Ga naar submenu Ga naar zoekveld

Filosoof Evert Jan Ouweneel:

‘De Bijbel is een heel groen boek’

Het geloof van Evert Jan Ouweneel hing aan een zijden draadje, maar nooit verloor hij de hoop op herstel. Een lange zoektocht dreef hem terug in de armen van de God van de Bijbel. “Maar ik kwam niet bij God uit om mijn plekje in het hiernamaals veilig te stellen.”

Deel:

Drs. Evert Jan Ouweneel studeerde cum laude af in de wijsbegeerte en verzorgt als zelfstandig ondernemer lezingen en cursussen over filosofie, politiek, religie en geschiedenis. Hij is voorzitter van GIDSnetwerk, een christelijke netwerkorganisatie.

Wie Evert Jan op straat tegenkomt, ziet het meteen. Dat moet een creatieveling zijn met dat halflange haar en leuke brilletje. Is hij misschien een muzikant? Ja, dat is hij ook, want het liefst richt hij als pianist vandaag nog een jazzband op. Maar de 35-jarige timmert vooral aan de weg als filosoof – hoe kan het ook anders als je vader Willem Ouweneel is.

Toch lijken de twee maar ten dele op elkaar, voegt ‘de zoon van’ eraan toe. Hij ziet zichzelf ook allerminst als ‘de opvolger van’, mocht vader Willem er over enkele jaren mee stoppen. “Hij is uniek in zijn soort, onvervangbaar,” grapt Evert Jan. “Hoewel we allebei van de grote lijnen houden en ons niet willen specialiseren in slechts één onderwerp, werken, denken en geloven we anders. Alleen al de snelheid waarmee hij werkt, doet mij duizelen.”

Loodzwaar
Evert Jan verliet de Vergadering van Gelovigen op zijn achttiende en wil zich niet graag meer in een kerkelijk hokje plaatsen. “Sterker nog, het lukt me simpelweg niet meer.” Niet omdat hij antiautoritair is of graag schopt tegen gevestigde instituten, maar meer door een samenloop van omstandigheden en als resultaat van een lange zoektocht naar een antwoord op het lijden en de ellende in de wereld.

Wel raakte hij in deze zoektocht steeds verder verwijderd van het christendom. “Dat was geen drama, eerder bevrijdend, maar het verlangen naar een antwoord bleef.” In ongeveer dezelfde periode maakte hij een aantal loodzware jaren door met zijn van oorsprong Hongaarse vrouw Anikó. “Niet dat we het samen niet goed hadden – integendeel. Maar de eerste getrouwde zeven jaren zaten vol tegenslag, ziekte, twijfel en uitzichtloosheid.”

Sint-juttemis
“Van ons oude geloof bleef weinig over, behalve de hoop op herstel. We konden niet leven met de gedachte dat er geen enkel uitzicht op betere tijden bestaat, dat deze wereld tot sint-juttemis eenzaamheid, minderwaardigheid, ziekte, pijn en onrecht zal kennen.” Dus gingen ze op zoek naar existentiële antwoorden en proefden ze allerlei religies en levensbeschouwingen. “Het viel ons op dat het in de meeste Grote Verhalen óf aankomt op de goede wil van de mens, óf aankomt op het verlangen naar een hemelse werkelijkheid. En dat terwijl wij juist het onvermogen van de mens zagen en zochten naar een helpende Hand om deze áárde te herstellen. We zochten nieuwe moed om door te leven en nieuwe hoop om door te geven.”

Dat uiteindelijk het boek uit zijn jeugd, de Bijbel, hem als enige echt kon bemoedigen, was verrassend. Evert Jan: “Ik was er behoorlijk in uitgelezen en kende van elk verhaal de moraal. Al had ik met zo’n vader meer lezingen gehoord dan wie dan ook, de inhoud leefde niet meer voor me. Totdat het mij opviel dat alleen de Bijbel vertelt over een God Die belooft de aarde te herstellen. Niks voorwaardelijks dus, maar een belofte. Dat geeft de burger moed! Ook ontdekte ik dat alleen de God van de Bijbel zegt: ‘Ik zal je nooit laten vallen, omdat je Mijn kind bent.’ Opnieuw geen voorwaardelijke toezegging, maar onvoorwaardelijke liefde. Dat geeft de burger rust! En het geeft ons bovendien een onverwoestbare waardigheid.”

Hoop
Deze twee overtuigingen kwamen als stevige pijlers onder zijn hervonden geloof te rusten en maakten een einde aan de zoektocht van de filosoof. Evert Jan straalt. Zijn ogen glinsteren van oprecht geluk. Hier praat geen eeuwig twijfelende en cynische filosoof, maar een oprechte volgeling van de Messias. “Ik kwam niet bij God uit om mijn plekje in het hiernamaals veilig te stellen, maar omdat Hij zo intens van Zijn schepping houdt. Al dat materiële, waarover christenen soms al te snel zeggen ‘hier beneden is het niet’, wordt gekoesterd door de Allerhoogste. Natuurlijk bestaat er zoiets als ‘zorg voor de ziel’, maar in de geschiedenis ging dat nog weleens ten koste van het welzijn van flora en fauna. God belooft nadrukkelijk een herstelde hemel en een herstelde aarde. Van het eerste kan ik mij niet veel voorstellen, dus verheug ik mij vooral op het laatste. Het is hier een zooitje; we staan de komende decennia voor grote wereldproblemen. Maar God verblijdt Zich niet alleen over een mooie hemel en een geredde ziel. Hij wil heel concreet déze problemen aanpakken en onder leiding van de Messias precies dat doen waar de hele mensheid, zelfs de hele schepping naar verlangt. In de Bijbel draait het om duurzaamheid: duurzame relaties en duurzaam handelen. De Bijbel is een heel groen boek!”

Onvoorwaardelijk
De tweede pijler onder zijn geloof is de onvoorwaardelijkheid van Gods liefde. “Er is maar één God Die tegen ons zegt: ‘Je bent Mijn kind en daarom laat Ik je nooit los.’ Zo’n uitspraak is voor mij van existentieel belang, omdat ik door die houding echt bij de Allerhoogste kan schuilen. Ik hoef niet bang te zijn dat Hij mij voorgoed zal laten vallen om wat ik doe. Zijn liefde is geen ‘voor wat hoort wat’-verhaal; het is een schild dat mij te allen tijde tegen de pijlen van anderen kan beschermen. Dat geeft werkelijk rust en waardigheid.”

Maar creëer je zo niet een eenzijdig beeld van God? Hij kan toch ook streng zijn?
“God laat inderdaad niet alles maar over Zich heen komen. Hij kan ook boos worden als ik allerlei vreemde toeren begin uit te halen. Maar dat doet niets af aan onze familieband. God vermaant en corrigeert mensen ten diepste als Vader, dus nooit uit louter vergelding maar in de grond van de zaak uit liefde en met het oog op groei en herstel. Zo doe ik dat ook als aardse vader, en waarom zou ik op dit punt mooier zijn dan de hemelse Vader? God heeft altijd het beste met Zijn kinderen voor. Kiezen Zijn kinderen voor een eigen weg, los van hun Vader, dan blijft Hij op de uitkijk staan. En tegen iedere verloren zoon of dochter die terugkeert, zegt Hij: ‘Welkom thuis!’ Voor zover ik ook zo’n vader ben, lijk ik op deze Vader.”

Ouweneel kort en bondig

Wat inspireert jou het meest?
• Kinderlijke onschuld als tegenpool van alle kwaad;
• Het geloof en de passie van een visionair;
• Geloof dat door een diep dal gaat, maar volhardt;
• De ervaring van verzoening in film en muziek.

Wat kenmerkt onze tijd?
• De toenemende neiging eerst te luisteren naar het hart en pas daarna naar het hoofd;
• Een postmodern klimaat, dat ruimte schept voor nieuwe antwoorden op oude vragen;
• Een postindustrieel klimaat, dat ruimte schept voor nieuwe vormen van samenwerking;
• Helaas veel simplisme ter bestrijding van de hedendaagse onoverzichtelijkheid;
• Helaas ook veel fanatisme ter bestrijding van de eigen leegheid en minderwaardigheid;
• Een explosieve groei van nieuwe relaties en verbindingen, zowel fysiek als digitaal;
• Problemen die alleen door wereldwijde samenwerking kunnen worden opgelost.

Wat zijn de grootste uitdagingen voor de kerk?
• Het Evangelie loskoppelen van de moraal en verbinden met hoop en waardigheid;
• Jezelf begrijpen als onderdeel van een postmoderne en postindustriële samenleving;
• Gepassioneerd in de samenleving betrokken zijn en tegelijk haar los kunnen laten;
• Niet meer de eenheid zoeken per kerkgenootschap, maar streven naar ‘stadskerken’.

Hart
In het krappe arbeidershuisje uit 1844, vlak onder de Dom van Utrecht, brengt Anikó biologische muffins en zwartebessensap de kamer in. De meeste producten in huize Ouweneel blijken fair en eco te zijn. “Maar we zijn geen fanatiekelingen, hoor,” vult ze lachend aan.

Evert Jan, tijdens het gesprek bijgestaan door zijn vrouw – “wij zijn een hecht team en mijn verhaal is ook haar verhaal” – praat met veel enthousiasme over zijn levensperspectief. Wat opvalt, is dat het hart bij hem een veel grotere rol speelt dan het hoofd. Hij is allerminst een stoffige kamergeleerde, die nooit daglicht, laat staan mensen ziet. Evert Jan wil denken en handelen vanuit maatschappelijke bewogenheid en verontwaardiging – net als Jezus.

Wat hij doet, moet daarom vooral praktijk-gericht zijn, meent de vader van drie kinderen. Hij is terughoudend in het aangaan van allerlei filosofische of theologische discussies. “Dat is zonder existentiële noodzaak slechts periferie.” Liever deelt de jonge filosoof uit wat hij aan hoop en waardigheid met zich meedraagt, niet alleen in woorden, maar ook in daden. Zijn wens is ook dat christenen steeds meer uit hun veilige kerkelijke hokjes stappen en zich meer geografisch dan kerkgebonden gaan organiseren ten behoeve van het welzijn in de stad.

Je spreekt in dit verband over ‘stadskerken’. Wat houdt dat precies in?
“Eenheid onder christenen is niet alleen een vrucht van de Geest, maar vloeit ook heel praktisch voort uit het sámen gericht zijn op iets búiten de eigen gemeenschap. Dit is wat mij betreft hét kenmerk van de stadskerk: het tonen van de eenheid en samenwerking onder christenen; niet als doel op zichzelf, maar opdat de samenleving daarvan de vruchten plukt door bijvoorbeeld met elkaar met hangjongeren te gaan werken.”

Is zo’n stadskerk niet een aanklacht tegen de gevestigde kerken?
“Nee hoor, want de stadskerk wordt gekenmerkt door eenheid in verscheidenheid. Dit is geen pleidooi om kerken op te heffen. Een stadskerk is ook geen nieuwe kerkgemeenschap, met eigen diensten en structuren, en wil alleen maar optellen. Het is niets anders dan een netwerk van kerken en christelijke organisaties, die meer zoeken naar overeenkomsten dan naar verschillen. Alles bestaat al en heeft al een eigen kracht, maar de tijd is rijp om die krachten te bundelen en de samenleving de overtreffende kracht te tonen die ontstaat wanneer christenen zich verenigen. Wil je door verdeeldheid de aandacht blijven vestigen op de vele kerkgenootschappen in de stad? Of wil je communiceren dat er maar één lokale gemeenschap bestaat van mensen die Christus willen navolgen in Zijn streven naar vrede en gerechtigheid?”

Priesters
Evert Jan verlangt vurig dat christenen massaal uit hun ‘fijne, veilige aquarium’ komen en hun priesterschap gaan uitleven. Hij legt uit: “Wat is de taak van een priester? Niet om offers voor zichzelf te brengen, maar bij God voor de ander op de bres te staan. Als álle christenen priesters zijn, dan ligt onze taak dus buiten onze gemeenschap. En als Jezus zelfs aan het kruis nog kan bidden voor Zijn vijanden, dan ligt de lat heel hoog: blijf niet steken in veroordeling, maar blijf altijd zoeken en verlangen naar het herstel van de ander. En als Jezus zelfs aan het kruis Zijn macht niet aanwendt om Zichzelf te redden, dan betekent dat voor ons: houd vol op de weg van de dienende liefde, want er is nu eenmaal geen andere manier waarop dood en verderf in deze wereld kan worden overwonnen.”

GIDSnetwerk

Evert Jan Ouweneel is landelijk voorzitter van GIDSnetwerk, een christelijke netwerkorganisatie, die leiders wil verenigen om lokale problemen zo effectief mogelijk aan te pakken. Denk hierbij aan problemen als eenzaamheid, sociale verdeeldheid en jeugdcriminaliteit. GIDS wil onder meer voorgangers, politici, ondernemers, inspirerende vrijwilligers met elkaar verbinden, zodat er gecombineerd kan worden en nieuwe mogelijkheden ontstaan om zaken op te lossen. GIDS werd opgericht in 2004 en is inmiddels in meer dan vijftien dorpen en steden actief.

Gidsnetwerk.nl

--:--