Ga naar submenu Ga naar zoekveld

Helma (40) is single en hoopt op een kind via een zaaddonor

'Ik ben niet de juiste man tegengekomen'

Helma van Dijk (40) uit Dordrecht is single, maar heeft een grote kinderwens. Daarom besloot ze op haar negenendertigste naar de huisarts te gaan, om naar opties te vragen voor het krijgen van een kind als single via een zaaddonor. 'Je bent je bewust van de klok die tikt.'

Deel:

Helma heeft nooit echt een relatie gehad: “Ik had wel een vriend waar ik heel erg dichtbij stond. Heel lang had ik de hoop dat dat wat meer zou worden, maar een maand voordat ik negenendertig werd, is dat geëindigd. Toen dacht ik: wat nu? Ik was in paniek. Ik wilde zo graag kinderen, maar hoe ging ik dat nu doen?

Ik kreeg te horen dat ik te oud was om kinderen te krijgen

Ik ben op internet gaan zoeken naar de mogelijkheden. Eerst dacht ik dat ik niet goed verzekerd was en tot 2020 moest wachten. Toch ben ik naar de huisarts gegaan. Ik zei: ‘Ik ben 39 en ik wil graag nog een kind. Wat denkt u dat de opties zijn?’ Dat was niet het meest makkelijke gesprek.”

Te oud

“Ik werd doorverwezen naar een ziekenhuis in Rotterdam. Daar kreeg ik te horen dat ik te oud was om nog kinderen te krijgen. Dat kwam aan als een klap in mijn gezicht. Ik was boos op mijzelf, had ik te lang gewacht? Had dat met die vriend niet te lang voortgesudderd, had ik daar niet eerder een einde aan moeten maken? Ik besloot verder te zoeken. De deskundige in het UMC zei dat kunstmatige inseminatie mogelijk is tot 42 jaar. De arts in Rotterdam had mij verteld dat ik voor alle ziekenhuizen te oud was, maar hier kon ik gewoon nog terecht. Ik heb het nagesprek met hem afgebeld en ben naar het UMC gegaan.”

Maatschappelijk werker

“Het eerste gesprek daar was op oudejaarsdag met een verpleegkundige. Zij legde het proces uit, en liet mij de map met mogelijke donoren zien. Vervolgens had ik een gesprek met een arts, dat was een soort psychologische screening. Het is niet zo dat je daar binnenloopt en het meteen is geregeld. Ik heb geen familie in Dordrecht en weinig sociale contacten. Dat zorgde voor twijfel bij de arts, maar ook bij mijn familie. Daarom moest ik een traject met een maatschappelijk werker in.”

De verpleegkundige liet mij een map zien met mogelijke donoren

“Ik kreeg vragen als: hoe ga je het doen als je een kind hebt? Wat is je financiële plan? En wat als je ziek wordt? Hoe is je sociale vangnet geregeld? Daar heb ik een plan voor moeten schrijven en opsturen. Gelukkig werd dat een maand later goedgekeurd. Als je op de natuurlijke manier zwanger wordt, vraagt niemand je om een plan. Dat vond ik dubbel. Maar het is wel fijn dat ik erover na heb gedacht.”

Taboe

“Naar het volgende gesprek nam ik mijn vader mee, om te laten zien dat ik mensen om mij heen had. Ik maakte mijn familie duidelijk hoe graag ik een kindje wilde. Ik kom uit een dorp onder Rotterdam, uit een christelijk gezin. Er rust een taboe op een kind krijgen via een zaaddonor. Het meest ideale is natuurlijk om samen met iemand ouders te worden, maar ik ben niet de juiste man tegengekomen. Inmiddels steunt mijn familie mij, daar ben ik erg blij mee.”

De wachttijd was opgelopen naar tien tot veertien maanden

“Begin april keurde de maatschappelijk werkster alles goed. Dat was een voorwaarde. Maar inmiddels was corona in Nederland gekomen. Normaal is de wachttijd vier maanden, maar in augustus kreeg ik een brief. De wachttijd was opgelopen naar tien tot veertien maanden. Ondertussen word je natuurlijk ouder, ik heb weleens momenten gehad dat ik me daar zorgen over maakte. Maar in september kreeg ik een oproep dat ik mocht komen. Nu gaat het echt beginnen, dacht ik.”

Ovulatietesten

“Intussen had ik mijn huis verkocht en een nieuw huis gekocht in de woonplaats waar ik vandaan kom en waar mijn ouders ook wonen. Speciaal met extra slaapkamer voor de baby. Ik vind het fijn dat dat straks allemaal geregeld is. Ik weet nog niet hoe mensen in dat dorp gaan reageren. Nu krijg ik vooral medeleven en positieve reacties. Als mensen ernaar vragen, ben ik eerlijk over mijn keuze voor een zaaddoner.”

Ik krijg veel medeleven en positieve reacties

“Begin oktober had ik een nieuwe afspraak en mocht ik een donor uitkiezen. Ik kreeg een map voor me gelegd, daar stonden profielen van zaaddonors in. Je moet er een uitkiezen en nog een reserve, voor het geval er iets met je eerste keuze aan de hand is. Ik besloot een donor te kiezen die dicht bij mezelf staat. Vervolgens moet je het ziekenhuis bellen als je ongesteld wordt. Het traject gaat uit van je natuurlijke cyclus: je moet ovulatietesten doen en bellen als de uitslag positief is. De volgende dag moet je dan naar het ziekenhuis, dat is heel spannend.”

Slagingskans

“De kans dat bij de eerste poging een bevruchting plaatsvindt  is tien procent. Uiteindelijk loopt dat op tot zeventig procent slagingskans. Dus ik hoop dat het bij de derde, vierde keer raak is, want dat betekent dat ik volgend jaar zou bevallen. Maar de eerste keer dat ik naar het ziekenhuis had moeten gaan – tijdens mijn eisprong - waren er te veel vrouwen, die konden niet allemaal tegelijk geholpen worden. Je weet dat het kan gebeuren, maar het is wel een teleurstelling dat dat meteen de eerste keer zo is. Maar de volgende keer dat ik een eisprong heb, kan het ziekenhuis mij dan niet weigeren.”

Als het niet lukt, heeft God een ander plan met mij

“Als God mij als moeder ziet en ik zou zwanger raken, zie ik dat als teken van Hem. En als het niet lukt, heeft God een ander plan met mij. Hoe lastig dat dan ook is, dat moet ik accepteren. Het is niet dat mijn leven niks waard is als ik geen moeder zou worden. Mijn geloof is heel belangrijk in dat acceptatieproces. Ik hoop dat andere vrouwen in dezelfde situatie als ik, ook gaan onderzoeken wat het plan voor hun leven is. Heb vertrouwen, God heeft een weg voor jou. En als die weg is dat je moeder wordt, dan mag je dat ook proberen.”

Lees ook: Laura is single, maar heeft een kinderwens

Foto: Anneke fotografie

Geschreven door

Eva Celine Prins

--:--