Ga naar submenu Ga naar zoekveld

Eigen asielzoekers eerst?

Column van Tijs van den Brink

Ja, ik ben veel te laat met deze column. Het debat over het kinderpardon is al lang afgerond. En nee, deze column is niet bedoeld om m’n gelijk te halen.

Deel:

Ik hield het namelijk voor onmogelijk dat CDA én VVD akkoord zouden gaan met een pardon voor een flink van deel van de 740 kinderen, die aanvankelijk tevergeefs een beroep hadden gedaan op het kinderpardon. Ik zat ernaast.
Deze column is ook niet bedoeld als trap na aan alle mensen die zich hebben ingespannen om een kinderpardon te realiseren. Integendeel, voor deze mensen heb ik respect. Ik steunde hun strijd, al was ik het niet eens met al hun middelen.

Nee, wat me van het hart moet, is dat ieder spoortje van triomfalisme vanwege het bereikte akkoord me verbaast en ook een beetje irriteert. Spreken over een wonder, over gebedsverhoring, uitlatingen in de trant van ‘dat hebben we toch maar mooi voor elkaar gekregen’, en de suggestie dat de barmhartigheid nu heeft gewonnen – ik maak het niet mee. Natuurlijk, ik kan niet uitsluiten dat de hemel heeft ingegrepen. Maar als ik er nuchter naar kijk, zie ik ‘gewoon’ een politieke deal. Met alle mooie en lelijke kanten van dien.

Honderden gewortelde asielkinderen mogen, met hun families, in Nederland blijven. Dat is fantastisch voor hen. In ruil daarvoor worden het kinderpardon en de discretionaire bevoegdheid van de staatssecretaris afgeschaft. En: 250 kwetsbare vluchtelingen die aanvankelijk naar Nederland zouden komen, mogen nu toch niet komen. Hun verblijf in kampen rond oorlogsgebieden wordt met onbepaalde tijd verlengd.
Er zijn 250 echte, kwetsbare vluchtelingen, weggestreept tegen zo’n zeshonderd kinderen die hier volgens onze regels niet mochten blijven (anders hadden ze dat pardon niet nodig). Vermoedelijk omdat we die zeshonderd kennen, omdat ze een gezicht hebben – en die 250 niet. Het klinkt misschien weinig sympathiek, maar is dat niet gewoon ‘eigen asielzoekers eerst’?

Dat je zo’n deal als politicus sluit, snap ik. Dat je als kerk een dankdienst organiseert voor die zeshonderd kinderen, snap ik ook nog wel. Maar hier iets moreel verhevens in zien: ik vind het heel lastig.

Geschreven door

Tijs van den Brink

--:--