden nu pas waargemaakt: door de pijn heen is hij nu op het punt waarop hij genade en redding kan uitdelen aan een heel volk.

Van Jezus wordt ook verteld dat hij na zijn diepste punt (nedergedaald ter helle) is verheven tot de onderkoning van hemel en aarde (zittende ter rechterhand Gods). Ook zijn jongensdromen worden waar op een heel vreemde manier. Met grote littekens van immense pijn: de stigmata.

Net als Jozef maakt Jezus zijn belofte daarna definitief waar door met twee geschenken te komen. Allereerst verzoening: de genade die door alle kerken wordt erkend als de grootste erfenis van Jezus van Nazareth. Ten tweede redding. Want, zo vertellen christenen elkaar al sinds de allereerste Paasdag: Jezus is net als een Jozef door de absolute ondergang en dood gekropen… En dat deed hij om de dood te verslaan, de winter te verjagen, het donker een halt toe te roepen.

Jezus en Jozef

Toen zij jong waren, draaide alles alleen maar om hun grootsheid en een glorieuze toekomst. Dromen was hun handelsmerk.

Toen zij volwassen waren, werden die dromen hun fataal: de medemensen konden ze niet verdragen. Lijden werd hun handelsmerk.

Toen zij voltooid waren, brak de glorieuze toekomst aan. Die bleek alles te maken te hebben met genade en redding voor iedereen om hen heen. En niet mogelijk te zijn zonder de nodige extreem pijnlijke omwegen.

Geschreven door

Alain Verheij

--:--