Ga naar submenu Ga naar zoekveld

‘Ik stal geld van mijn zoon om mijn tatoeageverslaving te bekostigen’

In een paar maanden tijd had ik mijn hele armen vol getatoeëerd

Jantine: “Toen het zomer werd, drong het pas echt tot me door. Ik stond voor de spiegel en dacht: kind, wat heb je afgelopen winter gedaan? In een paar maanden tijd had ik mijn hele armen vol getatoeëerd. Ik was zo ongelukkig met mijn eigen lijf en schaamde me ontzettend. Waarom had ik niet wat rustiger nagedacht?''

Deel:

Het begon met een herinneringstattoo na het overlijden van mijn moeder. Een mooi ontwerp en een weloverwogen beslissing waar ik lang over na had gedacht. Daarna speelde ik steeds vaker met het idee iets kleins erbij te zetten. Dit keer ging het echter veel te snel en de tattoo was helemaal niet mooi gezet. Dus moest ik er iets anders van laten maken – dat werd natuurlijk weer groter.

Toen dat gedaan was, vond ik de andere kant wel erg kaal. Ik zocht plaatjes op Pinterest en door de algoritmes kreeg ik steeds meer plaatjes te zien van dingen die ik leuk vond.

Afgewezen

Ik ging steeds naar andere tattooshops. Een keer kreeg ik te horen dat de shop de tattoo niet wilde zetten. Ik moest mijn arm eerst laten genezen en later maar weer terugkomen. Ik voelde me zo afgewezen. Ik ben best onzeker over mezelf en in de tattooshop had ik het gevoel dat ik ergens bij hoorde.

In de tattooshop had ik het gevoel dat ik ergens bij hoorde.

Thuis verstopte ik me steeds meer. Dan gooide ik gauw wat wasgoed over mijn arm als ik de kamer in kwam waar mijn dochter was. Als de buren buiten waren, durfde ik niet met blote armen naar de auto te lopen.

De lockdown zette me letterlijk stil, maar toch wilde ik er nog één bij toen de shops weer opengingen. Tattoos zijn duur, dus zocht ik in huis naar geld. Toen heb ik wat uit de portemonnee van mijn zoon gehaald. Dat weet hij nog niet. In mijn hoofd zei een stemmetje: waar ben je mee bezig?!

Accepteren en verstoppertje spelen

Op tv hoorde ik een preek over alcoholisme. Over de hunkering naar meer en het gevoel dat mensen pas weer van je kunnen houden als je ermee stopt. Daarin herkende ik mijn eigen worsteling. Ik vind mezelf vaak een naar mens. Maar ik probeer te onthouden dat ik ook geliefd ben nu ik er nog niet van af ben. Ik ben juist nu oké.

Ik moet accepteren dat het nu bij mij hoort, maar ik had het allemaal liever niet gehad. En dan de schaamte dat ik me zo heb laten meeslepen – dat is zo’n nare emotie. Dingen waar ik plezier aan beleef, zoals wandelen, fietsen en zwemmen, staan nu allemaal in het teken van verstoppertje spelen.”

Tekst: Marine van der Breggen

--:--