Ga naar submenu Ga naar zoekveld

'Het is mijn vak om tijd te hebben voor mensen'

Geestelijker verzorger Atie over een lichtje zijn

In 2019 kwam er goed nieuws voor geestelijk verzorgers. Met een nieuwe subsidieregeling wordt hun werk niet alleen bij instellingen, maar ook bij mensen thuis gefinancierd. Geestelijk verzorger Atie Peet vertelt hoe waardevol haar vak is. ''Er komt steeds meer nood in onze samenleving.''

Deel:

Dat Atie tien jaar geleden aan de slag kon als geestelijk verzorger in een high care hospice was voor haar een ‘klein wonder’. ‘’Ik had nog geen ervaring, maar ik paste goed bij de organisatie. Inmiddels werk ik in een woon-zorgcentrum voor ouderen in hartje Rotterdam. In de ouderenzorg wordt vaak gesproken over het welzijn van ouderen. Het leven is niet altijd wel. En soms gaat het leven ook niet meer wel worden. Juist dan moet je er zijn voor mensen. Ik kom om samen met mensen op weg te zijn. Om mensen te helpen een zinvol leven te hebben dat bij hen past.

Er zijn steeds meer mensen die de zin van het leven niet zien

Er komt steeds meer nood in onze samenleving. Steeds meer eenzaamheid en mensen die de zin van het leven niet zien. Het is mooi dat de overheid onlangs besloten heeft om geestelijk verzorgers niet alleen in instellingen, maar ook bij mensen thuis te financieren. Dat is een omslag in het werk van de geestelijke verzorging.

Ik werk in een instelling van een christelijke organisatie. Maar veel van de bewoners hebben geen christelijke achtergrond. Als je je daar voorstelt als geestelijk verzorger, dan kijken ze je aan alsof ze water zien branden. Dat is het lastige aan die term. Voor iedereen wil ik er zijn. Ik wil dat mensen ervaren dat ik gewoon Atie ben en dat je heel normaal met mij kunt praten over het weer, en hoe lekker de koekjes bij de thee zijn. Je bent geen evangelist als geestelijk verzorger. Maar ik ben wel altijd op zoek naar een mogelijkheid om toch iets van Gods licht te laten schijnen.

Het werk van een geestelijk verzorger

Zo was er een meneer die op straat had geleefd. Hij had alles gedaan wat God verboden heeft, en was eenzaam geworden. Hij vond het fantastisch als ik koffie bij hem kwam drinken. We bespraken van alles, maar over het geloof mocht ik niet praten. Dat respecteerde ik. Met een biertje in zijn hand vertelde hij het ene na het andere verhaal over vroeger. Het geloof bleef onbesproken. Soms vroeg ik me af: ‘Wat doe ik hier nu eigenlijk?’ Op een dag moest hij de badkamer in, maar het lukte allemaal niet zo. Hij begon verschrikkelijk te vloeken. Tot hij weer binnenkwam en zei: ‘Wat heb jij een mooi beroep.’ Die reactie had ik niet verwacht, dus vroeg ik hem: ‘Waarom zeg je dat nou?’ Hij zei: ‘Jij geeft mij het gevoel dat ik ertoe doe.’

Als ik zoiets één keer in de maand hoor, kan ik weer een maand verder. Van geestelijk verzorgers wordt weleens gedacht: die zitten alleen maar op hun gemak met mensen te praten. Maar goed luisteren is hard werken. Dat deze meneer voelde dat hij ertoe doet, komt ook doordat ik mijn afspraken nakwam, en ik oprecht aandacht voor hem had. Dat ik tijd voor hem maakte. Mensen voelen daardoor dat ze waardevol zijn. Dat ze niet afgeschreven zijn.

Niet altijd is het voor mij zichtbaar wat mijn gesprekken met mensen doen. Het is mijn taak om mijn uiterste best te doen om Gods licht te laten schijnen. Wat God vervolgens doet bij de mensen met wie ik contact heb, dat mag ik bij Hem laten. Ik geloof dat Hij er altijd bij is tijdens gesprekken met mensen.

Door al die mensen die ik spreek heb ik geleerd dat er zoveel dingen zijn, die er niet toe doen in het leven. Als je in de flow van het leven zit, vinden we veel dingen belangrijk. Maar later kom je erachter wat echt van belang is in het leven. Dat merk je nu ook in coronatijd. Ik heb geleerd om respect te hebben voor andersdenkenden. Ik waardeer mensen die vanuit een heel andere achtergrond, andere levensbeschouwing, heel wijze dingen delen. Maar wat ik vooral heb geleerd, is dat God overal kan werken. Om kleine wonderen te zien moet je alleen wel je ogen openen.

Nadat we ‘amen’ zeiden veranderde haar blik

Om een voorbeeld te noemen: Ik bezocht een angstige vrouw met dementie. Langzaam verloor zij de grip op de wereld en zichzelf. Ontzettend verdrietig was ze. Ik sprak met haar over dingen die op dat moment naar voren kwamen. Aan het einde van het gesprek stelde ik voor om samen te bidden. Dat wilde ze wel. Nadat we ‘amen’ zeiden veranderde haar blik. Haar ogen keken ‘bevrijd’. Ik vond het zo bijzonder om die verandering in haar blik waar te nemen. Dat je haar zorgen en angst samen bij God mag brengen. Een half uur later is ze het gebed misschien vergeten, maar op dat moment had het bidden zoveel betekenis voor haar.

Ik geloof dat, als je je openstelt voor de Heilige Geest, Hij openingen laat zien tijdens een gesprek, waardoor je iets van God mag doorgeven aan een ander. Ik hoor God vooral praten als ik uit de Bijbel mag lezen met mensen. Op mijn werk organiseer ik vieringen. Dat je met een groepje mensen uit de Bijbel mag lezen is speciaal. Ik herinner me een vrouw die na afloop naar me toe kwam. Ze zei: ‘Ik ben helemaal niet gelovig, maar ik word altijd zo rustig van deze momenten.’ Dat is God. Daar doe ik het voor.

Ik spreek met mensen die niet weten hoe ze moeten leven

In het hospice had ik te maken met mensen die niet wisten hoe ze moesten sterven. Erg aangrijpend, en daarom ook zo waardevol om als geestelijk verzorger betrokken te mogen zijn bij de zorg. Nu spreek ik met mensen die niet weten hoe ze moeten leven. Dat vind ik, zo mogelijk, nog heftiger. Op de locatie waar ik werk zijn veel mensen met een vorm van dementie. Het is vreselijk om te ervaren dat het in je brein niet meer goed gaat. Het is moeilijk om vervolgens een weg te vinden in het leven. Ik hoor schrikbarend vaak: ‘Ik wil niet meer, het is mooi geweest.’ Ook spreek ik mensen die vanwege fysieke problemen bij ons zijn, en erg eenzaam zijn. Die slepen zich soms van dag naar dag. Voor hen is het zo belangrijk dat er een geestelijk verzorger is.

Maar je hoeft geen geestelijk verzorger te zijn om Gods licht te laten schijnen. Iedereen wordt geroepen om een lichtje te zijn. Waar je ook bent. Ik ben niet zo van de bijzondere ervaringen. Ik denk dat ik een doorsnee christen ben, die elke dag probeert met God te leven. Jaren geleden hoorde ik iemand tijdens een lezing zeggen: ‘Als je God niet ervaart, dan moet je maar gewoon doorgaan met geloven.’ Dat probeer ik te doen. Ik ben niet elke dag verliefd op mijn man, maar ik houd wel altijd van hem. Zo is het ook met het geloof. Ik ervaar het niet altijd even sterk, maar ik blijf elke dag geloven.

Tijd hebben

Ik ben dankbaar dat ik geestelijk verzorger mag zijn. Het is prachtig om samen met mensen op te lopen in hun leven. Om te praten over wat hen bezighoudt. En om, als het mogelijk is, het verhaal van God naast hun leven te leggen en zo het Licht te laten schijnen. In de zorg wordt geregeld gezegd dat er zo weinig tijd is voor mensen. Het is mijn vak om tijd te hebben voor mensen.  Er hoeft geen doel behaald te worden of resultaat geboekt. Als geestelijk verzorger hoef je niks. Je bent er. En omdat ik geloof dat Christus in mij woont, is Hij er ook.’’

Lees ook: ‘Het is een dorre tijd, maar ik vertrouw erop dat God Zijn gemeente vasthoudt’

Geschreven door

Judit van Dijk-Besters

--:--