Ga naar submenu Ga naar zoekveld

Hoe krijgen we het kerkvolk weer dankbaar?

Danken, waarom zou je?

Vijftig jaar geleden zaten de kerken op het Zeeuwse platteland bomvol met Dankdag. ’s Ochtends en ’s avonds gingen de boeren ter kerke. Nu viert Theanne Boer in haar dorp met een handjevol trouwe geloofsgenoten Dankdag rond een rijkelijk gevulde fruitschaal. Hoe krijgen we het kerkvolk weer dankbaar?

Deel:

‘Kwestie Dankdag’ stond er niet al te subtiel op de agenda van de gemeenteavond in ‘mijn’ Zeeuwse dorpskerk. Dankdag was een ‘kwestie’ geworden en ook wel begrijpelijk, want er kwam in de doordeweekse dankdagdienst nog hooguit een man of tien opdagen. De vraag of je er dan nog mee moet doorgaan, was dus wel legitiem, maar tot mijn blijdschap werd er besloten dat de traditie in ere gehouden moest worden. Argument: ‘Waar twee of drie...’

En dus komen wij elk jaar met dat kleine groepje op een koude doordeweekse novemberavond samen en loven en danken de Heer. De plaatselijke fruitteler maakt een overdadige schikking van allerlei soorten appels en peren, aangevuld met groenten uit de moestuin. We kruipen in de middelste banken bij elkaar en hebben het goed. Ik gun het iedereen.

‘We hebben het te goed’
In vijftig jaar tijd zijn de goed bezochte dankdagdiensten op veel plaatsen ingeklonken tot een intiem clubje mensen. Waarom is dat zo? ‘We hebben het te goed’, is de meest logische verklaring. We wonen in een van de rijkste landen ter wereld en hebben het gevoel dat we die welvarende samenleving zelf hebben gecreëerd. Dus, hoezo God danken als onze bankrekening toch echt het resultaat is van ons harde werken – tot een burn-out aan toe? En hoezo danken voor ons eten als daar kunstmest, ‘gewasbeschermingsmiddelen’, een fabriek en een supermarkt tussen zitten? God is achter onze techniek en maakbaarheid verdwenen. Hij mag hooguit nog tevoorschijn komen bij een ramp of crisis waar we zelf echt niets meer aan kunnen doen.

Crisistijd
Nu is Dankdag inderdaad ontstaan in crisistijd, lees ik op Wikipedia. In de middeleeuwen was het gebruikelijk om bededagen uit te schrijven als er een ramp of crisis gaande was. Later bepaalde de Synode van Dordrecht dat er ook gedankt moest worden als de ramp of crisis voorbij was. Het was de provincie Overijssel die jaarlijks in mei een biddag ‘ter afweering van Godes plagen en het verkrygen van een gezegende Somer’ instelde en in september een Dankdag voor ‘veelvoudige verkregen segeningen en weldaaden’. Tijdens de industrialisatie kwam daar het danken voor onze arbeid bij en in vissers- dorpen voegde men daar nog het danken voor de visserij aan toe.

God mag hooguit nog tevoorschijn komen bij een ramp of crisis

Dankbaar tot in je tenen
Danken omdat je uit een crisis bent gekomen, dat is de geschiedenis van Dankdag. En dat herken ik wel. In ons welvarende land en drukke leven is het best moeilijk om God centraal te blijven stellen, om Hem te blijven zien en ervaren als de Gever van al het goede. Pas als je in een crisis raakt, ga je bidden. En als je daar weer uitkomt, dank je de Heer uit de grond van je hart. Nog niet zo lang geleden kreeg mijn zwager een ernstig hartinfarct. We vreesden een paar dagen voor zijn leven en toen kwam het verlossende woord: hij is bijgekomen uit zijn coma en het gaat goed met hem. Dan ben je dankbaar! En dat voel je tot in je tenen. Je ervaart pas echt wat danken is, als je in de rats gezeten hebt.

Verslavend
Gek genoeg is in ons welvarende land, waar weinig mensen meer naar de kerk gaan – en al zeker niet met Dankdag – danken weer hartstikke hip. Het wordt aangeraden door psychologen en coaches, er verschijnen met regelmaat boeken over. Schrijf elke dag op waarvoor je dankbaar bent en je kunt het leven beter aan, is het advies. Danken als geestelijke wellness. De Canadese boerin en schrijfster Ann Voskamp ging danken toen ze nog midden in de crisis zat. Zwaar depressief besloot ze elke dag een paar dankpunten op te schrijven en niet te stoppen voor ze er duizend had bedacht. Toen ze bij de duizend was, kon ze niet meer ophouden. Het werkte verslavend en helend. Je kunt dit lezen in haar boek Duizendmaal dank. Danken, terwijl je je helemaal niet dankbaar voelt, maakt dat je dankbaarder wordt. Dan gaat het vanzelf, het wordt de grondtoon van je leven. Dat is misschien wat Paulus op het oog had toen hij in 1 Tessalonicenzen 5 schreef: ‘Dank God onder alle omstandigheden.’

Je ervaart pas echt wat danken is, als je in de rats gezeten hebt

Zelfgekozen armoede
Franciscus van Assisi droeg zijn volgelingen op in armoede te leven en altijd dankbaar te zijn. Zijn geschriften zijn door- spekt met lof, aanbidding en dankbaarheid aan God, voor al zijn gaven. Ik denk dat het juist de soberheid, de zelfgekozen armoede is, die de franciscaner monniken zo vreugdevol en dankbaar maakt. En om- gekeerd, dat overmatigheid en overvolheid ondankbaar en onverschillig maakt. Ik lees bij de franciscanen: “We voelen dankbaar- heid voor de mensen en de vruchten van de aarde. Het heilige en het dagelijkse leven zijn in onze gemeenschap met elkaar verweven geraakt. (...) Veel mensen ken- nen de betekenis van dankbaarheid niet, omdat men kan kopen wat hij nodig heeft, zelfs liefde kan kopen. De mensen denken dat ze onafhankelijk zijn. Maar we zijn altijd afhankelijk van anderen.”
De erkenning dat mensen alleen dankzij God leven, leidt tot een houding van nederigheid en de wens om het leven terug te geven aan God. Dat is precies wat we op Dankdag doen: het leven teruggeven aan God. Hardop zeggen: “Alles is van U, Heer, we hebben het van U gekregen.”

Buiten slapen
Als ik op zoek ga in de Bijbel, kom ik al in de wetgeving van Mozes de eerste opdracht tot Dankdag tegen. In Deuteronomium 26 staat dat elke Israëliet het eerste en beste deel van de oogst mee moest nemen naar de tempel. Vervolgens moest hij tegen- over de priester drie dingen verklaren: dat hij bevrijd is uit slavernij en het beloofde land is binnengegaan, dat hij dankbaar is voor de oogst, en dat hij een deel daarvan heeft weggegeven aan de armen en de vreemdelingen in zijn omgeving. Danken zonder delen is geen danken. En danken zonder te beseffen dat alles je geschonken is, ook niet. Wij hebben bevrijding nodig, van onszelf, van ons bezit. Wat wij hebben, hebben wij gekregen. Niet omdat wij zo hard werken of kunstmest gebruiken, maar omdat het ons wordt gegeven. Als we dat niet beseffen, gaan we onszelf en anderen tot slaaf maken, de aarde uitbuiten en de natuur vernietigen. Dan laten we vluchtelingen in Ter Apel buiten slapen en oogsten we tot aan de rand van de akker (Leviticus 23 vers 22). Danken redt levens. Het behoedt je voor eigen hachje en ‘eigen volk eerst’.

Ik ga bijna hopen dat er een Nationale Synode van Dordrecht komt die de Bid- en Dankdagen weer verplicht stelt. In elk geval hoop ik dat Dankdag dit jaar en alle jaren geen ‘kwestie’ is op de kerkenraadsagenda, maar een drukbezochte dienst op een doordeweekse werkdag.

Tekst: Theanne Boer

--:--