Ga naar submenu Ga naar zoekveld

Zullen we het vanaf nu nooit meer over ‘joods-christelijk’ hebben?!

Deel:

Alain maakt aan het begin van het jaar de balans op en kan niet anders dan concluderen: de term ‘joods-christelijk’ moet voorgoed verdwijnen uit ons vocabulaire.

Er is één term die ik heel graag zou begraven, zodat we er de komende tijd even niets meer van gaan horen. Dat is: ‘onze joods-christelijke cultuur’. Deze uitdrukking zingt al jaren en jaren rond in ons publieke debat, telkens weer gretig opgerakeld door guur-rechtse politici en opiniemakers. De gouden ballon voor de meest holle retoriek op dit gebied gaat dit jaar naar Sybrand Buma met zijn HJ Schoo-lezing.

Juist in 2017 zijn er echter hoopvolle stappen gemaakt om voor altijd een einde te maken aan de ‘joods-christelijke’ illusie. Dat ga ik je in drie stappen laten zien. Shalom-aleichem-pax-Christi!

1. We hebben het nu écht allemaal door

Wie ‘joods-christelijk’ zegt, bedoelt vooral: ‘niet-islamitisch’. Jaja, daar is nu echt iedereen het over eens. Dit jaar verscheen er een fascinerend onderzoek in Trouw. Na een analyse van meer dan 100.000 officiële tweets van de PVV over dit thema was de conclusie duidelijk. ‘Meer dan 70 procent van de tweets over het jodendom gaat over islamitisch antisemitisme’. De jood fungeert dus vooral als stok om de moslim mee te slaan. Quelle surprise.

Maar de PVV was toch dé partij voor Israël, Jood en jood? Mwah, zegt partij-ideoloog Martin Bosma volgens hetzelfde artikel:

‘Ik zie geen rol voor het jodendom binnen de PVV. Groet uit zonnig Israël.’

Duidelijk!

Sinds dit jaar is het zeker geen linkse complottheorie meer dat de ‘joods-christelijke’ drammerij vals is, en vooral bedoeld om moslims buiten te sluiten. Ook rechtse website Jalta vindt dat we moeten oppassen met het gedweep. In rechts en liberaal Elsevier wordt gesproken van een dubieus en misbruikt begrip.

De schellen zijn van ons aller ogen.

2. Joden zelf, wat vinden zij eigenlijk?

Ja, is hun eigenlijk wel iets gevraagd door die talloze rechtse stemmingmakers? Of worden ze vooral tegen wil en dank voor een politiek karretje gespannen? De vraag stellen is hem beantwoorden.

Dit jaar heeft De Kanttekening de stoute schoenen aangetrokken en een groep bekende Joodse mensen gevraagd wat hun gevoel is bij de term ‘joods-christelijk’. Lees het hier. Raoul Heertje vindt het een holle frase en voelt zich niet aangesproken. Ronny Naftanael vindt het onzin als je het historisch bekijkt, en heeft er niet echt behoefte aan om via deze term ergens bij betrokken te worden. Esther Voet (ook niet de meest linkse) vindt de uitdrukking niet speciaal nodig en merkt op, net als alle andere respondenten trouwens, dat de term moslims uitsluit. David Wertheim voelt zich geclaimd en voor karretjes gespannen.

En dan Lody van de Kamp. Ruim twintig jaar was deze rabbijn actief voor het CDA, maar na de HJ Schoo-lezing van Sybrand Buma was hij er klaar mee. Hij zegde zijn lidmaatschap op nadat zijn kritische vragen niet werden beantwoord door de fractie. Een van de grootste bezwaren vormde de term ‘joods-christelijk’.

“Daarachter gaat de gedachte schuil: de moslims, die moeten we hier niet hebben. Daar voel ik me heel ongemakkelijk bij. Ik weiger mee te doen aan een zogenaamde joods-christelijke samenleving die gebruikt wordt om anderen uit te sluiten.”

In zijn eerste interview van 2018 gaf Lody nog even de genadeklap, hier in het NRC.

3. Het is gewoon helemaal niet waar

Het verbindingsstreepje tussen ‘joods’ en ‘christelijk’ staat er al te gemakzuchtig. Het christendom heeft een niet te ontkennen erfenis van antisemitisme. Die kun je niet zomaar even wegpoetsen met een geschiedvervalsing als ‘joods-christelijke cultuur’. Daarmee ga je beledigend voorbij aan een eeuwenlange pijn van generaties Joden.

We laten de verwijdering tussen christenen en joden in het Nieuwe Testament maar even zitten, en de Joodse slachtoffers van de kruistochten ook. Er is te veel om op te noemen. In het afgelopen jaar waren er deze ontwikkelingen:

a) Ewoud Sanders promoveerde dit jaar en publiceerde de geweldige titel Levi’s eerste kerstfeest. Hij deed onderzoek naar een christelijk boekengenre dat wij bijna helemaal vergeten waren: kinderverhalen over Jodenbekering. Christenen hebben de afgelopen eeuwen honderdduizenden kinderboeken gedrukt waarin een karikaturesk Joods jongetje of meisje de Here Jezus leerde kennen. Voor straf werd het kind dan thuis gemarteld of zelfs gedood door zijn christen-hatende familie. Lees hier wat sprekende voorbeelden. Na de Tweede Wereldoorlog is deze behoorlijk naar antisemitisme riekende christelijke traditie een beetje doodgebloed, maar Sanders kon zo 80 verhalen opnemen in zijn lijvige boek.

b) Bart Wallet publiceerde zijn boek Christendom en antisemitisme. Museum Sjoel Elburg heeft daar een hele tentoonstelling bij gemaakt. Want het beeld dat we hebben van een tolerant Nederland met broederlijke kerken en synagogen, klopt dat wel? Niet helemaal, zo kun je in Wallets boek lezen. ‘Zonder de kerk zou antisemitisme niet hebben bestaan’, zegt een van de recensies.

c) Maarten Luther, die komt natuurlijk ook voor in Bart Wallets pijnlijke bloemlezing. We vierden in 2017 het Luther-jaar, en dat is in zichzelf al de dood in de pot voor iedere ‘joods-christelijke’ illusie. Oom Maarten had het niet zo op Joden. Over de Joden en hun leugens was een veelzeggende boektitel van de kerkhervormer, die door de nazi’s later gretig zou worden opgepikt. Reden voor de scriba van de PKN om in dit herdenkingsjaar nog eens ferm te zeggen dat Luther verschrikkelijke dingen schreef. Excuseer!

Adieu, joods-christelijk

Al deze ontwikkelingen moeten er toch onvermijdelijk toe leiden dat de term ‘joods-christelijk’ uit ons spraakgebruik gaat verdwijnen. Iedereen weet nu definitief dat het een opzichtig kunstje is, een historische vervalsing en kwalijk misbruik van een groep die al genoeg te verduren heeft gehad in onze o zo eeuwenoude, beschaafde, christelijke cultuur.

Iedereen die deze term in 2018 nog inzet voor politieke propaganda laat zien schijt te hebben. Schijt aan de eerlijke feiten. Schijt aan de pijn van Joden en niet-Joden die zich erdoor miskend voelen. En daarmee dus schijt aan de typisch christelijke waarden waarmee ze zo graag koketteren.

Geschreven door

Alain Verheij

--:--